Loopbaan
Rob Binkhorst
1958
Leiden
Tijdens de opleiding tot gymnastiekleraar in Amsterdam maakte Rob Binkhorst kennis met het toen nieuwe vak Inspanningsfysiologie. Vanaf dat moment wilde Binkhorst niet meer voor de klas staan, maar dat vak uitoefenen. Na zijn afstuderen ging hij dan ook stage lopen op de afdeling Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde van het Instituut voor Preventieve Geneeskunde in Leiden. ‘Inspanning en lichaamstemperatuur’, was het onderwerp van zijn stage, die hij onder leiding van J.W. Snellen uitvoerde. Na een jaar kreeg hij een vaste aanstelling met als taak onderzoek te doen en advies te geven op het gebied van houding en beweging tijdens arbeid.
In zijn tijd op de Leidse afdeling werd hem een beurs aangeboden om te studeren aan het Instituut voor Inspanningsfysiologie in Stockholm (prof. H. Christensen (hoofd) en P.O. Astrand). Daar bestudeerde hij de reacties van het lichaam tijdens maximale inspanning. Bij zijn terugkomst in Leiden werd dat ook zijn taak. Het belang was om van de inspanning tijdens dagelijkse lichamelijke arbeid te bepalen welk deel dat was van het maximum dat de betrokkene aankon.
1963
Nijmegen
In 1963 begon Binkhorst op de afdeling Fysiologie van de Faculteit voor Geneeskunde van de Radboud Universiteit. Hier werd hij verantwoordelijk voor de opzet en het onderzoek van de spier- en inspanningsfysiologie. Samen met vele anderen maakte hij hier een bloeiende werkgroep van.
In de jaren hierna deed Binkhorst onderzoek op het gebied van maximale inspanning en naar het verband tussen spiercontractiekracht en -snelheid, temperatuur en training. De laatste jaren als hoogleraar deed hij vooral onderzoek naar het effect van inspanning door paraplegen. Het laatste terrein bleef nog steeds een aandachtsgebied van het onderzoek van zijn opvolgster prof. dr. M. Hopman. Hij was 18 keer promotor en heeft ongeveer 150 wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan.