Paul Wijdeveld
- Geboren: 10 oktober 1928 (Haarlem)
- Overleden: 24 juni 1982 (Nijmegen)
- Benoeming: 1967 (lector), 1971 (hoogleraar)
Loopbaan Paul Wijdeveld
1952 Amsterdam
Na zijn doctoraalexamen in 1952 liep Paul Wijdeveld eerst stage in het Laboratorium Interne Geneeskunde, Universiteit van Amsterdam (prof. dr. J.J.G.Borst). Hij deed daar onderzoek naar de bepaling van het enzym amylase in het bloed. De resultaten kon hij later publiceren in het tijdschrift Nature. Daarna ging hij naar Nijmegen om te specialiseren in de Interne Geneeskunde. Tijdens zijn opleiding tot internist in de kliniek voor interne Geneeskunde van RadboudUMC (opleider prof.dr. C.L.H. Majoor) deed hij, naast zijn klinische werkzaamheden, studie naar het concentrerend en wateruitscheidend vermogen van de nieren bij een aantal patiënten. In 1960 volgde zijn registratie als specialist Interne Geneeskunde.
1963 Nijmegen
Onder andere door zijn promotie kreeg Wijdeveld belangstelling voor de nierziekten. Hij werd een van de grondleggers van de Nederlandse nefrologie. In 1963 introduceerde hij de percutane nierbiopsie in de Nijmeegse kliniek en in 1964 startte hij de behandeling van nierpatiënten met hemodialyse. In 1966 volgde zijn benoeming tot lector in de hemodialyse en de experimentele nefrologie. De volgende belangrijke stap was de start van het Nijmeegse niertransplantatieprogramma in 1968.
1797 Nijmegen
Als lid van het college van bestuur (1979) had vooral het onderwijs Wijdevelds aandacht. Zijn ambtsperiode stond in het teken van de twee-fasenstructuur. Wijdeveld zette zich in voor de bestrijding hiervan. Het leidde tot een afwijzend advies van de Academische Raad aan de minister. Toch werd twee-fasenbestel uiteindelijk ingevoerd en nam hij hiervoor zijn verantwoordelijkheid.
Wijdeveld heeft ruim 50 publicaties op zijn naam staan. Hij begeleidde het onderzoek van 10 promovendi.
Nevenactiviteiten
- Lid van het Faculteitsbestuur (1970-1978).
- Voorzitter van het Stafconvent en Klinische Commissie van het Radboudumc (1971-1974).
- Lid van de commissie Nierfunctie-vervangende Behandeling, van de Gezondheidsraad (1972).
- Eerste voorzitter van de Subfaculteit der Geneeskunde (1975-1979).
- Lid van het Interfacultair Overleg Geneeskunde (1975-1979).
- Lid van het college van bestuur van de Rad)boud Universiteit (1979).
- Rector magnificus van de Radboud Universiteit (1979.
Leeropdracht
Inwendige Geneeskunde, in het bijzonder de NierziektenOpleiding
- 1941-1947 Middelbare school (Gymnasium bèta, St. Canisiuscollege, Nijmegen)
- 1947-1955 Universiteit (Geneeskunde, Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam)
- 1955-1960 Specialisatie Interne Geneeskunde (Opleider prof. dr. C.L.H. Majoor, UMC St. Radboud)
- 1961 Promotie (Katholieke Universiteit Nijmegen) Promotor: prof. dr. C.L.H. Majoor
- Titel proefschrift: het concentrerend en wateruitscheidend vermogen van de nieren in het bijzonder bij hyperthyreoidie (renal concentrating and water excreting capacity in hyperthyroidism)