Mieke Hoogkamp-Korstanje

Loopbaan Mieke Hoogkamp-Korstanje

1966 Utrecht

Van 1966 tot 1981 was Mieke Hoogkamp-Korstanje staflid en later wetenschappelijk hoofdmedewerker van de afdeling Medische Microbiologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1976 werd ze ingeschreven als specialist en aangesteld als hoofd afdeling Diagnostiek van het Laboratorium Medische Microbiologie en Infectieziekten in Utrecht. Daarnaast was ze wetenschappelijk hoofdmedewerker en consulent voor het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Haar samenwerking met prof. P. Mouton resulteerde in die periode in het eerste antibioticumbeleid voor het AZU en Kinderziekenhuis.

1980 Leeuwarden

Van 1980 to 1990 was Hoogkamp-Korstanje als arts-microbioloog verbonden aan het Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid in Friesland. Ze was toen ook staflid en arts-microbioloog bij het Medisch centrum in Leeuwarden. In die periode werkte ze als consulent voor ziekenhuizen in Leeuwarden en Sneek. Als hoofd van de afdeling diagnostiek heeft ze een netwerk opgebouwd met alle ziekenhuisapothekers, internisten, longartsen, chirurgen en huisartsen. Ook zette zij het antibioticumbeleid voor Friesland op. Daarnaast bouwde ze een samenwerkingsverband op met de universiteiten van Groningen, Hamburg, Würzburg en München voor onderzoek naar Lyme. Een ander netwerk dat zij mede oprichtte was met reumatologen in Nederland voor onderzoek naar Yersiniosis.  Friesland werd het referentielab in Nederland voor de diagnostiek van Lyme en Yersiniosis.

1991 Nijmegen

Als medeoprichter van de European Society for Paediatric Infectious Diseases (ESPID) (Europese Vereniging voor Infectieziekten bij kinderen) zette Hoogkamp-Korstanje zich in 1981 in voor de ontwikkeling van en onderwijs aan kinderartsen op het gebied van infectieziekten in Oostbloklanden en ontwikkelingslanden wereldwijd. Tijdens haar bestuursperiode is het specialisme Pediatric Infectious Diseases in Europa erkend als zelfstandig specialisme.

Per september 1991 werd zij benoemd tot hoogleraar en hoofd van de afdeling Medische Microbiologie. In  2003 legde zij deze functie neer. Naast onderzoek naar Lyme en Yersiniosis heeft zij vanaf 1980 fundamenteel en klinisch onderzoek gedaan met nieuwe antibiotica. In 1995 heeft ze een landelijk netwerk gevormd met 14 grote ziekenhuizen en universitaire klinieken in Nederland om resistentie tegen antibiotica te vervolgen. Dit onderzoek werd in 2000 door VWS en de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB) geadopteerd. Van 2003 tot 2013 was ze onderzoekscoördinator van SWAB voor het project Intra- en extramurale resistentie in Nederland.
 

1995 Nijmegen

In 1995 heeft ze samen met prof. N. Gonzalez uit Mexico de World Society for Pediatric Infectious Diseases (WSPID) opgericht; een federatie van de zes continentale verenigingen voor infectieziekten bij kinderen. Stichtingen werden gecreëerd voor low-budget landen. Ze is voorzitter van het fonds WSPID 2004 dat trainingsprogramma’s financiert voor collega’s in ontwikkelingslanden (onder andere scholing, congresbezoek, uitwisseling, stages). Haar wetenschappelijke output telt meer dan 575 publicaties. Ze heeft 39 promoties begeleid waarvan 32 in Nijmegen.