Loopbaan
Klaus König
1966
Zürich
Na zijn tandartsexamen en twee praktijkjaren in Bremen werkte Klaus König als onderzoeker, tandheelkundig-klinisch instructeur en docent aan de afdeling Conserverende Tandheelkunde en Parodontologie van de Universität Zürich. Zwaartepunten in zijn onderzoek hier waren de rol van voeding en fluoride in de preventie van tandcariës, en epidemiologisch bevolkingsonderzoek. In het onderwijs doceerde hij Orale Pathologie en Preventieve Tandheelkunde. Vanaf 1966 deed hij dat hier als bijzonder hoogleraar Conserverende Tandheelkunde.
1969
Nijmegen
In het najaar van 1968 werd König per januari 1969 benoemd tot gewoon hoogleraar tegelijkertijd in München en in Nijmegen. Hij koos voor Nijmegen. Hier werkte hij aan klinisch-epidemiologische onderzoeksprojecten met als doelstelling de gebitsgezondheid in Nederland te verbeteren. Als adviseur en (sinds 1970) lid van de Gezondheidsraad kreeg König er gezondheidsbeleidstaken bij en voegde de faculteit aan de leeropdracht het gebied Sociale Tandheelkunde toe.
Samen met collega prof. dr. A.J.M. Plasschaert zette König onderzoeksprojecten op zoals het periodiek Epidemiologisch Onderzoek Schooljeugd Den Haag (1969-1999) en het door het Preventiefonds gesubsidieerde project Ontwikkeling van Curricula Gezondheidsleer in het Basisonderwijs (GVO-Project, 1972-1986). Dit laatste project voerde hij uit in samenwerking met artsen, tandarts-epidemiologen, voedingsdeskundigen en gedragswetenschappers/pedagogen van het Hoogveld Instituut.
König schreef meer dan 300 artikelen in wetenschappelijke tijdschriften. Daarnaast publiceerde hij enkele hoofdstukken in studie- en handboeken, waaronder twee hoofdstukken in Preventieve Tandheelkunde (Bohn Stafleu van Loghum Boeken, 1996). In Nijmegen heeft hij 12 promovendi begeleid en 5 in het buitenland.