Loopbaan
Jo Slooff
1915
Utrecht
Na zijn middelbare school ging Jo Slooff naar de School voor Verlofsofficieren der Vesting-Artillerie als vaandrig-luitenant. In 1915 kreeg hij hiervan verlof voor zijn studie in Utrecht. Na zijn specialisatie vestigde hij zich als eerste kinderarts in Eindhoven en verbond hij zich als kinderarts aan het R.K. Binnenziekenhuis in Eindhoven.
Het specialisme Kindergeneeskunde kwam in deze jaren tot ontwikkeling. Slooff zette zich in voor de behandeling van de toen nog vaak voorkomende ernstige voedingsstoornissen onder zuigelingen, ernstige kinderziekten als difterie en kinkhoest en tuberculose bij het kind. Naar deze laatstgenoemde ziekte deed Slooff wetenschappelijk onderzoek en in verschillende landen verschenen zijn publicaties hierover.
1944
Nijmegen
Nadat het zuiden in 1944 was bevrijd, benoemde de koningin de professoren Slooff, Noyons en van Os tot lid van de voorlopige Commissie voor het Artsexamen voor het bevrijde gebied van Nederland, de zogenoemde Tijdelijke Academie. In 1950 werd hij gevraagd door de curatoren van de Radboud Universiteit bij de oprichting van de Medische Faculteit. Drie jaar later werd hij benoemd als eerste klinische hoogleraar aan deze faculteit.
In zijn eerste jaren in Nijmegen kreeg hij met zijn staf onderdak in de barakken op het terrein van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, samen met de polikliniek van hoogleraar Algemene Chirurg prof. Dr E. Moeijs. Hier zorgde Slooff voor zijn klinische en poliklinische patiënten. Als hoogleraar bouwde Slooff samen met zijn stafleden een volwaardige kinderkliniek op, met deelspecialismen als neuropediatrie, kindercardiologie en neonatologie. Hij nam ook de röntgendiagnostiek ter hand, hij doceerde en had opleidingstaken.
Daarnaast besteedde hij veel tijd en zorg om zijn uiteindelijke wens te realiseren: de bouw van een kinderziekenhuis waar alle kinderen verpleegd konden worden, ongeacht het behandelend specialisme. Vlak voor zijn emeritaat werd het kinderziekenhuis voltooid.
Ook het medisch onderwijs had zijn grote belangstelling. Zo zorgde hij ondermeer voor de introductie van Wijsbegeerte en Ethiek in het predoctorale medisch curriculum.
Slooff publiceerde regelmatig in het Maandschrift voor Kindergeneeskunde over tuberculose, bronchiëctasieën, spanningsemfyseem, pylorusstenose en over de nier bij leukemie. Ook trad hij vijfmaal op als promotor en leidde hij samen met zijn staf assistenten op tot kinderarts.