Loopbaan
Gerard van Os
1951
Lector Fysische en Anorganische Chemie
Na zijn promotie werd Gerard van Os leraar aan het St. Joriscollege te Eindhoven. Daarnaast was hij verbonden aan het R.K. Binnenziekenhuis ook in Eindhoven. In 1951 werd hij benoemd tot lector in de Fysische en Anorganische Chemie aan de pas opgerichte Medische Faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Zijn opdracht was het onderwijs in deze wetenschapsgebieden gestalte te geven in het kader van de opleiding van de medische studenten. Dit onderwijs moest vanuit het niets worden opgebouwd.
De universiteit begaf zich op een voor haar onbekend terrein met de introductie van het natuurwetenschappelijk onderwijs in de preklinische fase van de medische studie. Daardoor verbaasde het bureau van curatoren zich bijvoorbeeld over de voortdurende behoefte van het preklinisch instituut aan glaswerk, chemicaliën en andere laboratorium benodigdheden.
1960
Hoogleraar Fysische Chemie
Van Os startte al spoedig met het doen van onderzoek. Aanvankelijk betrof dit de verdere ontwikkeling van de papier-elektroforese. Daarnaast startte hij - hoe kon het ook anders gezien zijn achtergrond in de kolloϊdchemie - onderzoek naar de binding van metaalionen aan en ladingsfluctuaties op serumeiwitten. Dit onderzoek leidde eind jaren vijftig al tot een proefschrift. Omdat van Os als lector geen promotiebevoegheid had, vond de promotie plaats aan de Universiteit van Utrecht. In 1960 werd van Os benoemd tot hoogleraar in de Fysische Chemie aan de pas opgerichte faculteit Wiskunde en Natuurkunde.
Zijn opdracht was voorbereidingen te treffen voor de start van de studierichting Scheikunde. Samen met de hoogleraren van Melsen en Linskens vormde hij de benoemingscommissie die docenten voor deze opleiding moest aantrekken. Met deze docenten stelde hij het studieprogramma voor de studenten scheikunde vast. Dit proces verliep voorspoedig. Daarnaast kwamen de benodigde laboratoriumruimten spoedig beschikbaar. Daardoor kon al in 1962 met de opleiding worden begonnen.
Dankzij zijn geroemde didactische kwaliteiten kon Van Os moeilijke en perifere stof helder overbrengen aan medische studenten. Van Os richtte zich met zijn onderzoek vooral op het mechanisme van het functionele gedrag van biomacromoleculen. Zijn kennis van elektronica en apparatuurbouw droeg in hoge mate bij aan het succes van dit onderzoek. Onder zijn begeleiding kwamen 16 proefschriften tot stand. Hij was auteur of co-auteur van omstreeks 50 wetenschappelijke publicaties.