Cor Cremers
- Geboren: 8 juni 1945 (Heerlen)
- Benoeming: 1998
- Emeritaat: 2010
Loopbaan Cor Cremers
1972 Nijmegen
Al na zijn doctoraal Geneeskunde in 1972 startte Cor Cremers met zijn studies naar de oorzaken van erfelijk gehoorverlies bij kinderen. Het Instituut voor Doven ontving hem als onderzoeker. Tijdens zijn coschappen in het Radboudumc ontstonden contacten met andere families, die tot beschrijvingen in zijn proefschrift leidden. Na zijn artsexamen werkte hij acht maanden als arts-assistent Algemene Chirurgie bij het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (Nijmegen). Vervolgens werkte hij als arts-onderzoeker bij de afdeling Anthropogenetica (hoofd: prof. dr. S.J. Geerts) van de Radboud Universiteit, om zijn proefschriftstudie te voltooien.
1975 Nijmegen
Zijn opleiding tot KNO-arts startte in 1975 bij de KNO-afdeling van het Radboudumc. In 1976 verdedigde hij zijn proefschrift en drie jaar later werd hij geregistreerd als KNO-arts. Daarna bleef hij tot 2010 als staflid KNO-arts verbonden aan het Radboudumc. Hij werd in die periode benoemd tot universitair hoofddocent, chef de clinique en later hoogleraar.
1986 Nijmegen
In de periode 1986-1989 was hij lid van het directoraat klinieken van het Radboudumc. Zijn klinische en wetenschappelijke werk richtte zich vooral op de otologie, otoneurologie en otogenetica. Het opstarten en uitbreiden van de toepassingen voor (deels) implanteerbare hoortoestellen bracht de Nijmeegse Keel-Neus-Oorheelkunde wereldwijd gezien in de voorste gelederen. Hetzelfde geldt voor het werk op het gebied van de klinische en moleculaire otogenetica. De Nijmeegse otogenetische familiestudies vanwege (syndromaal) gehoorverlies bleken zeer geschikt voor genkoppelingstudies en latere gen-identificatie.
Cremers heeft meer dan 530 peer-reviewed publicaties in citation indexed wetenschappelijke tijdschriften op zijn naam staan. Daarnaast leverde hij ongeveer 130 bijdragen aan handboeken, leerboeken en compendia. Hij publiceerde tevens 13 boeken. Als coreferent, copromotor en vooral als promotor was hij betrokken bij 55 proefschriften (2013), die verdedigd zijn in Nijmegen, Groningen, Antwerpen, Leuven en Gent. Na zijn emeritaat ging hij door met het begeleiden van promovendi, afkomstig van de Nijmeegse KNO-afdeling of universitaire KNO-klinieken in het buitenland. Inmiddels zijn 8 van zijn oud-leerlingen/promovendi benoemd tot hoogleraar in de KNO-Heelkunde in Nederland, Vlaanderen, Engeland of de Filipijnen.
Onderscheidingen
- viermaal Guest of Honour bij een internationale wetenschappelijke bijeenkomst
- erelid van de Nederlandse Vereniging voor KNO-Heelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
- van de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Pediatrische Keel-, Neus- en Oorheelkunde
- Giovanni Piovani prijs (1977)
- ERE-Medaille van de Universiteit van Leuven (2010)
- 2de Anders Tjellstrom Award van de universiteit van Alberta, Canada (2004)
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (2009)
Leeropdracht
Keel-Neus-Oorheelkunde, in het bijzonder de otologieOpleiding
- 1958-1965 Middelbare school (Gymnasium B, St Willibrordus College, Zeist)
- 1965-1974 Universiteit (Geneeskunde, Katholieke Universiteit Nijmegen)
- 1975-1979 Specialisatie Keel-Neus-Oorheelkunde (UMC St Radboud, Nijmegen) Opleider: prof. dr. W.F.B. Brinkman
- 1976 Promotie (Katholieke Universiteit Nijmegen) Promotoren: prof. dr. S.J. Geerts en prof. dr. W.F.B. Brinkman
- Titel proefschrift: Hereditaire aspecten van vroegkinderlijke doofheid
- 1981 Fellow Neurotology (Royal London Hospital, Londen, Engeland) Opleiders: A. Morrison, T. King