Loopbaan
Chris van Weel
1973
Rotterdam
Na het behalen van zijn artsexamen, vestigde Chris van Weel zich als huisarts in een van de eerste wijkgezondheidscentra van Nederland: Gezondheidscentrum Ommoord. In die hoedanigheid werd hij opleider van coassistenten en assistenten in opleiding tot huisarts en gastdocent in onderwijs voor maatschappelijke gezondheidszorg (Erasmus Universiteit Rotterdam). Vanuit de praktijk zorgde hij voor multidisciplinaire samenwerking in de eerste lijn. Hij toetste de International Classification of Primary Care (ICPC) voor de populatie gezondheidssurveillance. Ook deed hij vanuit de dagelijkse praktijk promotieonderzoek naar preventie tijdens reguliere spreekuurcontacten: effectiviteit in termen van populatiebereik en medicalisering.
1985
Nijmegen
In 1985 werd Van Weel benoemd tot hoogleraar Huisartsgeneeskunde aan het Radboudumc in Nijmegen. Hier werd hij eind 1987 hoofd van de afdeling Huisartsgeneeskunde. Van 2008 tot aan zijn emeritaat (2012) was hij hoofd van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. In deze afdeling bracht hij een integratie tot stand van het onderzoek, onderwijs en vervolgopleidingen van diverse eerstelijns disciplines: huisartsgeneeskunde, public health, specialisme ouderengeneeskunde, bedrijfsgeneeskunde en geneeskunde voor mensen met verstandelijke beperkingen. Op basis van deze integratie werd het Koploperprogramma ontwikkeld. In dit programma wordt in de Nijmeegse regio zorgvernieuwing tot stand gebracht door het verbinden van eerste lijn, openbare gezondheidszorg, tweede lijn en welzijn. Onderdeel hiervan is de vorming van twee gezondheidscentra die aan de Radboud Universiteit zijn verbonden: UGC Heyendael en AGC Thermion.
1995
Nijmegen
Vanuit het onderzoek naar chronische ziekten in de huisartspraktijk (‘effectiveness of primary care’) richtte hij de KNAW-erkende onderzoekschool Netherlands School of Primary Care Research (CaRe) mee op, net als het onderzoekinstituut Nijmegen Centre of Evidence Based Practice (NCEBP). Van Weel heeft ruim 500 publicaties op zijn naam staan en begeleidde meer dan 65 promovendi.
Sinds zijn emeritaat is hij als hoogleraar Primary Health Care Research verbonden aan de Australian National University, Australian Primary Health Care Research Institute, in Canberra en houdt hij zich bezig met internationale samenwerking voor evidence-based health policy.