Loopbaan
Arnd Käyser
1956
Utrecht
Arnd Käyser werd in 1956 assistent bij de tandheelkundekliniek van de Rijksuniversiteit Utrecht (afdeling Kroon- en Brugwerk, onderdeel van Prothetische Tandheelkunde). Hij had van 1956 tot 1958 een eigen tandartsenpraktijk in Amersfoort, daarna in San Nicolas (Aruba) tot 1966.
1967
Nijmegen
Op verzoek van prof. Von Jessen keerde hij terug naar Nederland om in Nijmegen de afdeling Kroon- en Brugwerk, onderdeel van Prothetische Tandheelkunde, mede op te bouwen. In 1967 werd hij chef de clinique van die afdeling. In 1976 werd de afdeling Prothetische Tandheelkunde gesplitst, en werd Käyser benoemd tot lector. Hij werd hoofd van de afdeling Occlusie Opbouw. In 1980 volgde zijn benoeming tot hoogleraar.
1982
Nijmegen
Käyser deed onderzoek naar de gebitsfuncties bij verkorte tandbogen. Hij werd hierbij geïnspireerd door zijn klinische ervaringen uit zijn praktijk in Aruba; hij zag toen veel zeelieden met weinig geld en weinig tijd voor behandeling. Na zijn promotie over de verkorte tandboog volgden nog twee promoties hierover. Hij implementeerde het concept van de verkorte tandboog in het onderwijs, en droeg dit uit in binnen- en buitenland. In eerste instantie werd het concept mondiaal verworpen, maar uiteindelijk werd het door de hele tandheelkundige wereld positief omarmd. Käyser hield zijn oratie in 1982: Over occlusie.
Käyser bracht in het onderwijs ingewikkelde oplossingen voor tandheelkundige problemen terug tot ‘behapbare brokken’. Hij schreef leerboeken over de belangrijkste vakgebieden binnen de occlusie-opbouw, namelijk kroon- en brugwerk en partiële prothetiek. Deze werden op alle Nederlandstalige opleidingen Tandheelkunde gebruikt. Zijn boek Het gemutileerde gebit en de behandeling ervan door middel van kroon- en brugwerk (Stafleu & Tholen, Alphen a/d Rijn, 1980) werd vertaald in het Duits, Italiaans en Indonesisch. Hij verzorgde hoofdstukken in vier andere boeken, en zat in de redactie van enkele andere leerboeken, waaronder Prosthodontics met Õwal en Carlsson.
Zijn klinische werk was belangrijk voor Käyser. Jonge medewerkers van zijn afdeling werden door hem tijdens zijn patiëntenbehandeling klinisch bijgeschoold. Naast het onderwijs aan studenten had Käyser een grote inbreng in het Nijmeegse Post Academische Onderwijs Tandheelkunde.
Käyser publiceerde meer dan 75 wetenschappelijke artikelen en begeleidde 13 promovendi. In 1993 hield hij zijn afscheidscollege, getiteld: Hoeveel gebitselementen hebben we nodig?