Loopbaan
Ab van't Laar
1963
Nijmegen
In 1963 ging Ab van ’t Laar werken als wetenschappelijk hoofdambtenaar in het Radboudumc. Vier jaar later werd hij hoofd van de Polikliniek Inwendige Ziekten. Daarnaast werd hij in 1969 benoemd tot lector Inwendige Geneeskunde (hoogleraar A). Van ’t Laar vervulde deze functies tot 1980. Daarna werd hij hoofd van de afdeling Inwendige Ziekten en werd hij benoemd tot hoogleraar B.
1980
Nijmegen
Bij zijn benoeming tot hoofd van de afdeling Interne Geneeskunde in 1980 kreeg hij het mandaat om bij de opkomst van de deelspecialismen de eenheid binnen de inwendige specialismen te behouden, en zorg te dragen voor het voortbestaan van de afdeling algemeen interne geneeskunde.
Van 1977 tot 1979 was van ‘t Laar lid en vice-decaan van het Faculteitsbestuur. Van circa 1980 tot 1992 was hij tevens voorzitter van de artsexamencommissie. Dit omvatte onder meer de wekelijkse uitreiking van de artsenbul met telkens originele toespraken over actuele onderwerpen.
In zijn wetenschappelijke loopbaan ontwikkelde hij vier succesvolle en voor Nijmegen nieuwe onderzoekprogramma's: functionele buikklachten, diabetes mellitus, hypertensie en lipoproteïnen. Van ’t Laar begeleidde 25 promovendi, van wie er 10 later zelf hoogleraar werden in Nijmegen. Zijn wetenschappelijk onderzoek is beschreven in ongeveer 50 internationale publikaties.