Follow-up

Korte termijn

  • Tijdens de opname: Als uw kind is opgenomen op de afdeling wordt met u een vervolgscreening afgesproken. U krijgt hierover bericht en hoorrt wanneer de screening zal plaatsvinden.
  • Overplaatsing naar een ander ziekenhuis: Als uw kind wordt overgeplaatst naar een ander ziekenhuis en er moet nog een vervolgonderzoek plaatsvinden, dan geven we de gegevens en de termijn door aan het andere ziekenhuis voor het vervolgonderzoek.
  • Naar huis: Als uw kind naar huis gaat, maar nog gescreend moet worden, dan krijgt u daarvoor een afspraak mee voor de polikliniek Oogheelkunde. De polikliniekassistent ondersteunt uw kind tijdens het onderzoek op de polikliniek. Als deze afspraak niet kan doorgaan, moet op korte termijn een nieuwe afspraak gemaakt worden.

Langere termijn

Bij de meeste kinderen verdwijnt de ROP spontaan zonder behandeling. 6 maanden na de laatste ROP screening zal er nog een controle plaatsvinden. Milde ROP (maximaal stadium 1 of 2) hoeft niet extra door de oogarts gecontroleerd te worden. Het is wel belangrijk dat uw kind naar de standaard visusscreening van het consultatiebureau gaat op de leeftijd van 3 jaar en 9 maanden. Kinderen met ROP lopen namelijk een hoger risico om oogproblemen te ontwikkelen op de langere termijn, zoals een lui oog, (sterke) bijziendheid en scheelzien. Bij twijfels over de ontwikkeling van het zicht of scheelzien is eerder oogonderzoek nodig. Indien uw kind wel werd behandeld voor ROP zal er intensievere follow up zijn. Deze wordt door de oogarts per keer met u afgesproken. 


Wat is de ROP-screening?

Bij een klein aantal kinderen met ROP ontstaat een ernstige vorm die behandeld moet worden om blind- of slechtziendheid te voorkomen. Om die behandeling op tijd te kunnen uitvoeren is het belangrijk dat ROP in een vroeg stadium herkend wordt via een oogonderzoek. 


Welke kinderen worden gescreend op ROP?

U hoort van uw behandelend arts of we uw kind screenen op ROP.

lees meer

Welke kinderen worden gescreend op ROP?

  • Kinderen die bij hun geboorte minder dan 1250 gram wegen en geboren zijn na een zwangerschapsduur die korter is dan 30 weken.
  • Kinderen die bij hun geboorte tussen de 1250 gram en 1500 gram wegen en/of geboren zijn na een zwangerschapsduur tussen de 30 en 32 weken, EN die één van de volgende behandelingen/aandoeningen hebben gehad: 
    • beademing
    • sepsis (ernstige infectie)
    • necrotiserende enterocolitis (ontsteking van de darmen)
    • behandeling met medicijnen vanwege lage bloeddruk  
    • behandeling met corticosteroïden na de geboorte

Voorbereiding

Uw kind krijgt vanaf 1 uur voor de start van het onderzoek meerdere keren oogdruppels toegediend. Deze oogdruppels zorgen ervoor dat de pupillen wijd worden.

lees meer

Voorbereiding

Uw kind krijgt vanaf 1 uur voor de start van het onderzoek meerdere keren oogdruppels toegediend. Dit doet de verpleegkundige. Deze oogdruppels zorgen ervoor dat de pupillen wijd worden. Dit is nodig om het netvlies goed te kunnen zien. Door de oogdruppels kan de huid rondom de ogen wat verbleken en opzwellen. Dit verdwijnt vanzelf na een paar uur. Nadat de druppels zijn ingewerkt kan de oogarts het onderzoek starten. 


Het onderzoek

Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier. U mag bij uw kind blijven tijdens het onderzoek. De oogarts onderzoekt het oog op tekenen van ROP. Dit doet de oogarts door met een lampje in het oog te schijnen en met een loep naar het netvlies te kijken. 

lees meer

Het onderzoek

Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier. U mag bij uw kind blijven tijdens het onderzoek. Het onderzoek is voor de meeste ouders niet fijn om te zien, maar het kan voor uw kind prettig zijn als u er wel bij bent. Overleg daarom met de zorgverleners van de afdeling of u bij het onderzoek aanwezig zult zijn. De verpleegkundige assisteert tijdens het onderzoek en zorgt voor een comfortabele en goede positie van uw baby, vaak door middel van inbakeren. Ook krijgt uw kind sucrose in de wangzak voor het comfort. 

Tijdens het onderzoek gebruikt de oogarts een kleine oogspreider om het oog open te houden. Dit doet geen pijn, maar kan wel onprettig zijn. Om te voorkomen dat uw kind last heeft van de oogspreider geeft de oogarts vooraf verdovende oogdruppels. Meestal worden er ook foto’s van het netvlies gemaakt met een zogenaamde RETcam om de ontwikkeling van de bloedvaten vast te leggen en te vergelijken bij vervolgonderzoek.

De oogarts onderzoekt het oog op tekenen van ROP. Dit doet de oogarts door met een lampje in het oog te schijnen en met een loep naar het netvlies te kijken. Tijdens het onderzoek kan uw baby huilen door het felle licht. Sommigen kinderen krijgen een wat ruimere of net lagere hartactie. 


Na het onderzoek

Kinderen vinden het fijn als na het onderzoek het licht minder fel is en gedimd wordt. De uitslag bespreekt de kinderarts of oogarts met u. Ook krijgt u te horen wanneer de volgende screening plaatsvindt en of er een behandeling nodig is. Vaak vindt vervolgonderzoek 1 of 2 wekelijks plaats tot de uitgerekende datum (a terme) of tot een behandeling heeft plaatsgevonden.


Follow-up

Op korte en lange termijn vinden er verschillende vervolgonderzoeken plaats.

lees meer

Aandoening en behandeling


Prematurenretinopathie (ROP)

Prematurenretinopathie (ROP) is een afwijking aan het netvlies bij te vroeg geboren baby’s. ROP ontstaat meestal in de 5e tot de 7e week na de geboorte. Bij de meeste kinderen herstelt het netvlies vanzelf zonder dat er afwijkingen zichtbaar blijven.

lees meer

Behandeling Prematurenretinopathie (ROP)

Afhankelijk van de mate van doorgroei van de bloedvaten in het netvlies, de ernst van de ROP, de leeftijd en de algemene medische conditie van uw kind zijn er verschillende behandelingen mogelijk

lees meer

Meer informatie


Contact

Afdeling Oogheelkunde

Voor patiënten ma t/m vr 8.00 – 16.30 uur :
(024) 361 67 00

Voor specialisten en huisartsen
(024) 361 5104

Contact

Afdeling Neonatologie

Voor ouders:
(024) 361 38 60

Voor verwijzers:
06 53 18 88 54

Onze mensen

  • Medewerkers
  • Intranet