Onderzoek Hepatitis C onderzoek

Bloedonderzoek hepatitis C

Bij bloedonderzoek bepalen we de leverwaarden. Elke waarde heeft een eigen betekenis en geeft aan waar het probleem in de lever zit. Mensen met een hepatitis C infectie hebben vaak hogere leverwaarden (ALAT en ASAT). We onderzoeken of er antistoffen tegen het virus aanwezig zijn. Als er antistoffen aanwezig zijn, bepalen we de hoeveelheid virus in het bloed  en het genotype van het virus.

Bij een acute infectie duurt het ongeveer 1 tot 3 maanden voordat u antilichamen tegen het virus in uw bloed heeft. Heeft u een chronische hepatitisinfectie? Dan is het belangrijk dat we weten hoe erg de ontsteking is en hoeveel littekenvorming er is. Dit kan met een echo, fibroscan of leverbiopt.

Echo van de lever

Iedereen met een leverziekte krijgt een echo van de lever. Hiermee onderzoeken we verschillende eigenschappen van de lever, zoals: doorstroming van bloed, de aanwezigheid van gezwellen of cirrose en of er vocht in uw buik, galwegen en blaas zit.

Fibroscan

Met een fibroscan meten we hoe stijf uw lever is. Dit doen we met een apparaat dat we tegen uw huid leggen. Het is niet pijnlijk. Binnen één minuut meet het apparaat hoe erg de fibrose is. De oorzaak van de leverziekte kunnen we met een fibroscan niet ontdekken. Een fibroscan lukt niet altijd bij iedereen. Het is moeilijker bij mensen met een dikkere vetlaag of met vocht in de buik.

Leverbiopt

Het is erg belangrijk dat we weten hoe erg de leverziekte is. Vroeger onderzochten we dat vaak met het nemen van een leverbiopt. Hierbij neemt een arts een klein beetje weefsel van uw lever weg. De patholoog bekijkt dit onder een microscoop. Hij of zij ziet wat de oorzaak van de leverziekte is en wat de gevolgen (fibrose) zijn. Tegenwoordig wordt dit ingrijpende onderzoek vaak vervangen door een Fibroscan.