Hoe werkt het onderzoek?
Er kunnen verschillende redenen zijn om uw bloed te onderzoeken. De meest voorkomende onderzoeken naar bloed zijn:
Bloedbezinking (BSE)
Een BSE-test is de meest actieve voorkomende vorm van bloedonderzoek. Het dient om te controleren of er bij de patiënt ontstekingen actief zijn. Die kunnen het gevolg zijn van infecties (bacteriën, virussen), tumoren en auto-immuunziekten (reuma).
Uitslagen hiervan zeggen niets over de oorzaak. Het is daarom altijd noodzakelijk een BSE-test te bekijken in relatie met aanvullend onderzoek.
Bloedgassen
Het meten van bloedgassen vindt plaats om de verhouding zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) in het bloed te bepalen en het zuur-base-evenwicht (de balans van de pH-waarde van het bloed) te controleren. Dit gebeurt door een bloedmonster te nemen uit de slagader of de ader.
Een verstoord zuurstof-koolstofdioxide-evenwicht of verstoorde zuur-basebalans komt voor bij nier- en leverproblemen en bij longziekten zoals ontstekingen, longembolieën of ernstige (ademhalings-)spierzwakte, angst/hyperventilatie en vergiftigingen.
Hemoglobinegehalte (Hb)
Het hemoglobinegehalte (Hb) van het bloed geeft aan of er voldoende aanmaak en vulling is van rode bloedcellen. Hemoglobine is verantwoordelijk voor het zuurstoftransport in het bloed. Aangezien voor zowel lichamelijke als geestelijke inspanning een goede aanvoer van bloed vereist is, leidt een te laag hemoglobinegehalte tot vermoeidheid of problemen bij inspanning.