Patiëntenzorg Behandelingen Ziekte van Dupuytren

Wanneer opereren?

Wanneer u uw hand niet meer plat op een tafel kunt leggen of als de verdikkingen gevoelig worden, kunnen we de hand opereren. Tijdens de operatie verwijderen we het verdikte weefsel en maken we het vrij van omliggende vaten en zenuwen. Daardoor kunt u uw vingers weer beter strekken.

Voor de operatie

Voor de operatie heeft u een gesprek met de chirurg over uw gezondheid en medicijngebruik. U moet de dag van de ingreep nuchter zijn en u mag geen bloedverdunners gebruiken. De arts vertelt u wanneer u daarmee moet stoppen. lees meer

Voor de operatie

Voor de operatie heeft u een gesprek met de plastisch chirurg over uw algehele gezondheid en medicijngebruik. Als u bloedverdunners gebruikt overlegt de chirurg met uw huisarts of cardioloog of u hier tijdelijk mee moet stoppen. 

Op de dag van de operatie moet u vanaf 00.00 uur nuchter blijven. Roken is slecht voor de wondgenezing. Daarom adviseren we u 6 weken voor en 6 weken na de operatie niet roken. Voor overige instructies heeft u 2 dagen voor de opname contact met de afdeling Plastische Chirurgie.
 

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.


De operatie

Een verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. Uw arm wordt verdoofd door een injectie in de oksel. Via een zigzagsnede in de huid verwijdert de chirurg het verdikte weefsel. De ingreep duurt 1 à 2 uur. lees meer

De operatie

Een verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. U gaat op de operatietafel liggen en legt uw arm op een speciale armtafel. De chirurg verdooft uw arm met een injectie. We maken het operatiegebied schoon en dekken het af met steriele doeken. De chirurg maakt een zigzagsnede in uw huid en verwijdert het verdikte weefsel. Soms is een stukje huid uit uw onderarm of lies nodig om de wond te sluiten. Vervolgens hechten we de wond en pakken we de hand in met een lichtdrukkend verband. De operatie duurt 1 à 2 uur.

Na de ingreep

Als het nodig is, krijgt u extra pijnstilling. Als u zich goed voelt, mag u een paar uur na de operatie weer naar huis. Om uw hand hoger te houden dan uw elleboog, krijgt u een draagband of –doek om. lees meer

Na de ingreep

Enkele uren na de operatie is de verdoving uitgewerkt. Als het nodig is, krijgt u extra pijnstilling. Als u zich goed voelt, mag u een paar uur na de operatie weer naar huis. Om uw hand hoger te houden dan uw elleboog, krijgt u een draagband of –doek om (sling of mitella).

Thuiskomst

Het is belangrijk dat uw hand rust krijgt. Thuis mag de draagband of –doek af, maar u moet uw hand wel hooghouden. Leg daarom een kussen onder uw arm als u zit of slaapt. Het drukverband mag er na 48 uur af. De pleister moet wel blijven zitten. Door regelmatig uw schouder, elleboog en vingers te bewegen voorkomt u stijfheid. Als u pijn heeft, mag u maximaal 4 keer per dag 1.000 mg paracetamol nemen.
Tijdens de controle verwijderen we de pleister en hechtingen. Het kan zijn dat de wond nog niet helemaal dicht is. U kunt het litteken verzorgen met een vette crème, zoals vaseline of calendulazalf.

Risico's en complicaties

Complicaties na deze ingreep komen weinig voor en zijn goed te behandelen. Zo kan door de operatie een bloeduitstorting of een infectie optreden. Ook kan de ziekte van Dupuytren terugkomen. lees meer

Risico's en complicaties

Complicaties komen weinig voor en zijn goed te behandelen. Zo kan door de operatie een bloeduitstorting of een infectie optreden. Soms duurt het soms lang voor de wond genezen is of blijft deze gevoelig. Littekens kunnen verdikt zijn. Als de chirurg tijdens de operatie een bloedvat of zenuw raakt, kan het zijn dat uw vingers niet goed doorbloed worden of dat u minder gevoel in uw vingers heeft. Als dit gebeurt, zal de chirurg het bloedvat of de zenuw herstellen. Tenslotte kan de ziekte van Dupuytren terugkomen. 

Kosten van de ingreep

In vrijwel alle gevallen vergoedt de zorgverzekeraar de kosten.

Contact

Polikliniek
(024) 361 95 94

Verpleegafdeling
(024) 361 40 14

Team Plastische Chirurgie

Ons team bestaat uit specialisten van verschillende disciplines.


Afdeling Plastische Chirurgie

De afdeling Plastische Chirurgie houdt zich bezig met herstel van vorm en functie van een lichaamsdeel. Het gaat om correctie van aangeboren of verkregen afwijkingen en verminkingen of gebreken.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet