Behandeling Vitrectomie bij maculapucker

Voor de ingreep

Voorafgaand aan de ingreep heeft u een intakegesprek met de verpleegkundige. Hij of zij bespreekt uw gezondheid en medicijngebruik en geeft u informatie over de ingreep. U bespreekt de operatiedag, controle en de nabehandeling thuis. Als u onder algehele verdoving wordt geopereerd, maken we ook een afspraak met de polikliniek Anesthesiologie. We proberen dit op dezelfde dag in te plannen, zodat u hier niet voor terug hoeft te komen.

Ook geeft de verpleegkundige u praktische informatie voor als u weer thuis bent na de ingreep. Als u voor of na de ingreep in een hotel in de buurt wil overnachten, kan hij of zij hier ook informatie over geven.

De ingreep

De ingreep duurt inclusief de voorbereiding ongeveer 2 uur. Als we de behandeling onder algehele narcose uitvoeren dan gaat de operatie via de dagbehandeling en is het verblijf ongeveer 4 uur.
Meestal doen we deze ingreep onder plaatselijke verdoving

Tijdens de operatie verwijderen we eerst het glasvocht uit het oog. Dit noemen we een vitrectomie. Hierna verwijderen we het puckerweefsel van de macula. Soms ontstaat er tijdens de operatie een scheurtje in het netvlies of laat het netvlies los. Dan zetten we het netvlies extra vast met laser. Soms kiezen we ervoor om lucht, gas of olie in het oog achter te laten. Lucht of gas lost vanzelf binnen enkele weken op. Olie verwijderen we na enkele maanden operatief. Soms behandelen we het netvlies tijdens de operatie preventief met een laser, om de kans op een netvliesloslating na de operatie te verkleinen.

Na de ingreep

Na de operatie krijgt u van de verpleegkundige instructies en een recept voor oogdruppels. U begint de ochtend na de operatie met de oogdruppels. U mag zelf het oogverband en kapje verwijderen. Het verband mag iets rood gekleurd zijn.

Na de operatie kunt u niet zelf autorijden. We adviseren u om een begeleider mee te nemen die u naar huis brengt. De dag na de operatie komt u op de polikliniek voor controle. De arts kijkt uw oog na en we maken een afspraak voor de volgende controle. U kunt met uw arts overleggen of dit misschien bij uw eigen oogarts in uw woonplaats kan. U krijgt tijdens de controles pupilverwijdende oogdruppels, waardoor uw zicht minder is. U mag daarom ook na de controles niet zelf autorijden.

Bij de operatie laten we gas, lucht of olie in uw oog achter. Om deze gas-, lucht- of oliebel na de operatie op de juiste plaats tegen het netvlies te laten drukken, kan het dat de oogarts u voor enige tijd een houdingsvoorschrift meegeeft. Om uw oog te beschermen tegen stoten en wrijven, adviseren wij u om gedurende een week overdag uw (zonne)bril en 's nachts het kapje te dragen.

Resultaat en complicaties Wat kunt u verwachten?

In ongeveer 95% van de gevallen lukt het om de maculapucker goed te verwijderen. Bij 80% van de patiënten is de vervorming van het beeld minder. De kans dat uw gezichtsvermogen na de operatie verbetert is 50% tot 70%. Bij 25% tot 45% van de operaties is er geen verbetering van het gezichtsvermogen. Bij 5% tot 15% verslechtert het gezichtsvermogen na de operatie.

De kans dat het gezichtsvermogen volledig herstelt is klein. Vaak blijft enige vertekening over. Het eindresultaat hangt onder andere af van de ernst van de pucker, hoe lang de pucker al bestaat en het gezichtsvermogen voor de operatie. We kunnen het eindresultaat vooraf niet voorspellen. Het herstel van de macula verloopt langzaam, dit kan enkele maanden tot een jaar duren.

Klachten

• Enige irritatie of roodheid is normaal. Meestal verdwijnt dit na verloop van tijd.
• Het kan voelen alsof er iets in uw oog zit. Vaak komt dit door de hechtingen. Deze lossen na enige tijd vanzelf op.
• Na de narcose kunt u hoofdpijn hebben. Dit trekt meestal vanzelf weg. Hoofdpijn, meestal in combinatie met een pijnlijk oog en misselijkheid, kan wijzen op een veel te hoge oogdruk. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de oogzenuw met uitval van het gezichtsveld. Neem bij deze klachten contact op met de polikliniek Oogheelkunde.
• Als er een gas- of luchtbel in het oog zit, kunt u met het geopereerde oog weinig zien. Ook bij olie in het oog is de gezichtsscherpte minder. Als uw zicht plotseling minder wordt, moet u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde.
• Na de operatie kunt u door de verdoving enige tijd dubbelzien. Dit gaat vanzelf over.
• U kunt last hebben van een vervormd beeld. Het herstel van de beeldvervorming kan maanden tot een jaar duren.
• Door de operatie en het gebruik van pupilverwijdende druppels, kan de pupil langere tijd wijd blijven. Hierdoor is uw zicht minder en kunt u last hebben van licht. In het algemeen herstelt zich dit.
• Veranderde brilsterkte. Door de operatie verandert de brilsterkte. De brilsterkte is meestal na 2 tot 3 maanden stabiel. Daarom raden we u aan pas na 3 maanden een nieuwe bril te laten aanmeten.

Complicaties

• Als u nog niet aan staar bent geopereerd, zal staar zich na de operatie sneller ontwikkelen. Binnen een paar maanden tot jaren na de operatie kunt u een staaroperatie nodig hebben.
• In een klein aantal gevallen laat het netvlies na de operatie los. Een tweede operatie is dan nodig.
• Als ook het midden van het netvlies (de macula) heeft losgelaten, blijft uw zicht meestal verslechterd.
• Soms kan er na de operatie een bloeding in het oog ontstaan. Deze bloeding lost meestal vanzelf weer op.
• Zoals bij alle operaties is er een kleine kans op een infectie.

Met spoed contact opnemen

Bij onderstaande problemen moet u meteen contact opnemen:

• Plotselinge verslechtering van het zicht en/of gezichtsveld
• Zien van meer (zwevende) vlekjes en/of lichtflitsen
• Pijnlijk rood oog gecombineerd met flinke hoofdpijn en misselijkheid.

Telefoonnummer: 024 - 361 67 00
Buiten kantooruren en in het weekend: 024 - 361 41 87.