Behandeling Totale parenterale voeding (TPV) via een PICC

De behandeling Wat kunt u verwachten?

Voor de behandeling

Voorafgaand aan de behandeling wordt u opgenomen op een verpleegafdeling van het ziekenhuis of op de dagopname van de afdeling Radiologie. Hier krijgt u een OK-jasje aan. In sommige gevallen is het nodig om voor de behandeling te stoppen met bepaalde medicatie. Uw arts bespreekt dit met u.  

Verloop van de behandeling

Een radioloog brengt de PICC in. Het inbrengen gebeurt in een steriele omgeving. Uw arm wordt gedesinfecteerd en vervolgens afgedekt onder een steriele doel. Om de behandeling zo comfortabel mogelijk te laten verlopen, krijgt u lokale verdoving van de huid. Met behulp van echografie wordt door het verdoofde gebied een geschikte ader in de bovenarm aangeprikt. Via deze opening van enkele millimeters wordt de PICC tot vlak boven het hart ingebracht. Met een de röntgenfoto controleren we de positie van de PICC. Om stolselvorming rondom en in de PICC te voorkomen, wordt hij doorgespoten met natriumchloride (NaCl) vloeistof. Als laatste wordt de PICC met een speciale pleister op uw huid bevestigd. De behandeling duurt een half uur tot een uur.

Verzorging en leefregels

U heeft bijna geen last van de katheter. Na gebruik van de PICC wordt deze doorgespoten en afgesloten. Ook als de PICC langere tijd niet meer gebruikt wordt, moet dit toch 1 keer per week gebeuren. Dit kunt u niet zelf. Hiervoor schakelen we de thuiszorg in of eventueel uw mantelzorger.

U kunt met de PICC douchen als hij afgeplakt is, maar baden en zwemmen raden we af.

Leefregels

• U mag gewoon douchen, maar de insteekplaats mag niet nat worden. U kunt hiervoor huishoudfolie of een plastic zak gebruiken.
• U mag niet in bad, gaan zwemmen of gebruik maken van de sauna vanwege een verhoogd  risico op infectie.
• U mag niet te zwaar tillen.
• Sporten en bewegen is toegestaan, als u oppast bij sporten waarbij u uw arm zwaar belast of hoog boven uw schouders beweegt (bijvoorbeeld tennis, squash of gewichtheffen).

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.

Na de behandeling Waar moet u rekening mee houden?

Het inbrengen of hebben van een PICC kan complicaties opleveren.

Op korte termijn:

• matig bloedverlies bij de uittredeplaats
• bloeduitstorting (blauwe plek)
• pijn bij de uittredeplaats
• ontsteking van de ader

Op lange termijn:

• ontsteking bij de uittredeplaats of infectie in de bloedbaan (als gevolg van bacteriën die via de katheter in de bloedbaan zijn gekomen)
• verstopping van de katheter door een bloedpropje of TPV
• spontane verplaatsing van de katheter

Contact opnemen

In de volgende gevallen moet u direct contact opnemen (024) 361 91 90, toets 2. In overleg met de arts bepalen we of u langs moet komen of moet worden opgenomen. 

• Als de PICC beschadigd is. Sluit hem in dat geval af met behulp van het klemmetje (als die aanwezig is, anders met de door de TPV-verpleegkundige aan u meegegeven kocher). 
• Als u koorts (een temperatuur boven de 38,5 graden) en/of koude rillingen krijgt.
• Als er uit of bij de insteekopening vocht of pus vrijkomt of als de insteekopening rood ziet en/of pijnlijk/drukgevoelig is.
• Als de PICC-lijn niet meer doorgankelijk is.
• Als de PICC-lijn naar buiten lijkt te schuiven. Probeer de PICC-lijn niet zelf terug te schuiven, fixeer de PICC-lijn met een extra stuk pleister op de arm.
• Als u pijn heeft in de nek, arm of tussen de schouderbladen tijdens de toediening van vloeistoffen via de PICC-lijn.

Vragen

Met vragen kunt u altijd terecht bij de arts of TPV-consulenten van het Darmfalen team. Aarzel niet om contact op te nemen.