Wat is een Hickmankatheter?
Een Hickmankatheter is een getunnelde centraal veneuze katheter. Dat wil zeggen dat de katheter eerst een gedeelte onder de huid door loopt (de tunnel) voor hij in een groot bloedvat direct naar uw hart gaat.
lees meerWat is een Hickmankatheter?
Een Hickmankatheter is een getunnelde centraal veneuze katheter. Dat wil zeggen dat de katheter eerst een gedeelte onder de huid door loopt (de tunnel) voor hij in een groot bloedvat direct naar uw hart gaat. Dit bloedvat heeft een grote stroomsnelheid. Met een Hickmankatheter dienen we voeding direct in uw bloedbaan toe. De Hickmankatheter is een lang hol slangetje van siliconen. De katheter heeft na het inbrengen een deel dat buiten en een deel dat in uw lichaam zit. Het binnenste deel loopt in een tunneltje onder uw huid naar een ader toe.
Het deel dat buiten uw lichaam zit
Dit deel kunnen we afsluiten met een dopje, of aansluiten aan een infuuslijn. Op dit slangetje zit een klemmetje waarmee het open en dicht kan worden gezet.
Het deel dat in uw lichaam zit
Het eerste deel van de katheter in uw lichaam loopt ongeveer 10 cm onder uw huid door. We noemen dit de tunnel. Dat deel heeft een verdikking van ongeveer 1 cm breed van wit viltachtig materiaal. Dit noemen we de cuff. Deze cuff groeit binnen 3 weken vast in uw huid. Daardoor blijft de katheter op zijn plaats zitten, ook als de hechtingen verwijderd zijn. Verder voorkomt het dat bacteriën via de tunnel in het bloedvat binnen kunnen komen. Een stukje voorbij de cuff gaat de katheter een groot bloedvat in, meestal in de hals, net onder het sleutelbeen of in uw lies.
Contact
Stuur een bericht via mijnRadboud of neem telefonisch contact op
Maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. De secretaresse plant dan een belafspraak in.
(024) 361 9190
contact
De behandeling
De interventieradioloog brengt de katheter in via twee sneetjes. U wordt voor de ingreep plaatselijk verdoofd.
lees meerVerzorging
U heeft bijna geen last van de katheter. Met wat extra aandacht hoeft u uw levensstijl niet te veranderen. De TPV-verpleegkundige leert u om zelfstandig met de katheter om te gaan als u dat wilt. Hiervoor krijgt u een duidelijke instructie en protocollen. Als u de verzorging niet zelf kan doen, wordt een mantelzorger of de thuiszorg ingeschakeld. Om complicaties te voorkomen is het belangrijk dat iedereen die met de katheter werkt zich aan dezelfde regels houdt.
-
Als de hechtingen verwijderd zijn, kunt u de uittredeplaats dagelijks schoonmaken met water en vloeibare zeep.
lees meer
Uittredeplaats
Direct na het inbrengen van de katheter dekken we de uittredeplaats af met een doorzichtige vochtbestendige pleister. Hiermee mag u douchen. De uittredeplaats blijft afgeplakt tot de cuff is vastgegroeid. Dit duurt ongeveer 3 weken. Dan mogen de hechtingen verwijderd worden. Tot die tijd moet de uittredeplaats elke 4 dagen schoongemaakt worden en de doorzichtige pleister worden vervangen. Dit moet vaker als de uittredeplaats bloedt.
Als u de verzorging van de uittredeplaats niet zelf kunt, schakelen we thuiszorg in. Als de hechtingen verwijderd zijn, kunt u de uittredeplaats dagelijks schoonmaken met water en vloeibare zeep. Gebruik dagelijks een schoon washandje en een schone handdoek. U kunt gewoon douchen, baden en zwemmen in chloorbaden of de zee. Bij het baden of zwemmen raden we aan de uittredeplaats af te plakken met een doorzichtige vochtbestendige pleister.
Als er korstjes ontstaan, houd ze schoon en droog tot ze er vanzelf afvallen. Ga niet pulken. Als de uittredeplaats rood, dik, pijnlijk wordt of als de cuff of viezigheid naar buiten komt, meld dit bij de TPV-verpleegkundige.
-
Na gebruik spuit u de Hickmankatheter door en sluit u hem af.
lees meer
Doorspuiten
Na gebruik spuit u de Hickmankatheter door en sluit u hem af. Ook als u hem niet gebruikt, moet u hem 1x per week doorspuiten. Dit voorkomt bacteriegroei in de katheter en verstopping door een bloedstolsel. Overleg hierover met uw TPV-verpleegkundige.
Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meerLokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.
Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.
Bijwerkingen
Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.
Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.
Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.
Na de verdoving
Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.
Na de behandeling
Bij gebruik van de Hickmankatheter kunnen complicaties optreden. Hier leest u wanneer u direct contact op moet nemen met het ziekenhuis.
lees meerNa de behandeling
Bij gebruik van de Hickmankatheter kunnen complicaties optreden. Neem in de volgende gevallen direct contact op met het ziekenhuis:
- Als u koorts (boven 38.5) heeft of koude rillingen krijgt.
- Als de katheter beschadigd is en er bijvoorbeeld een gaatje of een barst in de katheter ontstaat. Sluit dan direct de katheter af met het klipje of met een kocher (met gaasje er tussen) die u van de TPV-verpleegkundige heeft gekregen. Plaats het klipje tussen het gaatje en de uittredeplaats. Pak het gaatje in met steriele gazen.
- Als u bij het doorspuiten merkt dat het niet zo makkelijk gaat zoals anders of als het helemaal niet meer gaat. Ga niet zelf experimenteren of veel kracht zetten zonder overleg met de TPV-verpleegkundige.
- Als er uit of bij de uittredeplaats vocht of pus vrijkomt of als de uittredeplaats rood ziet of pijnlijk is.
- Als de katheter naar buiten lijkt te schuiven. De cuff wordt dan zichtbaar. Probeer nooit de katheter terug te schuiven. Deze is dan namelijk besmet met bacteriën van uw huid.
Contact opnemen
Bel in bovenstaande gevallen naar (024) 361 91 90. In overleg met de arts bepalen we of u langs moet komen of moet worden opgenomen.
Moet u naar het ziekenhuis komen? Neem dan in ieder geval mee:
- lijst met de medicijnen die u nu gebruikt, deze lijst kunt u bij de apotheek krijgen
- kleren en toiletartikelen voor als we u moeten opnemen
- de TPV-pomp en oplader
Vragen
Met vragen kunt u altijd terecht bij de arts of TPV-consulenten van het Darmfalen team. Aarzel niet om contact op te nemen.