Behandeling Tioguanine (Lanvis) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Werking en gebruik

Werking

Bij inflammatoire darmziekten zetten we azathioprine en 6-mercaptopurine als afweeronderdrukkende medicijnen in. Ongeveer 20 procent van de patiënten kan deze middelen niet goed verdragen. Als vervanger kan uw arts tioguanine voorschrijven. Dit werkt op dezelfde manier als azathioprine. In hoge dosering is dit een cytostaticum. Dit betekent dat het de groei van cellen remt en snelgroeiende, woekerende cellen doodt. In een lage dosering heeft dit medicijn een gunstig effect op de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. De dosering van tioguanine is bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa lager dan bij de behandeling van kwaadaardige aandoeningen. Hierdoor komen de bijwerkingen ook minder vaak voor en zijn ze milder.

Gebruik

Als het nodig is, krijgt u een recept voor een tablettensplitter (tablettensnijder) en latex-handschoenen. Capsules tioguanine van 20 mg kunnen in de apotheek worden gemaakt en hoeft u niet te splitsen. Was voor het gebruik van tioguanine uw handen en droog ze af. Trek latex handschoenen aan en neem de tioguanine uit de verpakking. Breek de tabletten niet door, maar halveer ze met de tablettensplitter. Neem de halve tablet zonder te kauwen in met een half glas water. Trek de handschoenen uit en was uw handen opnieuw. Neem dit medicijn bij voorkeur in op een lege maag, dus tot een half uur voor of vanaf een uur na een maaltijd. Het medicijn kan minder goed werken als u het tegelijk met eten inneemt. Neem geen dubbele dosis om een vergeten tablet in te halen. Laat de gemiste dosering achterwege.

Bijwerkingen

Tioguanine kan schadelijk zijn voor uw leverfunctie en voor de aanmaak van de bloedlichaampjes. Voor aanvang van de behandeling nemen we daarom bloed bij u af om uw leverfunctie en de aanmaak van bloedlichaampjes te controleren. Tijdens de behandeling controleren we uw bloed regelmatig.

Mogelijke bijwerkingen

De belangrijkste bijwerkingen kunnen zijn:

• infecties
• bloedingen
• leverbeschadiging
• verlies aan eetlust
• misselijkheid
• diarree
• buikpijn
• ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm
• Daarnaast kunt u een verhoogde kans hebben op infecties en bloedingen, zoals bloedneuzen. Deze bijwerkingen ontstaan doordat uw lichaam minder witte bloedcellen en minder bloedplaatjes aanmaakt.

Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts:

• onverklaarbare koorts of keelpijn
• blaasjes in uw mond en keel
• bloedneuzen
• onderhuidse bloedinkjes
• onverklaarbare blauwe plekken

Soms is het nodig om de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. De arts controleert uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig. Door het tekort aan witte bloedcellen kunt u ook sneller infecties door virussen, bacteriën of schimmels krijgen. Neem altijd contact op met uw arts bij infecties als verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties. Waarschuw uw arts bij een gele verkleuring van uw huid en oogwit en pijn bovenin uw buik. Om beschadiging te voorkomen, controleert uw arts uw leverwerking regelmatig. Als u met dit medicijn stopt, kan uw lever weer herstellen.

Zelden voorkomende bijwerkingen

• Maagdarmklachten, zoals verlies aan eetlust, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, maagpijn en zuurbranden. Deze bijwerkingen ontstaan door een ontsteking van de slijmvliezen van uw slokdarm, maag en darmen. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Als u moet overgeven, waarschuw dan uw arts. Neem bij ernstige buikpijn contact op met de arts of verpleegkundige.
• Een pijnlijke mond, tong of keel. Deze bijwerkingen ontstaan door een ontsteking van de slijmvliezen van uw mond en keel. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en na het innemen van de tabletten. Verzorg uw gebit extra goed door een een paar keer per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met lauw water of een desinfecterende mondspoeling. Heel soms kunt u ook last krijgen van een slechter gevoel in uw handen en voeten, of van een onzeker of onvast gevoel tijdens het lopen.

Neem contact op met uw verpleegkundige of arts als u te veel last heeft van 1 van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen, zodat de bijwerkingen verminderen. De arts kan ook een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen. Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Heeft u andere bijwerkingen dan die hierboven staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.