Wat is scoliose?

De wervelkolom is een soort ketting van botjes (wervels) die door je rug loopt. Hij begint boven in je nek en loopt helemaal door tot aan je stuitje. De schouderbladen, de ribben en het bekken zitten aan de wervelkolom vast. Ook veel belangrijke spieren zitten er aan vast.

De wervelkolom bestaat uit 26 wervels. Ze passen als puzzelstukjes bovenop elkaar. Je hebt allerlei verschillende wervels:

  • zeven nekwervels,
  • twaalf borstwervels,
  • vijf lendenwervels,
  • een heiligbeen
  • een staartbeentje (stuitje).

Tussen elke twee wervels zit een schijf van zachter materiaal (een tussenwervelschijf). Dat is een soort schokdemper. Het zorgt ervoor dat je wervels niet zo snel slijten en dat ze soepel kunnen bewegen. De wervelkolom is beschermend voor  het ruggenmerg. Het ruggenmerg is een lange zenuwkabel. Vanuit het ruggenmerg groeien zenuwwortels naar de rest van het lichaam. Als je scoliose hebt, zijn je ruggenwervels vergroeid. Daardoor heb je een abnormale bocht in je rug. Die bocht loopt naar links of rechts (figuur 1). Op een röntgenfoto kan je die bocht goed zien. Als je groeit, kan deze bocht erger worden. Je kunt dan klachten krijgen, bijvoorbeeld pijn of moeite met ademhalen als de bocht extreem groot is.

Figuur 1.

Patiëntenzorg Behandelingen Scoliose correctie bij kinderen

Over scoliose correctie bij kinderen

Je komt in ons ziekenhuis voor een operatie aan je rug. Tijdens de operatie probeert de dokter de bocht in je wervelkolom (je ruggegraat) zoveel mogelijk recht te maken. Dat heet een spondylodese - operatie. De chirurg maakt een wond op de rug of op de zijkant van de borstkas. lees meer

Over scoliose correctie bij kinderen

Je komt in ons ziekenhuis voor een operatie aan je rug. Een scoliose is een zijwaartse bocht van de wervelkolom. Als je groeit, kan deze bocht erger worden. Je kunt dan klachten krijgen, bijvoorbeeld pijn of moeite met ademhalen als de bocht extreem  groot is. Tijdens de operatie probeert de dokter de bocht in je wervelkolom (je ruggegraat) zoveel mogelijk recht te maken. Dat heet een spondylodese - operatie.  De plaats van de bocht bepaalt hoe de operatie bij jou er uit gaat zien.

De operatie kan op twee manieren plaatsvinden:
  • via je rug (aan de achterkant);
  • via je borstkas (via de voorkant/zijkant).

De operatie

De chirurg maakt een wond op de rug of op de zijkant van de borstkas. Tijdens de operatie maakt hij de bocht in jouw wervelkolom zo recht mogelijk. De wervelkolom wordt vastgezet met behulp van titanium staven en schroeven. De chirurg plaatst bot van jezelf of donorbot langs de wervelkolom. Dit zorgt ervoor dat alles stevig vast groeit.

Figuur 1: scoliose vóór de operatie. 

Figuur 2: scoliose na de operatie            

Als de operatie klaar is, legt de chirurg een slangetje (wonddrain) in de wond. Dit slangetje voert het wondvocht af. Het wondvocht komt dan in een opvangpot. Als de operatie via de voorkant/zijkant wordt gedaan, dan opent de chirurg de borstkas. Hierbij klapt één long tijdelijk in. Als de borstkas na de operatie weer dichtgehecht is, krijgt de long zijn normale vorm terug. Om de long hierbij een beetje te helpen, gebruiken we een zuigslang (thoraxdrain). Die komt in de borstkas en blijft minstens 2 dagen zitten. Hierna wordt de wond gehecht.
 

Wat is scoliose?

Als je scoliose hebt, zijn je ruggenwervels vergroeid. Daardoor heb je een abnormale bocht in je rug. Die bocht loopt naar links of rechts.

lees meer

Behandeling Anesthesie bij kinderen

Als uw kind een behandeling of onderzoek onder anesthesie krijgt is het belangrijk om hem/haar goed voor te bereiden.

lees meer

Voor de operatie

Om goed te kunnen zien wat het resultaat van de operatie is, maken we röntgenfoto’s van je rug. Daarnaast heb je een afspraak op de poli anesthesie. lees meer

Voor de operatie

Röntgenfoto’s

De orthopedisch chirurg heeft samen met jou en je ouders/verzorgers besloten dat een operatie nodig is. Om goed te kunnen zien wat het resultaat van de operatie is, maken we röntgenfoto’s van je rug. We maken die voor de operatie en na de operatie. Zo zien we wat het verschil is.

Poli anesthesie

Een tijdje vóór de operatie aan je rug, heb je een afspraak op de poli anesthesie. Op deze poli willen we van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:
  • welke ziektes je hebt gehad
  • of je koorts hebt
  • of je verkouden bent.
Soms meten we je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dat doet geen pijn. Meestal nemen ze wat bloed af om te onderzoeken. We bespreken met jou en je ouders:
  • hoe het gaat als je onder narcose gaat
  • hoe jij de narcose krijgt
  • hoe we je kunnen helpen als je pijn hebt of bang bent.
Alsde chirurg het nodig vindt, heb je ook nog afspraken bij andere zorgverleners zoals de kinderarts. Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Je voelt niks van de operatie. We noemen dit slapen, maar eigenlijk is het geen gewone slaap. Als je onder narcose bent, kun je namelijk niet uit jezelf wakker worden. Als je tegen de narcose op ziet, vertel dat dan tegen de anesthesioloog. Op de poli krijg je meer informatie over de narcose, die je ook thuis nog na kunt lezen.

De slaapdokter

De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt er ook voor dat je weer wakker wordt als de ingreep klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.
 

Voorbereiding en begeleiding voor ouders

Een goede voorbereiding op de opname in het ziekenhuis is belangrijk. Kinderen weten dan wat ze kunnen verwachten. lees meer

Voorbereiding en begeleiding voor ouders

Een goede voorbereiding op de opname in het ziekenhuis is belangrijk. Kinderen weten dan wat ze kunnen verwachten. Met kleine kinderen kunt u vooraf praten over pijn, over verdrietig zijn en over wat bijvoorbeeld een narcose is. Ook kunt u uitleggen wat een ziekenhuis is, dat uw kind er een aantal nachtjes blijft slapen maar daarna weer naar huis gaat. Verder kunt u bijvoorbeeld samen een boekje lezen over het ziekenhuis of u laat uw kind een tekening maken. Spelenderwijs kunt u uw kind zoveel mogelijk vertrouwd maken met het ziekenhuis.

Oudere kinderen begrijpen vanzelfsprekend meer.  Aan hen kunt u ook meer informatie geven. Bijvoorbeeld over het doel en de aard van de operatie.

Er zijn diverse kinderboeken die ingaan op het verblijf in het ziekenhuis. Onderstaand vindt u een overzicht van boeken die gaan over dit onderwerp.
 
  Auteur Titel Uitgever
Peuters Bruna Nijntje in het ziekenhuis Mercis
  Cartwright Voor het eerst naar het ziekenhuis Van Reemst
  Cartwright Voor het eerst naar de dokter Van Reemst
  De Wolf Op zoek naar Maaike Middernacht
  Vincent Brammert is ziek Lemniscaat
  Cousins Dokter Muis Leopold
Kleuters Schretlen Eet jouw dokter ook patat? Harlekijn
  Hollander Een bed met wieltjes Van Holkema
  Slegers Karel in het ziekenhuis  
Tot 9 jaar Vergouwe Naar het ziekenhuis Kluwer
  Verboven Eef is ziek Clavis Casterman
  Janosch Ik maak je weer beter, zei beer Zwijsen
  Törnqvist Wat een bof Casterman
  Saint Mars Thijs gaat naar het ziekenhuis Helmond
  Royston Beter worden Sjaloom
  Figee Jesse Pantoffel gaat naar het ziekenhuis De Toorts BV
  Kliphuis Het been van Heleen  
  Boone De operatie van kleine olifant  

De opname

Eén dag voor de operatie of soms de ochtend van de operatie wordt je opgenomen op de kinderafdeling. Op de dag van de operatie mag je vanaf 12 uur ’s nachts niet meer eten en drinken. Dat heet nuchter zijn. lees meer

De opname

Opname

Eén dag voor de operatie of soms de ochtend van de operatie word je opgenomen op de kinderafdeling. Een verpleegkundige vertelt je over de gang van zaken op de verpleegafdeling. Misschien vind je het fijn om de voorbereidingsspullen nog een keer te bekijken. Dat kan ook op de afdeling.

Tabletjes

Om ervoor te zorgen dat je na de operatie zo min mogelijk pijn hebt, krijg je van tevoren een paar tabletjes. We weten dan zeker dat ze tijdens de operatie goed zijn ingewerkt.

Sieraden, bril

Tijdens de operatie mag je geen sieraden, nagellak, make-up, contactlenzen of een bril dragen.

Naar de operatiekamer

Voordat je naar de operatiekamer gaat, krijg je een operatiejasje aan en een naambandje om je arm. Als je aan de beurt bent, ga je in bed liggen. Een verpleegkundige en een ouderbegeleider brengen je in je bed naar de operatie- afdeling. Je vader, moeder of verzorger mogen dus mee. Een van hen blijft bij je totdat je slaapt.

Infuus

Tijdens de operatie is het nodig dat je vocht toegediend krijgt. Dat doen we via een infuus. De anesthesioloog brengt het infuus in. Op de operatieafdeling brengt de anesthesioloog je onder narcose. Je bent dan in slaap. Je merkt helemaal niets meer van wat de anesthesioloog en de chirurg doen. Voordat de operatie begint, krijg je een slangetje in je blaas (blaaskatheter). We kunnen dan meten hoeveel je plast tijdens de operatie. Deze blaaskatheter zit er na de operatie nog in.

Veiligheid

Vlak voordat de operatie van start gaat wordt door het gehele operatieteam een zogenaamde ’Time out’ genomen. Tijdens dit controlemoment worden je naam, geboortedatum, de plaats op je lichaam waar je geopereerd wordt en alle materialen die nodig zijn gecontroleerd.

Als alle voorbereidingen klaar zijn, begint de operatie. Je rug wordt gedesinfecteerd met een roze vloeistof, dit zie je na de operatie ook nog zitten en gaat er vanzelf weer af.


 

Risico's van de operatie

Een spondylodese-operatie is eigenlijk heel veilig. Heel soms kan er toch iets mis gaan. Er bestaat een kans dat je een paar dagen na de operatie een ontsteking (infectie) krijgt. Deze ontsteking is meestal goed te behandelen met medicijnen. lees meer

Risico's van de operatie

Zelfs als een operatie helemaal goed is gedaan ("volgens het boekje"), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. Een spondylodese-operatie is eigenlijk heel veilig. Heel soms kan er toch iets mis gaan. Er bestaat een kans dat je een paar dagen na de operatie een ontsteking (infectie) krijgt. Deze ontsteking is meestal goed te behandelen met medicijnen.

Om de bocht van de wervelkolom recht te zetten, opereren we vlakbij het ruggenmerg en de zenuwen. Het ruggenmerg en de zenuwen kunnen hierdoor geïrriteerd raken. De chirurg controleert dit met behulp van speciale apparaten. Toch is er altijd een hele kleine kans dat het ruggenmerg en/of de zenuwen beschadigen. Hierdoor kunnen de armen of benen verlamd zijn en/of pijn doen. Dit komt gelukkig bijna niet voor. Dit wordt op de poli ook met je besproken.

De mogelijkheid bestaat dat de gecorrigeerde bocht in de wervelkolom niet goed vastgroeit. Dat noemen we een pseudarthrose. Ook dit is zeldzaam. Om dit te voorkomen mag je de eerste maanden niet sporten of je rug  zwaar belasten.
 

Na de operatie

Meteen na de operatie ga je naar de uitslaapkamer of de intensive care (IC). De uitslaapkamer is een afdeling naast de operatieafdeling. We letten daar extra goed op je. lees meer

Na de operatie

Op de uitslaapkamer

Meteen na de operatie ga je naar de uitslaapkamer of de intensive care (IC). De uitslaapkamer is een afdeling naast de operatieafdeling. We letten daar extra goed op je. Vaak ben je nog erg slaperig als je op de daar komt. Je ouders of verzorgers mogen daar bij je zijn. Op de Intensive Care vinden extra controles plaats, zoals het gevoel en de beweeglijkheid in de armen en benen, het bloedverlies en de vochttoediening.

Na de operatie lig je gewoon op je rug. We vragen regelmatig of je het goed voelt als we je armen en benen aanraken. We willen ook weten of je je armen en benen alweer kunt bewegen.

Terug op de verpleegafdeling

De eerste dag na de operatie lig je op je rug. Als het gaat, mag je al even op de bedrand zitten met hulp van de verpleegkundige. Draaien mag met hulp van de verpleegkundige. De verpleegkundige op de afdeling zorgt ervoor dat je voldoende medicijnen tegen de pijn krijgt.

Kort na een operatie werken de darmen vaak minder goed. Je moet daarom in het begin rustig aan doen met drinken en eten. De verpleegkundige op de afdeling vertelt wat je mag drinken en (later) mag eten.

Als je aan de voorzijde/zijkant bent geopereerd kan het nodig zijn dat er een fysiotherapeut langskomt om ademhalingsoefeningen met je te doen. Je krijgt dan een oefenapparaatje om het inademen te stimuleren. De oefeningen zijn erg belangrijk. Zij voorkomen dat er een longontsteking ontstaat. Soms krijg je ook wat extra zuurstof toegediend door een klein slangetje in de neus. Indien nodig maken we iedere dag een röntgenfoto van jouw longen om te kijken of de long weer mooi ontplooid is, dat wil zeggen: weer terug is in zijn oude vorm. Als dat zo is, haalt de dokter de zuigslang (thoraxdrain) eruit. Dat is meestal de 2e dag na de operatie.

Uit bed

Op de dag dat je geopereerd bent, mag je onder begeleiding van de verpleegkundige of fysiotherapeut op de rand van je bed zitten. De dagen erna ga je dit opbouwen door in de stoel te zitten en te gaan lopen. Als dat goed gaat, mag je steeds meer zelf doen. De verpleegkundige/fysiotherapeut en de dokter vertellen je verder wat je wel en niet mag doen. Wanneer je weer goed eet en drinkt, verwijdert de verpleegkundige het infuus en de blaaskatheter. Zodra de drain minder wondvocht produceert, wordt deze verwijderd.

Kinderen in een rolstoel

Indien je voor de operatie al in een rolstoel zit dan ga je onder begeleiding van de verpleegkundige of de fysiotherapeut oefenen om weer in de rolstoel te kunnen zitten. Indien nodig wordt hierbij een tillift gebruikt en soms wordt gebruik gemaakt van een plankje achter de rug. Er wordt gestart met mobiliseren en oppakken van de zelfredzaamheid in de periode na de operatie.

De wond

Vanaf de 3e dag na de operatie mag je weer douchen. De wond is gehecht met oplosbare hechtingen. Deze hechtingen hoeven niet verwijderd te worden. Soms wordt de wond gesloten met huidnietjes. Deze dienen na 14 dagen bij de huisarts verwijderd te worden. De Aquacell wondpleister blijft tot 7 dagen na de operatie  zitten. Daarna mag deze in het ziekenhuis of thuis  verwijderd worden. Je krijgt hierover uitleg bij ontslag.

Controle röntgenfoto 

Vlak voor het ontslag wordt er nog een controle röntgenfoto van je wervelkolom gemaakt.

Het ontslag

Meestal blijf je 5 tot 7 dagen in het ziekenhuis. Daarna mag je naar huis. Soms vindt de dokter het beter als je nog wat langer blijft. Als dat zo is, bespreekt hij dat met jou en je ouders/verzorgers. Je krijgt geen gips of corset om je rug.
 

Pijn na een scoliose operatie

Een scoliose operatie is een grote operatie. Na deze operatie hebben bijna alle kinderen pijn. Dit kan komen door de operatiewond, maar ook door de veranderde stand van de rug. lees meer

Pijn na een scoliose operatie

Een scoliose operatie is een grote operatie. Na deze operatie hebben bijna alle kinderen pijn. Dit kan komen door de operatiewond, maar ook door de veranderde stand van de rug. Door het recht maken van de wervelkolom gaan ook de spieren mee die vastzitten aan de wervelkolom. Hierdoor kan er spierpijn ontstaan.
Daarnaast kan je ook tijdelijk pijnklachten hebben, doordat je langdurig in een bepaalde houding gelegen hebt tijdens de operatie. Hierdoor kun je gevoelige plekken of drukplekken hebben. Het is dus niet vreemd als je na zo’n grote operatie niet alleen last hebt van de wond, maar ook van andere plaatsen.

Pijnstilling

Pijn na een operatie duurt meestal een aantal dagen en neemt daarna vanzelf weer af. In de periode vlak na de operatie proberen we deze pijn zo goed mogelijk te behandelen. Tijdens de ingreep besteden we veel aandacht aan een goede ligging op de operatietafel. Hierdoor is de kans op drukplekken zo klein mogelijk. De pijn na de operatie behandelen we met een combinatie van verschillende pijnstillers. Deze medicijnen versterken elkaars werking. Als het mogelijk is, plaatsen we een dunne katheter in je rug aan het einde van de operatie. Hierdoor kunnen we continu pijnmedicatie toedienen om de rug te verdoven.

Pijnscore

In het ziekenhuis gebruiken we een pijnscore. Dat is een getal tussen de 0 en de 10 waarmee jij kunt aangeven hoeveel pijn je hebt. 0 is helemaal geen pijn en 10 is heel veel pijn. Als je het moeilijk vindt om een cijfer te geven aan je pijn, dan kunnen we het ook op andere manieren meten. De verpleegkundige vraagt meerdere keren per dag hoeveel pijn je hebt en of je andere klachten hebt. Als het nodig is, kunnen de artsen of de mensen van het pijnteam de pijnstilling aanpassen.

Ontspannen

Je zult merken dat je minder last hebt van klachten als je je goed kunt ontspannen, je lekker in je vel zit en als je voldoende afleiding hebt. Overdag is dit vaak het geval, waardoor klachten je mogelijk minder opvallen dan in de avond of nacht als het rustig is. Dat is heel normaal. Geef het bij ons aan als je klachten hebt of als je je bijvoorbeeld angstig voelt. Het is vaak al fijn als er aandacht voor is en jij weet zelf vaak al hoe we je het beste kunnen helpen. De verpleegkundigen, maar ook de pedagogisch medewerkers, kunnen je hierbij begeleiden.

Naar huis

Meestal blijf je 5 tot 7 dagen in het ziekenhuis. Daarna mag je naar huis. Na 3 tot 6 weken mag je weer naar school. Voor jou en voor je ouders/verzorgers is het belangrijk om goede voorbereidingen te treffen. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet