Behandeling Schouderprothese

Verloop van de operatie

Tijdens de operatie maken we uw schouder open door een verticale snee over de voorkant van uw schouder. De orthopeed verwijdert het versleten kraakbeen van de kom van het schouderkom en plaatst daar eventueel een kunstkom. Daarna verwijdert hij of zij de kop van de bovenarm en plaatst een nieuwe kunstkop die met een pin in de mergholte van de bovenarm vastgezet wordt.  
 

Na de operatie

Na de operatie

Als de operatie klaar is, gaat u naar de verkoeverafdeling waar we u de eerste uren in de gaten houden. Zodra u zich goed voelt, mag u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie kunt u misselijk zijn en pijn hebben. In overleg met u kunt u een katheter in uw been krijgen waardoor u lokale verdoving krijgt. De eerste dagen krijgt u vocht via een infuus en eventueel een blaaskatheter voor uw urine. In de wond zit een slangetje (drain) dat het wondvocht afvoert.

De eerste dag na de operatie heeft u een verband op de wond en zit uw arm in een immobilizer. Dit is een draagband die we met een band om uw taille vastzetten zodat u uw schouder niet kunt bewegen. Uw bovenarm ligt op een kussen. We controleren het gevoel in uw hand regelmatig. De tweede dag na de operatie krijgt u een armsling die u 6 weken moet dragen. Deze band ondersteunt de arm en voorkomt dat u uw arm actief gebruikt. De sling mag af als u in bed ligt of als uw arm rust op een kussen. Als de wond niet lekt, mag u na ongeveer 3 dagen weer douchen. De verpleegkundige helpt u hierbij.

Nabehandeling

Let tijdens de periode na de operatie op de volgende zaken:

• Nabloeding: als uw schouder tijdens het oefenen veel pijn doet of opzwelt, moet u de verpleegkundige waarschuwen. Dit kan namelijk wijzen op een nabloeding.
• Om trombose te voorkomen, krijgt u dagelijks een injectie in uw arm.
• De wond hechten we vaak met metalen nietjes. De huisarts verwijdert deze na 2 weken.
• Als de pijn onder controle is en u kunt bewegen, mag u naar huis.

Oefeningen

De eerste dag na de operatie start u onder begeleiding van een fysiotherapeut met een oefenprogramma. De therapeut vertelt welke oefeningen u kunt doen om uw schouder weer te bewegen.

Instructies immobilizer

• Doe uw geopereerde arm in de opening van het buisverband. Trek dit verband omhoog totdat uw vingertoppen zichtbaar zijn. Pak uw pols vast en trek de bandage voorzichtig over uw gestrekte arm tot aan het schoudergewricht. Breng de bandage over de schouder en achter uw nek weer naar voren.
• Buig uw geopereerde arm 90 graden. Bevestig de bandage door hem naar beneden te doen, onder de pols door te halen en weer naar boven te trekken. Daar kunt u de bandage vastmaken met klittenband.
• Sla de band die aan de manchet zit om uw rug en draai onderaan de bovenarm van binnen naar buiten om uw arm draaien.
• Bevestig zelf de band op uw rug met klittenband.

Als u ook pijn heeft aan de niet-geopereerde arm of schouder, heeft u hulp nodig van anderen om de immobilizer te gebruiken.

Naar huis

Voordat u naar huis gaat, krijgt u instructies over wat u wel en niet mag doen met uw ‘nieuwe’ schouder. De eerste 6 weken na de operatie mag u niet fietsen, bromfiets rijden, autorijden, koken of huishoudelijke taken doen. Ook mag u de eerste 3 maanden niet op de geopereerde zijde slapen. Na 3 maanden kunt u weer lichte werkzaamheden doen. Overleg met de fysiotherapeut en de arts wanneer u weer kunt sporten.

Controle

Na 6 weken maken we een foto van uw schouder tijdens de controle bij de orthopeed.

Infectie

Doordat u een prothese heeft, blijft u gevoeliger voor infecties. Als u huidinfecties heeft (zoals ontstoken wondjes, puistjes of een ingegroeide teennagel) moet u contact opnemen met uw huisarts of orthopeed. Dit geldt ook als u plotseling veel pijn krijgt en de wond gezwollen en warm aanvoelt. Als u andere operaties krijgt of behandelingen krijgt bij de tandarts, moet u laten weten dat u een schouderprothese heeft. Tijdens deze ingrepen krijgt u antibiotica, om infecties te voorkomen.