Manuele hoestondersteuning

Deze techniek noemen we ook wel manueel comprimeren of manuele compressie. Het helpt bij het ophoesten van slijm uit de luchtwegen bij patiënten met zwakke in- en uitademingsspieren. De helper moet bij deze techniek zijn of haar handen niet op de borstkas, maar op de buik van de patiënt (onder de ribbenboog) plaatsen. Vlak voor het hoesten, na het airstacken, moet de helper de buik naar binnen en schuin omhoog te duwen. Omdat dit voor u niet prettig kan zijn, kiezen we er in het Radboudumc voor om een handdoek of steeklaken te gebruiken. Uw fysiotherapeut legt dit aan u uit. Voor deze techniek heeft u altijd hulp van iemand anders nodig. Door airstacken te combineren met de manuele hoestondersteuning kan het hoesten nog verder verbeteren. Het is belangrijk te zorgen voor een goede positie van de handen en de handeling bij voorkeur niet uit te voeren binnen 2 uur na een maaltijd of het toedienen van sondevoeding. Dit is namelijk erg onaangenaam.
Patiëntenzorg Behandelingen Revalidatie bij neuromusculaire aandoeningen Ademhalingsoefeningen bij neuromusculaire aandoeningen

Een verstoorde ademhaling

Bij mensen met een spier- en/of zenuwziekte kunnen verschillende ademhalingsverschijnselen optreden. Dit komt door een verminderde spierkracht. lees meer

Een verstoorde ademhaling

Bij mensen met een spier- en/of zenuwziekte kunnen, na verloop van tijd, de volgende ademhalingsverschijnselen optreden. Dit komt door een verminderde spierkracht.

  • Hypoventilatie. tekortschieten van de ademhaling. Dit houdt in dat de ademhalingsspieren niet voldoende kracht hebben om genoeg lucht in te ademen. Het gevolg hiervan is dat het koolzuurgas in uw bloed stijgt. U merkt dit bijvoorbeeld door toenemende benauwdheid. Om hypoventilatie op tijd te ontdekken, besteden de revalidatiearts en fysiotherapeut hier specifiek aandacht aan in hun consult. De fysiotherapeut verricht hier bij ieder consult specifieke metingen voor.
  • Problemen met (op-)hoesten. Omdat de hoeveelheid lucht die u zelf kunt inademen ernstig afgenomen kan zijn en de kracht van uw uitademingsspieren mogelijk is verminderd, ontstaat een ineffectieve hoest. Hierdoor komt het slijm niet goed uit de luchtwegen, waardoor er regelmatig luchtweginfecties kunnen optreden. De effectiviteit van het hoesten kunt u verbeteren door de hoeveelheid ingeademde lucht te vergroten door middel van lucht stapelen (air stacken) eventueel gecombineerd door manuele hoest ondersteuning en ademhalingsoefeningen.
  • Door de aantasting van de spieren van de borstkas wordt de borstkas stug en stijf. Zowel het inademen als het ophoesten gaat hierdoor moeilijker. Door middel van lucht stapelen (air stacken) en ademhalingsoefeningen kunt u de borstkas zo goed mogelijk houden.

Hoesten en huffen

Om te hoesten moet u eerst diep inademen en uw adem inhouden door uw stemspleet te sluiten. Vervolgens worden de uitademingsspieren aangespannen waardoor een hoge druk wordt opgebouwd in uw longen. Tenslotte volgt een explosieve uitademing. Bij het ‘huffen’ ademt u diep in en vervolgens spant u de uitademingsspieren aan zonder dat u de stemspleet sluit. Er wordt dus niet eerst een hoge druk in de longen opgebouwd zoals bij hoesten het geval is. De uitvoering van het ‘huffen’ is, in vergelijking met hoesten, goed te regelen wat betreft hoeveelheid lucht en uitademingskracht. Huffen is alleen niet effectief om slijm te verwijderen. Bij een verstoorde ademhaling leren we u daarom een ademhalingsoefencyclus aan om dit zo goed mogelijk te doen.


Een normale ademhaling

Tijdens inademing stroomt lucht naar uw longen. De longen bevatten longblaasjes waar de gaswisseling plaatsvindt. Hierbij wordt zuurstof vanuit de lucht opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht. De zuurstofarme en koolzuurrijke lucht adem je weer uit. lees meer

Een normale ademhaling

De ademhaling zorgt voor de toevoer van zuurstof naar de longen en de afvoer van koolzuurgas(koolstofdioxide/ CO2) uit de longen. Tijdens de inademing stroomt lucht via uw neus en/of mondholte door de luchtwegen naar uw longen. De longen bevatten longblaasjes waar de gaswisseling plaatsvindt. Hierbij wordt zuurstof vanuit de lucht opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht. De zuurstofarme en koolzuurrijke lucht wordt weer uitgeademd door de neus of mond.

Bij een normale ademhaling ademt u de lucht (400-500 ml per ademteug) ongeveer 12 tot 15 keer per minuut in en uit. Voor de inademing gebruikt u uw inademingsspieren (middenrif, spieren van de borstkas), de uitademing is passief. Uw uitademingsspieren (buikspieren, andere spieren van de borstkas) hebben vooral een belangrijke functie bij het hoesten. Bij een normale ademhaling horen ook diepe zuchten, geeuwen, uitrekken, hoesten en niezen.

Ademhalings­oefeningen

  • Het is verstanding om uw ademhalingsspieren te trainen wanneer ze nog sterk zijn. Dit kunt u makkelijk thuis doen met behulp van een eenvoudig apparaatje (IMT- treshhold).

    lees meer


    Ademhalingsspieren trainen

    Het is verstanding om uw ademhalingsspieren te trainen wanneer ze nog sterk zijn. Dit kunt u makkelijk thuis doen met behulp van een eenvoudig apparaatje (IMT- treshhold). Uw fysiotherapeut geeft u uitleg. Helaas vergoeden de meeste ziektekostenverzekeraars dit apparaatje niet. De kosten voor het apparaatje (€30) moet u dan zelf betalen.

  • Lucht stapelen (air stacken)

    Air stacken is het stapelen van lucht in de longen totdat er bijna geen lucht meer in kan (denk aan een fietspomp). Hierdoor ontplooien uw longen zich maximaal. Mensen met normale spierkracht
    van de luchtwegen ontplooien hun longen regelmatig door diep te zuchten. Bij air stacken wordt lucht ingeblazen met behulp van een beademingsballon of een beademingsmachine, via een mondstuk of een mond-neusmasker. Het doel hiervan is dat uw longen zich goed ontplooien, de ademhalingsspieren uitrekken en uw borstkans soepel blijft. De lucht kan in één keer gegeven worden of met een aantal kleine teugen waarbij u tussen 2 teugen u adem moet inhouden. U houdt uw lucht in tot dè maximaal inblaasbare hoeveelheid is bereikt. Waarschijnlijk is dit in het begin niet zoveel, maar door deze handeling regelmatig te herhalen (minstens 3 keer per dag 5 keer stacken) is de verwachting en ervaring dat de hoeveelheid lucht die ingeblazen wordt, toe kan nemen. Belangrijk is dat u tijdens het inblazen via een mondstuk uw lippen goed om het mondstuk sluit en dat u uw adem inhoudt. Als het niet mogelijk is om uw lippen te sluiten kunt u een mond- neusmasker gebruiken. Om het effect te evalueren neemt u bij uw periodieke consult de ballon mee. Zo kunnen we eenvouding enkele metingen doen (longinhoud en hoestkracht).

  • Ademhalingscyclus

    Dit stappenplan is met name bedoeld om slijm te mobiliseren en te klaren:
    1. Adem rustig en ontspannen in, ongeveer 3  keer (Breathing Control, BC). Blaas vervolgens langzaam door een klein gaatje uit. Probeer zo lang mogelijk uit te ademen.
    2. Adem 3 tot 4 keer langzaam diep in (zoveel mogelijk door uw buik). Houdt 3 tellen uw adem vast (niet de wangen bol maken) zodat de longblaasjes goed open gaan staan. Dit worden Thoracic expansion exercises genoemd (TEE).
    3. Huf 1 of 2 keer. Dit doet u door diep in te ademen en dan in een keer met uw mond open een ‘huf’ klank te maken, denk hierbij bijvoorbeeld aan het beslaan van een bril of spiegeltje. Huffen vanuit een laag longvolume zorgt ervoor dat het slijm loslaat  van de meer perifere luchtwegen. Om de perifere luchtwegen nog meer te bereiken kan de Fysiotherapeut een PEP-masker adviseren. Wanneer het slijm de centrale luchtwegen heeft bereikt zorgt huffen er vanuit een hoog longvolume voor dat het slijm verplaatst wordt.
    4. Hoest het slijm daarna 1 of 2 keer op. Herhaal de stappen net zolang totdat het slijm eruit is. Pas hierbij wel op dat het nu te vermoeiden voor uw is. Probeer tussen de cyclus door regelmatig ontspannen te ademen (Breathing Control).

    Geen slijm

    Als u geen last heeft van slijm is het vooral belangrijk om oefening 2 minimaal 5 keer per dag uit te voeren.

    Kortademig

    Als u erg kortademing bent, hoeft u niet zo diep in te ademen. Leg dan vooral het accent op de uitademing (dus het langzaam uitademen door een klein gaatje).
  • Medewerkers
  • Intranet