Behandeling van ROP
Wanneer er bij uw kind afwijkingen worden gezien tijdens de screening kan het zijn dat behandeling van de ROP noodzakelijk is. Er zijn 3 verschillende mogelijkheden voor de behandeling van ROP: een laserbehandeling, een ooginjecties met medicatie of een oogoperatie (vitrectomie).
lees meerBehandeling van ROP
Wanneer er bij uw kind afwijkingen worden gezien tijdens de screening kan het zijn dat behandeling van de ROP noodzakelijk is. De behandeling is afhankelijk van de mate van doorgroei van de bloedvaten in het netvlies, de ernst van de ROP, de leeftijd en de algemene medische conditie van uw kind.
Behandelmogelijkheden
Er zijn 3 behandelmogelijkheden:
- Laserbehandeling van het deel van het netvlies waar de bloedvaten nog niet zijn doorgegroeid (niet-gevasculariseerde netvlies)
- Ooginjecties met medicatie (anti-VEGF)
- Vitrectomie (oogoperatie)
In Nederland is er een beperkt aantal (universitaire) ziekenhuizen waar laserbehandeling aangeboden wordt, waaronder het Radboudumc. Het is dus mogelijk dat uw kind overgeplaatst wordt naar het Radboudumc. Ooginjecties kunnen veelal gebeuren in alle ziekenhuizen met een neonatale intensive care unit (mede afhankelijk van de expertise van de oogartsen), het kan dus zijn dat uw kind voor ooginjecties overgeplaatst wordt naar een ander centrum.
De arts bespreekt met u welke behandeling er mogelijk en nodig is bij uw baby.
-
Wat gebeurt er bij een laserbehandeling?
Door middel van laserpunten (coagulaten) wordt het niet-gevasculariseerde deel van het netvlies uitgeschakeld. Het ontstane zuurstoftekort in het oog neemt daardoor af. Hierdoor maakt het oog geen schadelijke hoeveelheden groeifactoren (‘VEGF’) meer aan en vindt er dus geen verdere woekering van bloedvaten plaats. Ook komt het netvlies tot rust waar wel normale doorgroei van bloedvaten heeft plaatsgevonden. Laserbehandeling gebeurt meestal bij alle twee de ogen.
De laserbehandeling duurt meestal 30-60 minuten per oog.
Voorbereiding laserbehandeling
De laserbehandeling vindt meestal plaats op de neonatale intensive care unit (NICU), soms op de operatie-afdeling. Het is belangrijk dat uw kind stilligt tijdens de behandeling, daarom brengen we uw kind onder algehele anesthesie.
Dit betekent dat uw kind meestal (opnieuw) geïntubeerd en beademd moet worden. Soms wordt er gebruik gemaakt van een larynxmasker, waarbij beademing mogelijk is zonder dat er een buis door de luchtpijp gaat. De anesthesist overlegt samen met de neonatoloog wat de beste optie is voor uw kind.
Uw kind moet een aantal uren voor de ingreep nuchter zijn. Dit is nodig om te voorkomen dat uw kind tijdens de anesthesie overgeeft en er vervolgens maaginhoud in de longen terechtkomt. De laatste borst- of flesvoeding bij pasgeborenen die nog 8 of 12 voedingen krijgen mag tot 3 uur voor de operatie gegeven worden. Daarna mag uw kind wel nog suikerwater drinken. Er wordt ook een infuus geplaatst om voeding en medicijnen rondom de operatie te geven.
Wanneer de behandeling op de NICU plaatsvindt, mag u bij de intubatie aanwezig blijven als u dat wilt. Het is niet mogelijk tijdens de laserbehandeling aanwezig te zijn.
Een uur vóór start van de behandeling krijgt uw kind oogdruppels om te zorgen dat de pupillen voldoende wijd zijn om goed te kunnen laseren. Deze druppels krijgt uw kind iedere 15 minuten in de ogen (net zoals bij de ROP-screening).Na de behandeling
Na de behandeling proberen we uw kind zo spoedig mogelijk van de beademing te halen. Het kan zijn dat er daarna kortdurend extra ondersteuning met CPAP-, high flow of low flow nodig is. Soms lukt het niet om meteen te detuberen en heeft uw baby enkele dagen extra beademing nodig. Dit hangt af van de voorafgaande longconditie van uw kind. De borst- en flesvoeding mag herstart worden als uw kind weer goed wakker is.
Na de operatie krijgt uw kind gedurende 5 dagen oogdruppels toegediend. Bij een groot deel van de kinderen is de laserbehandeling effectief en komt de ROP blijvend tot rust.
Soms komt het voor dat bij de vervolgcontroles wordt gezien dat niet alle laserpunten voldoende effect hebben gehad. Dit kan komen door zwelling van het netvlies ten tijde van de laserbehandeling. Als de behandeling niet genoeg effect heeft gehad, kan soms een tweede laserbehandeling nodig zijn.
-
Wat gebeurt er bij ooginjecties?
Deze behandeling is soms nodig als de doorgroei van de bloedvaten nog beperkt is (zone 1) en de ROP al dermate ernstig is dat behandeling niet langer uitgesteld kan worden. Door middel van een injectie via het oogwit wordt een medicijn in het glasvocht (‘intravitreaal') gespoten. Dit medicijn bevat anti-VEGF. Dit gaat de schadelijke groeifactoren tegen. Hierdoor wordt de woekering van bloedvaten onderdrukt en komt de ROP tot rust. Meestal groeien de gezonde bloedvaten daarna verder door.
Ooginjectie met medicatie vindt meestal plaats in 2 ogen. Per oog duurt de behandeling ongeveer 10 minuten.
Voorbereiding
De ooginjecties gegeven we op de neonatale intensive of high care, afhankelijk waar uw kind opgenomen ligt. De behandeling gebeurt onder een zogenaamd roesje, een vorm van anesthesie waarbij uw kind licht slaapt (sedatie). Het doel van deze sedatie is comfort voor uw kind te verzorgen tijdens de behandeling. Uw kind blijft tijdens de sedatie zelfstandig ademen. Het plaatsen van een beademingsbuis en beademing is dus niet nodig. Als uw kind ademhalingsondersteuning krijgt, kan dit tijdens de behandeling doorgaan. Als uw kind geen ademhalingsondersteuning meer heeft, kan het zijn dat uw kind low flow krijgt met zo nodig extra zuurstof.
Voor deze behandeling hoeft uw kind niet nuchter te zijn. De oogarts dient voor de injectie verdovende oogdruppels toe.
Effect ooginjecties
Het effect van de medicatie in het oog is tijdelijk. Afhankelijk van de situatie en mate van doorgroei van de bloedvaten is het soms nodig dat uw kind na een tijdje opnieuw een injectie krijgt in één of beide ogen. Vaak is het zo dat er uiteindelijk nog een laserbehandeling nodig is om het overgebleven niet-gevasculariseerde gebied van het netvlies te behandelen.
-
Wat gebeurt er bij een vitrectomie?
Een operatie (vitrectomie) is doorgaans alleen nodig bij een vergevorderd stadium van ROP (stadium 4 of 5). Hierbij is er een gehele of gedeeltelijke netvliesloslating opgetreden. Dit komt zeer zelden voor. Een vitrectomie kan ook nodig zijn als in een eerder stadium al een laserbehandeling heeft plaatsgevonden, maar toch verslechtering van de ROP optreedt.
Bij een vitrectomie worden de strengen glasvocht die aan het netvlies zijn gaan trekken (door een littekenreactie van de woekerende bloedvaten) zo goed als mogelijk losgemaakt. Het glasvocht bevindt zich achter de lens en is een geleiachtige substantie met een zuigende en trekkende werking. Door deze werking is er een verhoogd risico op een netvliesloslating. Door het glasvocht deels te verwijderen en strengen los te maken, wordt dit voorkomen en komt het netvlies weer op zijn plaats te liggen
Het doel van een vitrectomie is om het netvlies zoveel mogelijk aanliggend te krijgen, om zo nog enige visuele functie te kunnen behouden. Uw kind zal in dat geval beperkt kunnen zien.
Deze ingreep duurt enkele uren.
Voorbereiding
Een vitrectomie vindt altijd plaats op de operatie-afdeling. U mag met uw kind meelopen tot aan de operatiekamer. Uw kind is altijd onder algehele anesthesie waarbij intubatie en beademing nodig is. Hierbij kunt u niet aanwezig zijn.
Uw kind moet een aantal uren voor de ingreep nuchter zijn. Dit is nodig om te voorkomen dat uw kind tijdens de anesthesie overgeeft en er vervolgens maaginhoud in de longen terechtkomt. De laatste borst- of flesvoeding bij pasgeborenen die nog 8 of 12 voedingen krijgen mag tot 3 uur voor de operatie gegeven worden. Daarna mag uw kind wel nog suikerwater drinken. Er wordt ook een infuus geplaatst om voeding en medicijnen rondom de operatie te geven.
Na de operatie
Na de operatie gaat uw kind naar de uitslaapkamer en als uw kind goed wakker is, gaat uw kind terug naar de verpleegafdeling. Controles worden afsproken met de oogarts.
Controle na de behandeling
Na de behandeling zijn er regelmatig controles nodig. Hoe vaak de controles zijn, is afhankelijk van de ernst van de ROP en het type behandeling.
lees meerControle na de behandeling
Na de behandeling controleren we het netvlies meerdere keren. Het is heel normaal als in het begin nog niet meteen verbetering te zien is op de foto’s. Dit heeft vaak even de tijd nodig. Hoe vaak de controles nodig zijn is afhankelijk van de ernst van de ROP en het type behandeling dat heeft plaatsgevonden.
Controle na laserbehandeling
Na laserbehandeling vindt de controle na 7-10 dagen plaats, daarna iedere 1-3 weken tot de ROP uitgedoofd is. Een laatste controle wordt gepland na 6 maanden.
Controle na ooginjecties
Bij ooginjecties vinden er controles plaats na ongeveer 48 uur, na 5 dagen (om het effect te beoordelen) en daarna wekelijks in de eerste maand. Daarna worden de controles afgebouwd naar iedere 2-12 weken in de komende 2 jaar, of tot er een laserbehandeling verricht is, of tot de bloedvaten helemaal uitgegroeid zijn.
Controla na vetrectomie
Na de ingreep vinden er regelmatig controles plaats.
De arts zal met u bespreken wat in het geval van uw kind de verwachtingen zijn.
Overplaatsing naar een ander centrum
Als uw kind voor de behandeling overgeplaatst is naar het Radboudumc, dan wordt uw kind meestal na een paar dagen weer teruggebracht naar het verwijzend centrum. Wanneer uw kind injecties heeft gekregen, blijft het wel opgenomen tot de controle na 5 dagen.
lees meerOverplaatsing naar een ander centrum
Als uw kind voor de behandeling overgeplaatst is naar het Radboudumc, dan wordt uw kind meestal na een paar dagen weer teruggebracht naar het verwijzend centrum. Dit is afhankelijk van de noodzaak aan ademhalingsondersteuning. Oogheelkundige controles kunnen, afhankelijk van de expertise van de oogarts, plaatsvinden in het verwijzend centrum.
Overplaatsing na ooginjecties
Wanneer uw kind injecties heeft gekregen, blijft het wel opgenomen tot de controle na 5 dagen, om zeker te zijn dat er geen aanvullende injecties of lasertherapie noodzakelijk is.
Lange termijn
Kinderen met ROP lopen een verhoogd risico op oogproblemen, ook na de behandeling van ROP. Het is slecht te voorspellen hoe het zicht van uw kind zich ontwikkelt.
lees meerLange termijn
Over uiteindelijke visusresultaten na doorgemaakte ROP is slecht een voorspelling te doen, mede doordat de verdere visuele ontwikkeling nog afhankelijk is van vele andere factoren. Er bestaat bij kinderen met (al dan niet behandelde) ROP een verhoogd risico op oogproblemen op de langere termijn, zoals:
- een lui oog (ampblyopie)
- sterke bijziendheid (myopie) en scheelzien (strabisme)
- astigmatisme (cylindrische vorm van het hoornvlies).
- Late netvliesloslating (ablatio retina) (zeldzaam na behandelde ROP)
Op kleuter- en kinderleeftijd vinder daarom controles plaats door de orthoptist. Dit is een zorgprofessional die gespecialiseerd is in het opsporen en het behandelen van deze oogproblemen bij kinderen. Door tijdige behandeling neemt het risico op slechtziendheid en blindheid sterk af. Een zeer beperkt aantal kinderen met ernstige ROP wordt na behandeling alsnog slechtziend (of blind) door netvliesafwijkingen of complicaties.
Revalidatie bij een organisatie als Bartimeus is dan aangewezen op termijn.
Aandoening en onderzoek
Prematurenretinopathie (ROP)
Prematurenretinopathie (ROP) is een afwijking aan het netvlies bij te vroeg geboren baby’s. ROP ontstaat meestal in de 5e tot de 7e week na de geboorte. Bij de meeste kinderen herstelt het netvlies vanzelf zonder dat er afwijkingen zichtbaar blijven.
lees meerOnderzoek ROP-screening
Bij een klein aantal kinderen met ROP ontstaat een ernstige vorm die behandeld moet worden om blind- of slechtziendheid te voorkomen. Om die behandeling op tijd te kunnen uitvoeren is het belangrijk dat ROP in een vroeg stadium herkend wordt via een oogonderzoek.
lees meerBetrokken afdelingen
Meer informatie
Betrokken afdelingen
Contact
Afdeling Oogheelkunde
(024) 361 67 00
Voor specialisten en huisartsen
(024) 361 5104