Na de behandeling

Als de operatie klaar is, gaat u naar de verkoeverafdeling waar we u de eerste uren in de gaten houden. Zodra u zich goed voelt, mag u terug naar de verpleegafdeling. Na de operatie kunt u misselijk zijn en pijn hebben. In overleg met u kunt u een katheter in uw been krijgen waardoor u lokale verdoving krijgt. De eerste dagen krijgt u vocht via een infuus. Het is belangrijk dat u uw arm en elleboog goed hoog legt zodat zwelling rondom de wond snel afneemt. We controleren regelmatig het gevoel in uw hand en vingers.

Gips

Na het plaatsen van een polsprothese krijgt u een gipsspalk die u 2 weken moet dragen. Daarna krijgt u 6 weken lang een afneembare spalk. Bij een polsarthrodese krijgt u 6 weken lang gips om uw onderarm zodat de pols goed vast kan groeien.
 

Nabehandeling

Let de periode na de operatie op de volgende zaken:
  • nabloeding: als uw pols ondanks de pijnstilling veel pijn doet of dik wordt, moet u de verpleegkundige waarschuwen. Dit kan namelijk een nabloeding zijn.
  • hoger leggen: na de operatie leggen we uw hand hoog op een kussen of maken uw hand vast aan een infuuspaal. De hand komt zo hoger te hangen dan uw lichaam zodat zwelling snel afneemt.
  • trombose: om trombose in uw arm te voorkomen, krijgt u dagelijks een injectie.
  • wondhechtingen: soms zijn de hechtingen oplosbaar en hoeven we deze niet te verwijderen. De knoopjes aan de zijkanten van de wond kan de huisarts na 2 weken weghalen. Als u hechtingen heeft gekregen die niet vanzelf oplossen, verwijdert de huisarts deze na 2 weken.
  • bewegen: als u een polsprothese heeft gekregen, start u een dag na de operatie samen met de fysiotherapeut met oefeningen. Als u goed kunt bewegen, mag u naar huis. U hoeft bij een polsarthrodese geen oefentherapie te doen.
  • Zwelling/warmte: u kunt koudepakkingen gebruiken als u zwelling of warmte voelt rondom de wond en arm.

Naar huis

Als u goed kunt bewegen en vrijwel geen pijn meer heeft, mag u naar huis. De eerste 4 weken na de operatie mag u niet fietsen, brom- of snorfiets rijden, autorijden, sporten, koken of zware huishoudelijke taken doen.

Controle

We maken 6 weken na de operatie tijdens de controle op de polikliniek een foto van uw pols. Krijgt u tussen de controles door last van het gips of de spalk, neem dan contact op met de orthopeed.

Infectie

Doordat u een polsprothese heeft, blijft u gevoeliger voor infecties. Als u huidinfecties heeft (zoals ontstoken wondjes, puistjes of een ingegroeide teennagel) moet u contact opnemen met uw huisarts of orthopeed. Dit geldt ook als u plotseling veel pijn krijgt en de wond gezwollen en warm aanvoelt. Als u andere operaties krijgt of behandelingen krijgt bij de tandarts, moet u laten weten dat u een polsprothese heeft. Tijdens deze ingrepen krijgt u antibiotica, om infecties te voorkomen.
ga naar hoofdinhoud
Patiëntenzorg Behandelingen Polsprothese of -arthrodese

Wat is een prothese of arthrodese?

Een polsprothese is een kunstgewricht dat uw beschadigde polsgewricht vervangt. Bij een polsarthrodese zetten we het polsgewricht vast. Dit vermindert de pijn aan uw pols. lees meer

Wat is een prothese of arthrodese?

Een polsprothese is een kunstgewricht dat uw beschadigde polsgewricht vervangt. Bij een polsarthrodese zetten we het polsgewricht vast. Dit vermindert de pijn aan uw pols.

Wanneer?

Door een beschadigd of versleten polsgewricht kunt u pijn en stijfheid krijgen. Soms maakt uw gewricht ook een krakend geluid bij bewegingen. Na verloop van tijd kan het zijn dat u steeds moeilijker kunt bewegen en dat de stand van uw pols verandert. Ook wordt uw polsgewricht steeds minder stabiel. Deze klachten kunnen we meestal oplossen met een operatie.

Prothese of arthrodese

Voor de operatie bekijken we hoe de conditie is van uw pols. Als beschadiging aan uw pols meevalt, komt u in aanmerking voor een prothese. Is de beschadiging wel erg, dan zetten we de pols vast. Dit heet een polsarthrodese.
 

Voorbereiden op de operatie

Houd er rekening mee dat de operatie een ingrijpende gebeurtenis is waardoor u uw hand een langere periode minder kunt gebruiken. Wanneer u geen beroep kunt doen op hulp uit uw omgeving, kunt u met de huisarts andere opties overleggen.

Verloop van de behandeling

We maken uw pols open met een snee aan de bovenkant. lees meer

Verloop van de behandeling

We maken uw pols open met een snee aan de bovenkant.

Prothese

Bij een polsprothese verwijdert de orthopeed een deel van uw kleine polsbotjes om plaats te maken voor de prothese. Hij of zij plaatst een kunstkom en zet deze in de mergholte van het spaanbeen vast met een pin. Daarna zet de orthopeed een nieuwe kleine kunstkop vast met een pin in de mergholte van het tweede of derde handwortelbeentje. Om de kans op infecties te verkleinen, krijgt u tijdens en soms ook na de operatie antibiotica.

Arthrodese

Bij een arthrodese maakt de orthopeed uw spaakbeen,  kleine polsbotjes en tweede of derde handwortelbeentje aan elkaar vast met een metalen plaat en schroefjes. Na ongeveer 2 maanden is uw pols weer stabiel. De ingreep duurt 2 uur. Om de kans op infecties te verkleinen, krijgt u tijdens en soms ook na de operatie antibiotica.
 

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Na de behandeling

Als de operatie klaar is, gaat u naar de verkoeverafdeling waar we u de eerste uren in de gaten houden. Zodra u zich goed voelt, mag u terug naar de verpleegafdeling. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet