Verzorgen van de PTC-drain

Het is belangrijk dat u de insteekopening van de drain regelmatig en op juiste manier verzorgt. Hiermee kunt u infecties voorkomen. Volg daarom de onderstaande instructies.

Instructies

  • Zorg dat u voor en na het verzorgen van de drain altijd goed uw handen wast met water en zeep. Zo voorkomt u infecties aan de drain.
  • Inspecteer dagelijks de insteekopening van de drain. We adviseren om de insteekopening om de 3 dagen te verschonen.  
  • Is de insteekopening rood, gezwollen of lekt er vocht uit? Dan is het nodig om iedere dag de insteekopening te verzorgen.
  • Als de drain afgeplakt is met steriele gazen, verwijder deze dan voorzichtig. U kunt vervolgens de insteekopening onder de douche uitspoelen. U kunt het ook met een steriel gaasje gedrenkt in steriele natriumchloride 0,9% schoonmaken. Zorg ervoor dat u het gaasje maar 1 keer gebruikt en gooi het daarna weg. Veeg met het gaasje in een ronddraaiende beweging rond de insteekopening. Veeg van binnen naar buiten. Leg een nieuw splitgaas van 10x10 cm op de insteekopening en plak dit vervolgens vast met een fixatie pleister. Als de drain gefixeerd is met een vlinderpleister, kunt u op dezelfde manier de insteekopening verzorgen. De vlinderpleister hoeft u dan niet te verwijderen.
  • Als de insteekopening vocht lekt, kunt u over de vlinderpleister ook een splitgaasje leggen en deze vastplakken met een pleister. Op deze manier kunt u de gaasjes vaker verschonen.
  • U kunt met de drain douchen. Wanneer de drain afgeplakt is met steriele gazen, verwijder deze dan voorzichtig. Zorg er na het douchen voor dat u de insteekopening goed droogt met een schone handdoek of met een steriel gaasje. Als de drain gefixeerd is met een vlinderpleister hoeft u deze alleen maar te vervangen wanneer deze niet meer goed vastzit of vies is. Om de vlinderpleister te verwijderen, maakt u het eerst vochtig met alcohol 0,9%. Daarna kunt u de pleister eraf halen.
  • Let er bij het verzorgen van de insteekopening of bij het vervangen van de pleister goed op dat u niet aan de drain trekt. Dit om te voorkomen dat u de drain eruit trekt.
  • Plak de drain zo goed mogelijk aan de huid vast, zodat er geen spanning op de drain staat. Als de drain gehecht is, plak de drain dan zo op de huid dat er geen spanning op komt te staan. Dit voorkomt pijn en ontstekingen.
  • Let er op dat er geen knik in de drain of in het drainzakje zit. De gal kan zo zonder problemen aflopen. 

Uitwendige percutane galwegdrain

Een uitwendige drain bestaat uit de percutane galwegdrain met daaraan een groen koppelstukje en een drainzak. Tussen het koppelstukje en de drainzak plaatsen we vaak een kraantje. Let erop dat het kraantje altijd open staat, zodat de galproductie kan afvloeien in de drainzak. Het is belangrijk dat u de drainzak dagelijks vervangt om infecties te voorkomen. Vervang het groene koppelstukje 2 keer per week. Het kraantje hoeft u niet te vervangen.

Hoeveelheid gal

Het is belangrijk dat u opschrijft hoeveel galvloeistof uit de drain komt. Uw behandelend arts en de verpleegkundige leggen uit hoeveel de drain mag aflopen. Als de hoeveelheid van de galvloeistof sterk afneemt, of als de drain niet loopt, kan de drain verstopt zitten. Het is dan belangrijk om contact op te nemen met de arts. Het is niet verstandig om de drain in deze situatie te spoelen.

Geïnternaliseerde (afgedopte) galwegdrain open zetten

U heeft de instructie gekregen om de drain open te zetten bij koorts. Doe dat bij een temperatuur boven de 38.5 °C. Bevestig het groene koppelstukje dat u heeft meegekregen aan de drain. Zo kunt u het drainzakje op de drain aansluiten. De gal loopt dan vervolgens in het drainzakje af. Het is belangrijk dat u daarna direct contact opneemt met de arts.
Patiëntenzorg Behandelingen Percutane galwegdrain

Wat is een PTC-drain?

Om verschillende redenen kan het voorkomen dat gal niet meer via uw galwegen naar de dunne darm vervoerd wordt. Een PTC-drain kan hierbij ondersteunen. lees meer

Wat is een PTC-drain?

Een PTC-drain (percutane galwegdrain) is een slangetje (drain) dat we via de huid (percutaan) inbrengen en naar de galweg brengen. Om verschillende redenen kan het voorkomen dat gal niet meer via de galwegen naar de dunne darm vervoerd wordt. Het gevolg daarvan is dat de stoffen die normaal via de gal naar de dunne darm gaan, nu in het bloed terecht komen. U kunt hierdoor geel worden en last krijgen van jeuk. Om deze problemen op te lossen plaatsen we een PTC-drain.

Contact

Afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten

(024) 361 91 90

Naar uw afdeling op de verpleegafdeling

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 5
Route: 751

bekijk route

Naar uw afdeling op de verpleegafdeling

Bezoekadres

Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw C, Verdieping 5 en volg route 751

De behandeling

Een interventieradioloog voert de behandeling uit. Over het algemeen gebeurt deze procedure onder lokale verdoving. De drain kan op 2 manieren werken. lees meer

De behandeling

Het plaatsen van de galwegdrain gebeurt op de afdeling Interventieradiologie onder steriele omstandigheden. Een interventieradioloog voert de behandeling uit. Over het algemeen gebeurt deze procedure onder lokale verdoving. Vervolgens brengt de arts met behulp van een echoapparaat een dun naaldje in uw galwegen. Hierbij gebruikt hij of zij contrastvloeistof en röntgenapparatuur om te controleren of het naaldje goed is geplaatst. Vervolgens verwijderen we het naaldje en plaatsen we het slangetje, de drain.
 
De drain kan op 2 manieren werken:
  • Zodra het slangetje in de galweg geplaatst is, kan de gal aflopen in een drainzakje. Het komt dan niet meer in uw darm terecht. Dit noemen we een uitwendige galwegdrain.
  • De drain kunnen we ook geïnternaliseerd plaatsen. Dit betekent dat de arts het slangetje in de galgang plaatst en vervolgens doorschuift naar de dunne darm. De gal kan daardoor weer aflopen in uw dunne darm. Als het slangetje is doorgeschoven, heeft u geen drainzakje nodig. De drain sluiten we af met een steriel dopje.
We fixeren de drain met een vlinderpleister of met steriele gazen en een pleister. Vaak hechten we de drain bij de insteekopening aan uw huid vast. Dit is afhankelijk van waar we de drain plaatsen.

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.


Na de behandeling

Soms ontstaan er complicaties na het plaatsen van de galwegdrain. De meest voorkomende klachten die u kan krijgen zijn: koorts, een ontsteking van de insteekopening van de drain en pijn door het lekken van gal in de buik. lees meer

Na de behandeling

Soms ontstaan er complicaties na het plaatsen van de galwegdrain. De meest voorkomende klachten die u kan krijgen zijn: koorts, een ontsteking van de insteekopening van de drain en pijn door het lekken van gal in de buik.

Neem bij de onderstaande problemen contact op met uw behandeld arts:
  • Bij koorts hoger dan 38,5 °C.
  • Als er bij een uitwendige galwegdrain geen gal meer in het zakje loopt.
  • Als de drain niet meer gespoeld kan worden.
  • Als de hechting loslaat.
  • Als de drain is verschoven en daardoor niet goed meer functioneert.
  • Als u andere klachten krijgt, zoals pijn, jeuk of lekkage van de drain.

Verzorgen van de PTC-drain

Het is belangrijk dat u de insteekopening van de drain regelmatig en op juiste manier verzorgt. Hiermee kunt u infecties voorkomen. Volg daarom de onderstaande instructies. lees meer

Contact opnemen

Voor vragen kunt u op maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur contact opnemen met uw arts via het patiëntenzorg secretariaat. lees meer

Contact opnemen

Vragen

Op maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 12.00 en van 13.30 tot 16.30 uur kunt u contact opnemen met uw arts via het patiëntenzorg secretariaat. Het telefoonnummer van het secretariaat is (024) 361 91 90. 

Buiten kantoortijden

In het weekend en tijdens avond- en nachturen kunt u bellen naar de verpleegafdeling maag-, darm- en leverziekten. Het telefoonnummer van de verpleegafdeling is (024) 361 34 38. De verpleegkundige neemt contact op met de dienstdoende maag-, darm- en leverarts.

Materialen

U heeft een pakket ontvangen met materialen voor de verzorging van de drain. De vergoeding van deze materialen is afhankelijk van uw zorgverzekeraar. Het is daarom mogelijk dat u vanuit de ziekenhuisapotheek een rekening ontvangt. Heeft u vragen over de vergoeding? Dan adviseren we om contact op te nemen met uw zorgverzekeraar.
  • Medewerkers
  • Intranet