Hoe werkt de behandeling
De juiste dosis
De juiste dosis verschilt per persoon en is onder meer afhankelijk van uw lichaamsgewicht en de oorzaak van het tekort aan schildklierhormoon. Om de juiste dosis vast te stellen informeert de arts naar uw klachten en doet bloedonderzoek naar de TSH-waarde in uw bloed. TSH staat voor thyroïdstimulerend hormoon. Bij een te lage dosis levothyroxine kunt u last hebben van een koud gevoel, traagheid en vermoeidheid. Een te hoge dosis zorgt voor klachten als hartkloppingen, gejaagdheid en afvallen.
Levothyroxine
Uw lichaam verwerkt de levothyroxine langzaam. Na zes weken beoordelen we of de dosis geschikt voor u is. Elke keer als we de dosis aanpassen, is het effect pas meetbaar na ruim zes weken. Als we de juiste dosis levothyroxine hebben vastgesteld, neemt uw huisarts de controles over. Hoe lang u levothyroxine moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van de hypothyreoïdie.
Nuchtere maag
Via de wand van de dunne darm neemt uw bloed de stof op. Als er voedsel of andere medicijnen in uw darm aanwezig zijn, kan dit proces verstoord raken. Daarom neemt u levothyroxine in op de nuchtere maag. Hoe lang u levothyroxine moet gebruiken, hangt af van de oorzaak van de hypothyreoïdie. Voor controle is het niet altijd nodig dat u naar het ziekenhuis komt.
Andere medicijnen
Bespreek met uw behandelend arts of u ook andere medicijnen kunt gebruiken. Levothyroxine kan namelijk de werking van sommige medicijnen versterken of verzwakken. Ook kunnen andere medicijnen invloed hebben op de werking van levothyroxine. Heeft u een tekort aan schildklierhormoon als gevolg van uw zwangerschap (postpartum thyreoïditis) of vanwege een schildklierontsteking (De Quervain thyreoïditis)? Dan stellen we de behandeling met levothyroxine vaak uit. Deze vormen van hypothyreoïdie genezen namelijk meestal vanzelf.
Schildklierkanker
Heeft u een behandeling met radioactief jodium gehad tegen schildklierkanker? Dan krijgt u schildklierhormoontabletten voorgeschreven. De eerste tijd is de dosis iets hoger dan uw lichaam nodig heeft. Dit verkleint de kans op groei van eventueel achtergebleven kankercellen. Uw arts stelt vast wanneer de dosering verlaagd wordt naar een normaal niveau. Als bij u medullaire schildklierkanker is vastgesteld, is de hogere dosering schildklierhormoon niet nodig.