Na de operatie

U heeft een slangetje in uw blaas (katheter). De verpleegkundige verwijdert de katheter de dag na de operatie.

Met een echo of met een katheter controleert de verpleegkundige of u de blaas bij het plassen voldoende leeg kunt maken. Als dat niet lukt, krijgt u soms opnieuw een katheter voor enkele dagen of instructies hoe u zelf uw blaas leeg kunt maken met behulp van een eenmalige katheter.

Naar huis

U blijft na de operatie meestal een dag in het ziekenhuis. De duur van de opname hangt af van uw herstel na de operatie.

De eerste dagen na de operatie zijn de onderbuik en vagina vaak gevoelig. U kunt pijnstillers innemen. De ontlasting komt meestal een paar dagen na de operatie vanzelf weer op gang. U krijgt medicijnen om de ontlasting te bevorderen. U merkt weinig van de operatiewond bij de ontlasting, maar pers niet te hard.

Adviezen

  • Een operatie is altijd zwaar voor uw lichaam. Luister daarom in de herstelperiode goed naar signalen van uw lichaam en doe niet te snel te veel.
  • Krijgt u koorts hoger dan 38°C of bloedingen? Neem dan contact op met het ziekenhuis en vraag naar de dienstdoende gynaecoloog via (024) 361 47 88.
  • Doe het rustig aan. Dan merkt u dat u geleidelijk aan meer kunt.
  • U kunt meestal na een week weer licht huishoudelijk werk doen, zoals koken en afwassen.
  • Wacht met zwaar tillen en zwaardere huishoudelijke bezigheden tot 6 weken na de operatie.
  • Als u buitenshuis werkt, adviseren wij u minstens 6 weken niet te werken. Bij lichamelijk zwaar werk is het verstandig nog iets langer te wachten met weer aan het werk te gaan. Bespreek dit voor de operatie met uw gynaecoloog en uw bedrijfsarts.
  • Het is niet verstandig om seks te hebben voordat u op controle bent geweest bij de gynaecoloog. Tijdens de controleafspraak kijkt de gynaecoloog of de wond goed genezen is. Als dit het geval is, kunt u weer seks hebben.
Patiëntenzorg Behandelingen Manchester fothergill operatie

Over de operatie

Bij de Modified Manchester operatie wordt de baarmoedermond verwijderd en de banden van de baarmoeder worden ingekort en naar elkaar toe gehecht. Deze banden verbinden de baarmoeder met het heiligbeen. De banden zijn bij een verzakking meestal uitgerekt. Door het inkorten en hechten wordt de baarmoeder opgetrokken.


Contact

Afdeling Verloskunde en Gynaecologie

(024) 361 47 88

Voor de operatie

De operatie kan plaatsvinden onder lokale verdoving of narcose. Voorafgaand aan de operatie beoordeelt de anesthesioloog uw gezondheid. Ook bespreekt de anesthesioloog met u welke medicijnen u wel en niet mag blijven gebruiken. 


Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Na de operatie

De duur van de opname hangt af van uw herstel na de operatie. Meestal blijft u een dag in het ziekenhuis. Doe het de eerste 6 weken rustig aan.

lees meer

Controle

U heeft 1-2 nadat u thuis bent een telefonische afspraak. De doktersassistente belt u thuis op om te vragen hoe het met u gaat. Na 6 en 12 weken na de operatie komt u op controle bij de gynaecoloog op de polikliniek. 

Meer informatie


Complexe gynaecologie

We onderzoeken en behandelen patiënten met goedaardige (benigne) gynaecologische problemen, zoals bekkenbodemproblemen, endometriose, verzakking, bekkenbodempijn en kinderen met aangeboren gynaecologische afwijkingen.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet