Wat is een intra-aortale ballonpomp?
Een intra-aortale ballonpomp is een pompje dat in de aorta wordt geplaatst om de bloedsomloop van een patient te ondersteunen na een ingreep. Een ballonpomp is altijd tijdelijk. lees meerWat is een intra-aortale ballonpomp?
Een intra-aortale ballonpomp is een pompje dat in de aorta wordt geplaatst om de bloedsomloop van een patient te ondersteunen na een ingreep. Een ballonpomp is altijd tijdelijk. Hij wordt vooral gebruikt bij ernstig zieke patienten die een hartkatheterisatie hebben gehad of die aan een hart-longmachine hebben gelegen.De patienten liggen dan nog op de intensve care of hartbewaking.
Wat doet de pomp?
Artsen plaatsen in de aorta een pompje waaraan een kleine ballon vastzit. lees meerWat doet de pomp?
De ballonpomp wordt in de aorta geplaatst. Dat is de grote lichaamsslagader die het bloed ontvangt uit de linker hartkamer. Aan de pomp zit een kleine ballon vast.Tijdens de ontspanningsfase van het hart wordt het ballonnetje opgeblazen en tijdens de samentrekkingsfase wordt het ballonnetje weer leeggezogen. Zo wordt de linkerhartkamer ontlast en de bloedcirculatie naar het hart ondersteund.
Antibiotica
De pomp kan bacteriële infecties veroorzaken. Daarom krijgt een patient met een ballonpomp altijd antibiotica.Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meerLokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.
Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.
Bijwerkingen
Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.
Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.
Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.
Na de verdoving
Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.
Verpleegafdeling Hart, Vaat en Long C4
Op de verpleegafdeling Hart, Vaat en Long (C4) werken de volgende specialismen nauw met elkaar samen: Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Longziekten en Heelkunde.
lees meer