Verzorging

Patiëntenzorg Behandelingen Heupdysplasie met gipsbroek

Over de behandeling

Uw kind is opgenomen op een van de verpleegafdelingen van het Amalia kinderziekenhuis voor een contraströntgenfoto (arthrogram) en het aanmeten van een gipsbroek.

Wat is heupdysplasie?

Bij een normaal heupgewricht passen de heupkom en heupkop goed op elkaar. De kom is diep genoeg om de kop te omvatten en voldoende steun te geven. De kop kan soepel ronddraaien in de kom. Bij een heupdysplasie wordt de heupkop onvoldoende overdekt door de heupkom. lees meer

De behandeling

We maken een contraströntgenfoto, waarop we de vorm en positie van de heupkom en heupkop kunnen zien. Om het heupgewricht goed op zijn plaats te houden, meten we een gipsbroek aan bij uw kind. Lees meer

Voorlezen

De behandeling

Contraströntgenfoto (arthrogram)

Een arthrogram is een contraströntgenfoto van het gewricht. De contrastvloeistof zorgt ervoor dat naast het bot ook kraakbeen, bindweefsel en gewrichtskapsel goed zichtbaar is op de monitor en de röntgenfoto’s. Dit onderzoek doen we onder narcose op de operatiekamer. We desinfecteren de huid rondom het gewricht en dekken het gebied eromheen af met steriele doeken. De arts prikt vervolgens met een naald in het gewricht en controleert met een röntgenfoto de positie van de naald. Als de naald op de juiste plaats zit, spuiten we het contrastmiddel in en maken we één of meerdere foto’s. Door de contrastvloeistof kunnen we de vorm en positie van de heupkom en heupkop bepalen. Meestal is de kom niet volledig gevormd en dus te klein. Het kan ook zijn dat de heupkop ovaal is, waardoorn de kop en kom meestal niet goed op elkaar zitten. We zetten de heupkop en heupkom in de juiste positie tegen elkaar, waardoor het nog zachte kraakbeen tijdens de verdere ontwikkeling van uw kind de juiste vorm aanneemt.

Gipsbroek

Om het heupgewricht goed op zijn plaats te houden, meten we een gipsbroek aan bij uw kind. Een gipsbroek is een rondom aangelegd verband, gemaakt van sneldrogend, lichtgewicht kunststof. De binnenkant bestaat uit zacht materiaal dat de huid goed beschermt. We brengen het gips aan van de tepellijn tot aan de enkels of tenen met een uitsparing rond het kruis. Voor de stevigheid plaatsen we soms een stok tussen de benen van het gips. Pas tijdens de behandeling bepalen we hoe we uw kind precies ingipsen. Dit hangt af van de stabiliteit van het gewricht. Uw kind draagt de gipsbroek meestal zes weken. Na de eerste zes weken krijgt uw kind een afspraak op de poli om het gips te controleren. Soms is het nodig dat uw kind een tweede periode van zes weken een gipsbroek krijgt.

Na de behandeling

Aangezien uw kind met een gipsbroek niet in een autostoeltje past, krijgt u vóór het aanmeten van de gipsbroek op de polikliniek een aanvraagformulier voor het CBR.

lees meer

Voorlezen

Vervoer
In Nederland is het verplicht een kind te vervoeren in een goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem (autostoeltje met ECE-keurmerk). Aangezien uw kind met een gipsbroek niet in een autostoeltje past, krijgt u vóór het aanmeten van de gipsbroek op de polikliniek een aanvraagformulier voor het CBR. Hiermee kunt u een ontheffing voor het gebruik van een autostoeltje aanvragen. Het volledig ingevulde formulier stuurt u met begeleidende brief naar het CBR. Op deze manier mag u uw kind vervoeren zonder goedgekeurd kinderbeveiligingssyteem. Ook bestaan er speciale autostoeltjes die u kunt huren.
In het ziekenhuis informeert de verpleegkundige u over het verzorgen van uw kind met de gipsbroek. Het verzorgen van uw kind vraagt extra tijd.

lees meer
Het is belangrijk om op scherpe randjes van het gips te letten en drukplekken. Controleer ook regelmatig de voeten van uw kind.

lees meer
Voorlezen

Gips controleren

Scherpe randjes: Het is belangrijk om thuis regelmatig het gips te controleren op scherpe randjes. Wanneer u merkt dat er scherpe randjes aan het gips zitten, kunt u deze afplakken met badstof afplak tape, deze krijgt u bij ontslag mee van uw verpleegkundige.

Drukplekjes: het is belangrijk om te letten op eventuele drukplekken door het gips. Om drukplekken te voorkomen kunt u uw kind regelmatig even op de buik leggen zodat uw kind in een andere houding ligt. Ook raden wij aan om de voetjes iets hoger te leggen dan de romp door opgerolde handdoeken onder de benen van uw kind te leggen. Het gips duwt dan minder in de rug en de hakken.

Voetjes: controleer regelmatig of de voeten van uw kind warm aanvoelen en roze van kleur zijn. Neem contact op met de gipskamer wanneer u denkt dat het gips te strak om de voeten zit.
Bied uw kind vaker dan normaal kleine porties eten aan. U mag uw kind zolang het een gipsbroek heeft niet bij de oksels optillen.

lees meer
Voorlezen

Eten en bewegen

Eten en drinken: bied uw kind vaker dan normaal kleine porties eten aan. Omdat uw kind veel ligt kan hij of zij eerder last krijgen van oprispingen.

Mobiliteit: uw kind mag alles doen met de gipsbroek wat hij of zij uit zichzelf kan. U mag uw kind niet stimuleren om zich om te draaien of te gaan lopen.

Dragen en vervoeren: u mag uw kind zolang het een gipsbroek heeft niet bij de oksels optillen. Ondersteun altijd het onderlichaam, dit vanwege het gewicht van de gipsbroek. U mag uw kind op schoot nemen. Zorg er dan voor dat de benen worden ondersteund en dat u zelf voldoende ondersteuning heeft.
Meestal maken we ter controle eerst een röntgenfoto. Als de heupkom en heupkop de juiste vorm en positie hebben, verwijdert de gipsverbandmeester het gips op de gipskamer.

lees meer

Voorlezen

Verwijderen gipsbroek
Meestal maken we ter controle eerst een röntgenfoto. Als de heupkom en heupkop de juiste vorm en positie hebben, verwijdert de gipsverbandmeester het gips op de gipskamer. De gipsverbandmeester gebruikt daarbij een zaagje. Dit kan voor kinderen soms wat beangstigend zijn omdat het veel lawaai maakt. Het zaagje gaat alleen door de harde laag en stopt bij de zachte wattenlaag. De gipsverbandmeester knipt de zachte laag samen met de kous door met een schaar. De benen van uw kind zien er wat schilferig uit door de dode huidcellen. Deze verdwijnen vanzelf binnen een aantal dagen. U mag de benen zo nodig insmeren met bodylotion. Uw kind kan wat spierpijn krijgen omdat de beentjes uit een gedwongen stand komen. Hiervoor kunt u zo nodig een pijnstiller geven, bijvoorbeeld een paracetamol (zetpil). Meestal mogen kinderen op eigen initiatief gaan lopen en kruipen. De spierkracht in de benen wordt zo vanzelf weer opgebouwd.