Moet ik dagelijks mijn temperatuur meten?

Wij adviseren u om gedurende de eerste 2 weken na ontslag ’s ochtends en ’s avonds uw temperatuur te meten. Als u zich niet lekker voelt, koude rillingen heeft of temperatuursverhoging van meer dan 38 graden Celsius gedurende 2 opeenvolgende dagen, bel dan uw huisarts. Als u een klepprothese, vaatprothese of ander synthetisch materiaal geïmplanteerd heeft gekregen, is het heel belangrijk om alert te zijn op temperatuursverhoging.
 

Over een hartoperatie

Er zijn twee soorten operaties: een omleidingsoperatie en een klepoperatie.
  • Tijdens de operatie maken we een omleiding om één of meerdere vernauwde of verstopte kransslagaders heen. Deze operatie wordt ook wel een bypassoperatie of een aortocoronaire bypassoperatie genoemd.

    lees meer


  • Klepoperatie

    Als u ernstig vernauwde of lekkende hartkleppen heeft, kunnen we die repareren of vervangen. Uw behandelend chirurg bespreekt met u wat voor u de beste behandeling is. Er zijn mechanische- en biologische kunstkleppen. Allerlei aspecten zijn van belang bij de keuze van de kunstklep. De cardioloog en de chirurg nemen dit voor de operatie uitgebreid met u door.

Contact

Afdeling Cardio-thoracale Chirurgie

(024) 361 45 90

Risico's van een hartoperatie

Bij de meeste patiënten verloopt de hartoperatie en de fase daarna zonder problemen. Toch kunnen er onverwachts problemen ontstaan. lees meer

Risico's van een hartoperatie

Bij de meeste patiënten verloopt de hartoperatie en de fase daarna zonder problemen. Toch kunnen er onverwachts problemen (complicaties) ontstaan. Ziekten of aandoeningen kunnen het risico verhogen, bijvoorbeeld overgewicht, longaandoeningen, suikerziekte en een verminderde functie van het hart.

Nabloeding

Na de operatie kunt u bloed verliezen. Meestal stopt het bloeden binnen enkele uren met behulp van stollings-medicijnen. Soms is een nieuwe operatie (resternotomie) nodig om de oorzaak van de nabloeding te bekijken. In het algemeen heeft dit weinig invloed op het verdere beloop en uw herstel.

Hart-infarct

Tijdens de operatie kan, mede door de aanwezigheid van aderverkalking, schade aan het hart optreden. Dit heeft in het algemeen weinig invloed op het beloop na de operatie.

Beroerte (CVA of TIA)

Tijdens de operatie kan schade optreden aan andere organen zoals uw hersenen. Ook dit heeft met de aanwezigheid van aderverkalking te maken. Soms lijdt dit tot blijvende restverschijnselen (verlamming, spraakproblemen). Deze complicatie is vrij zeldzaam.

Verminderde nierfunctie

Bij mensen die vooraf aan de operatie al een verminderde nierfunctie hebben (vaak is dit alleen in de bloeduitslagen te zien) kan het zijn dat na de operatie ondersteuning (dialyse) nodig is. Dit is meestal tijdelijk.

Ritmestoornissen

Een deel van de patiënten (30%) heeft in de eerste dagen na de operatie last van ritmestoornissen. Meestal is er sprake van een onregelmatige en versnelde hartslag (atriumfibrilleren). Door medicijnen herstelt dit gewoonlijk binnen één tot enkele dagen. Soms is er een elektrisch schokje (cardioversie) nodig om de hartslag normaal te krijgen.

Verwardheid (delier)

Na een hartoperatie bestaat er een verhoogde kans op tijdelijke verwardheid (delier). Hierdoor kunt u onrustig zijn, last hebben van slaapproblemen maar ook waanbeelden kunnen voorkomen. In het algemeen herstelt zich dit na enkele dagen, maar soms kan het langer aanhouden. Met name voor de familie kan dit confronterend zijn. Dagelijks bespreken de arts en de verpleegkundige de situatie van de patiënt. Lees hier meer over delier.

Wondproblemen

Soms ontstaan genezingsproblemen en ontstekingen van uw wonden (borstbeen en benen). Mensen met overgewicht en suikerziekte lopen een licht verhoogd risico op deze problemen. Door behandeling met antibiotica geneest dit meestal. Soms moeten we uw wonden opnieuw operatief behandelen. Als dit het geval is moet u meestal langer in het ziekenhuis blijven.

Afdeling Cardio-thoracale Chirurgie

De afdeling Cardio-thoracale Chirurgie van het Radboudumc richt zich op de chirurgische behandeling van hart- en longziekten.

lees meer

De voorbereiding

Het is belangrijk dat u een actuele lijst van uw medicijnen meeneemt. Als u allergisch bent voor bepaalde medicijnen, laat dit dan aan ons weten. Op de dag van de operatie mag u geen vette crèmes gebruiken. lees meer

De voorbereiding

Scheren

U mag zich 5 dagen voor de operatie niet schermen op de plek van de ingreep om het risico op een infectie te verkleinen. 

Vette crème

Gebruik op de dag van de operatie geen vette crèmes. Vette crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden.

Sieraden, make-up en protheses

Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Als u acryl of gelnagels heeft, moet u deze vóór de operatie van alle vingers te laten verwijderen.

Veiligheid

Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voor de operatie neemt het hele operatieteam een zogenaamde ’Time out’ om uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden te controleren.

Medicijnen

Het is belangrijk dat we precies weten welke medicijnen u gebruikt. Daarom vragen wij van u:
  • Schrijf op welke medicijnen u gebruikt en neem deze lijst mee.
  • Vraag bij uw apotheek een actuele lijst op van uw medicijnen.
  • Stel vragen als de medicijnen er anders uitzien dan u verwacht.
  • Neem, indien mogelijk, uw eigen medicijndoosjes mee om te laten zien aan uw arts of uw verpleegkundige.
  • Laat weten voor welke medicijnen u allergisch bent.
De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en met welke u moet stoppen. Als u bloedverdunners gebruikt, overleg met uw behandelend arts of u deze mag blijven gebruiken.
Neem bij opname al uw medicijnen mee. De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de juiste inname. Mochten er wijzigingen in de medicatie nodig zijn dan bespreekt de arts of de verpleegkundige dit met u.

Uw voorbereiding op de operatie

Voor de operatie


Bezoek preoperatieve polikliniek

Tijdens uw bezoek aan de pre-operatieve polikliniek vinden er een aantal onderzoeken plaats. Ook is er een algemene bijeenkomst voor u en uw familie en andere patiënten. lees meer

Bezoek preoperatieve polikliniek

Wanneer besloten is dat u geopereerd wordt volgt meestal een wachttijd. In de meeste gevallen plaatsen we u op de operatielijst. Soms is het om medische redenen nodig om onmiddelijk in te grijpen. In dat geval kan de wachtperiode zeer kort zijn. Tijdens het bezoek aan de pre-operatieve polikliniek krijgt u te horen in welke week we u waarschijnlijk opereren. U krijgt telefonische de definitieve operatiedatum te horen. Dit is uiterlijk een dag voor de operatie.

Voorafgaand aan de operatie ontvangt u per post een uitnodiging van de pre-operatieve polikliniek. Bij de brief ontvangt u ook een ‘Geneesmiddelenoverzicht voor ziekenhuisopname’ en het ‘Vragenformulier pre-operatieve polikliniek’.  We vragen u deze formulieren in te vullen en naar ons terug te sturen door middel van de antwoordenveloppe. Als u veel medicatie gebruikt of twijfelt over namen of dosering dan kun u het geneesmiddelenoverzicht laten invullen door uw apotheek.

In de brief staat hoe laat en waar we u verwachten. Tijdens uw bezoek aan de pre-operatieve polikliniek is er een algemene informatiebijeenkomst waarin u samen met uw familie en medepatiënten (en diens familie) uitleg krijgt over het verloop van deze dag en de gehele gang van zaken rondom de hartoperatie. Ook kunt u vragen stellen. De fysiotherapeut informeert u over het mobiliseren na de operatie en neemt ademhalingsoefeningen met u door.

Het is belangrijk dat u een aantal zaken meeneemt naar uw afspraak:
  • uw medicijnen
  • een apothekers overzicht van de medicijnen die u thuis gebruikt
  • uw verzekeringsbewijs en een geldig legitimatiebewijs. Nieuwe patiënten worden om een wettelijke legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs of identiteitskaart) gevraagd.

Onderzoeken

Tijdens u afspraak op de pre-operatieve polikliniek vinden er een aantal onderzoeken plaats (bloed, eventueel urine en hartfilm). Ook bezoek u de cardio-thoracale chirurg, de cardio-anesthesioloog (ook wel narcotiseur genoemd) en de verpleegkundige. Eventueel test de fysiotherapeut de spierkrachten van uw ademspieren. Voor de operatie moet u een longfoto laten maken. Hiervoor ontvangt u een aparte uitnodiging. Deze afspraak kan voor of tijdens uw bezoek aan de prepolikliniek gepland zijn.

Begeleiding

U doet er goed aan u te laten begeleiden door iemand uit uw naaste familie of vriendenkring. Deze persoon kan bij gesprekken aanwezig zijn en weet dan ook wat er gaat gebeuren. Vóór de operatie krijgt u nog een gesprek met de chirurg die u gaat opereren. Als u nog vragen heeft, aarzel dan niet deze te stellen.

Hulp

De naderende operatie is iets waar u naar uitkijkt, maar waarschijnlijk ook tegenop ziet. Een hartoperatie is niet alleen een lichamelijke ingreep, het is ook een ingrijpende gebeurtenis voor u en uw directe omgeving. Mogelijk heeft u vragen over:

Mogelijk bent u iemand die niet gewend is hiervoor bij anderen aan te kloppen. Het kan juist heel belangrijk zijn voor uw hele genezingsproces om dit wél te doen. Daarom zijn er naast medici, verpleegkundigen en fysiotherapeuten ook een psycholoog, een pastor en een maatschappelijk werker verbonden aan de afdeling Cardio-thoracale Chirurgie. Als u behoefte heeft aan een dergelijk gesprek dan kunt u dit melden bij de arts of verpleegkundige. Zij regelen dan een afspraak voor u.


Fysiotherapie vóór uw hartoperatie

Na een hartoperatie kunt u een longcomplicatie (bijvoorbeeld een longontsteking) oplopen. Daarom krijgt u vóór de operatie een trainingsprogramma voor uw ademspieren. Hierdoor worden uw ademspieren sterker en verkleinen we de kans op een longcomplicatie. lees meer

Uw opname

Op de dag voor de operatie verrichten we nog enkele onderzoeken zoals een hartfilm en nemen we bloed af. Voor de operatie moet u nuchter zijn.

lees meer

Uw opname

Een dag vóór opname krijgt u meestal tussen 10.00 en 12.00 uur telefonisch bericht van het Planbureau. U krijgt dan te horen waar en op welk tijdstip u wordt verwacht. In de meeste gevallen nemen we u op de verpleegafdeling Cardio-thoracale Chirurgie op.

Na aankomst op de verpleegafdeling neemt de secretaresse uw persoonsgegevens met u door. De verpleegkundige geeft uitleg over de gang van zaken op de afdeling. Van de verpleegassistent krijgt u een rondleiding op de afdeling. Als u wilt kunt u ook al een bezoek brengen aan de Intensive Care en Medium Care.
De dag voor de operatie

  • Op de dag voor de operatie worden nog enkele onderzoeken verricht, waaronder een hartfilm en bloedafname.
  • U maakt kennis met medewerkers van de verpleegafdeling en de chirurg die u opereert. Tijdens het gesprek met de chirurg krijgt u uitleg over de operatie en de risico’s die de operatie met zich mee brengt.
  • Als u niet op de preoperatieve polikliniek bent geweest, informeert de fysiotherapeut u over het mobiliseren na de operatie en neemt hij of zij de ademhalingsoefeningen met u door.
  • Aan het eind van de middag voor de operatiedag komt de anesthesioloog met u praten. Deze arts zorgt voor de narcose en is verantwoordelijk voor uw lichamelijk welzijn tijdens en vlak na de operatie. Besproken wordt hoe u in slaap wordt gebracht, waar u wakker wordt, en welke medicijnen u krijgt in de nacht voorafgaand aan de operatie. Ook hoort u van de anesthesioloog vanaf welk tijdstip u niet meer mag eten, drinken en roken.
  • Om de kans op infecties te verkleinen krijgt u een neuszalf: Bactroban.
  • Als u wilt kunt u slaapmedicatie krijgen.

De dag van de operatie

Afhankelijk van het tijdstip van de operatie maken we u wakker. Ter voorbereiding krijgt u pijnstillers en een rustgevende tablet. U krijgt zuurstof via een neusbril toegediend. U krijgt een operatiejasje aan. De operatieafdeling geeft telefonisch aan de verpleegafdeling door wanneer we u naar de operatiekamer brengen.


Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Begeleiding familie

Jonny de Swart en Odette van Acker zijn familiebegeleiders op de afdeling Cardio-thoracale Chirurgie. U, en uw familie, zullen hen in de periode voor en na de operatie regelmatig tegenkomen. lees meer

Begeleiding familie

Jonny de Swart en Odette van Acker zijn familiebegeleiders op de afdeling Cardio-thoracale Chirurgie. U, en uw familie, zullen hen in de periode voor en na de operatie regelmatig tegenkomen. Zo kunt u ze spreken tijdens de informatiebijeenkomst op de pre-operatieve polikliniek.
  • Tijdens de opnamedag bezoekt een van hen u en uw familie en geven zij uitleg over het verloop van uw opname en beantwoordt uw vragen. Wanneer u wilt kunt u dan samen met hen een bezoek brengen aan de afdeling Intensive Care.
  • Tijdens de operatie wordt uw familie geïnformeerd over het verloop van de operatie. Op verzoek kan één van hen aanwezig zijn bij het gesprek dat de chirurg heeft met uw familie na de operatie.
  • Na de operatie komen zij bij u langs en kunnen eventuele vragen beantwoorden of u doorverwijzen naar de juiste persoon.
  • Mocht u niet tevreden zijn of op- en aanmerkingen hebben dan kunt u hiermee ook bij hen terecht. Zij proberen dan samen met u een oplossing te vinden.

Voorzieningen en opvang familie

Tijdens de operatie kan de familie wachten in de familiekamer van de Intensive Care C3a of C3b. Er is daar een gastvrouw- of man aanwezig. Na de operatie zal de chirurg uw familie persoonlijk inlichten over het verloop van de operatie.

lees meer

Voorzieningen en opvang familie

De wachtperiode tot aan de operatie kunt u meestal samen met uw familie doorbrengen. Tijdens de operatie kan de familie wachten in de familiekamer van de Intensive Care C3a of C3b. Er is daar een gastvrouw- of man aanwezig. Na de operatie zal de chirurg uw familie persoonlijk inlichten over het verloop van de operatie. Vindt de operatie ‘s morgens plaats dan vragen we uw familie om vanaf 11.30 uur in de familiekamer aanwezig te zijn. Als de operatie 's middags is, dan wordt uw familie vanaf 16:00. De chirurg belt uw familie op als zij er niet bij kunnen zijn. In dat geval laat u een telefoonnummer achter waarop uw familie goed bereikbaar is.

Na de operatie

Uw partner en familie zijn na de operatie welkom op de Intensive Care. Hier zijn geen bezoektijden. Wel verzoeken wij uw partner en familie om de bezoektijd en -duur af te stemmen op uw toestand, zo mogelijk in overleg met u. Meer dan twee bezoekers per patiënt zijn niet toegestaan. Zijn er méér dan twee personen op bezoek dan kunnen zij elkaar afwisselen. Zij kunnen dan wachten in de familiekamer.

Maaltijden en overnachten

Voor maaltijden kan familie terecht in het restaurant op de eerste verdieping bij de hoofdingang. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als u ver weg woont, is het voor uw partner of andere relatie, familielid mogelijk tegen een redelijke vergoeding vlakbij het Radboudumc te overnachten. Wij raden uw partner aan niet alleen in het hotel te blijven maar iemand mee te nemen. De secretaresse van de verpleegafdeling kan u hierover verder informeren.

Contactpersoon

Het is wenselijk binnen de familie één persoon als ‘bezoekcoördinator’ aan te wijzen die contactpersoon is voor de afdeling en het bezoek regelt. Zowel overdag als ‘s nachts kan de contact- persoon op de Intensive Care informeren hoe het met u gaat. Dit kan ook telefonisch gebeuren. Op werkdagen is van 10.30 tot 15.30 uur een gastvrouw aanwezig.

Na de operatie


Nazorg

Na de operatie gaat u naar de Intensive Care. Na enkele dagen plaatsen we u over naar Medium Care. Als de extra bewaking niet meer nodig is, komt u op de verpleegafdeling te liggen. Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk weer gaat bewegen. De fysiotherapie begeleidt u hierbij. lees meer

Nazorg

Intensive Care

Na de operatie gaat u naar de Intensive Care waar u intensief wordt bewaakt en verzorgd. Op deze afdeling is veel technische apparatuur aanwezig die nodig is voor de voortdurende controle van uw hartslag, bloeddruk en temperatuur. De eerste uren bent u nog via een beademingsbuisje in uw keel aangesloten op een beademingsmachine. Dit apparaat ondersteunt uw eigen ademhaling. Het apparaat koppelen we zo snel mogelijk af. Op de Intensive Care zijn altijd gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen aanwezig. Uw partner en familie zijn na de operatie welkom op de Intensive Care. Wij verzoeken hen om de bezoektijd en -duur af te stemmen op uw toestand, zo mogelijk in overleg met u. Er mogen maximaal 2 mensen tegelijk op bezoek komen. Zijn er méér dan 2 personen op bezoek dan kunnen zij elkaar afwisselen. Zij kunnen dan wachten in de familiekamer. Het is wenselijk om binnen de familie één persoon als ‘bezoekcoördinator’ aan te wijzen die contactpersoon is voor de afdeling. Hij of zij regelt ook het bezoek. Zowel overdag als ‘s nachts kan de contactpersoon op de Intensive Care informeren hoe het met u gaat. Dit kan ook telefonisch. Op werkdagen is van 10.30 tot 15.30 uur een gastvrouw aanwezig of de afdeling.

U start al op de intensive care met fysiotherapie. De dag na de operatie krijgt u weer normaal eten, eventueel vloeibaar als u dit beter verdraagt. U houdt wel uw eigen dieet. Iedere dag komt een cardio-thoracale chirurg, een assistent en een cardioloog u tijdens de ochtendvisite bezoeken. Als u vragen heeft over de medische verzorging kunt u deze nu stellen.

Medium Care

Afhankelijk van de operatie en het verloop van uw herstel plaatsen we u over naar de Medium Care. Op de Medium Care controleren we continue uw hartslag, bloed en ademhaling. U blijft meestal één tot enkele dagen op Medium Care.

Verpleegafdeling

Vanaf het moment dat extra bewaking van uw hartritme niet meer nodig is, gaat u naar een patiëntenkamer op de verpleegafdeling. We streven ernaar dat u door dezelfde verpleegkundige wordt verzorgd en begeleid. Dit is zowel voor u als verpleegkundige het prettigst.

Op de verpleegafdeling kan het soms nodig zijn dat uw harritme bewaakt wordt door middel van telemetrie. Dit betekent dat we een kastje met draden op uw bovenlichaam vastmaken. Dit kastje is verbonden met beeldschermen op de hartbewaking. Ook op de gangen van de verpleegafdeling hangen beeldschermen. Op deze beeldschermen is, naast uw hartritme, de afdeling, uw kamernummer en ook uw naam te zien. Wij zijn ons ervan bewust dat zo uw persoonlijke gegevens te zien zijn voor andere patiënten en bezoekers. Dit is voor uw veiligheid. De verpleegkundige die voor u zorgt kan uw hartritme beter bewaken als uw naam in beeld is. Wij hopen dat u dit begrijpt. Mocht u hierover nog vragen of opmerkingen hebben dan kunt u terecht bij de verpleegkundige. Wanneer u met telemetrie bewaakt wordt mag u niet mobiel bellen. Dit kan storing veroorzaken op de beeldschermen. 

Bloedsuikergehalte

In de dagen na de hartoperatie kunnen uw bloedsuikers hoger zijn dan normaal, ook als u geen diabetes (suikerziekte) heeft. Dit komt door de grote inspanning die uw lichaam levert om te herstellen van de operatie. Uit wetenschappelijk onderzoek is bekend dat het herstel van een hartoperatie positief beïnvloed wordt als het bloedsuikergehalte rondom de operatie goed wordt geregeld. De verpleegkundige controleert daarom na de operatie regelmatig uw bloedsuiker met een vingerprik. Als uw bloedsuikers te hoog worden (boven de 10), kan het tijdelijk nodig zijn om insuline injecties toe te dienen om de bloedsuikerwaarden te verlagen.


Acute pijn

Acute pijn is een kortdurende pijn en heeft meestal een duidelijke oorzaak, namelijk weefselbeschadiging. Acute pijn is onaangenaam, maar heeft een belangrijke beschermende functie. lees meer

Fysiotherapie na de hartoperatie

Na een hartoperatie verandert uw ademhaling, omdat de operatiewond pijn doet. Om uw ademhaling zo snel mogelijk weer normaal te krijgen, oefenen we vóór de operatie samen met u hoe u het beste adem kunt halen. Na de operatie gaat u zelf met deze oefeningen aan de slag. lees meer

Bewegen na een hartoperatie

Voor een goed herstel is het belangrijk dat u zich aan een aantal leefregels houdt. lees meer

Ontslag en revalidatie

Als u voldoende hersteld bent kunt u meestal na 7 dagen naar huis. Als u een klepoperatie heeft ondergaan krijgt u antistollingstabletten en is controle bij de trombosedienst nodig. De hartrevalidatie van patiënten vindt plaats buiten het Radboudumc. 

lees meer

Ontslag en revalidatie

Als alles goed gaat, worden patiënten die uit een ander ziekenhuis komen (en daar onder behandeling zijn van een cardioloog) overgeplaatst naar het ‘eigen’ ziekenhuis. Dat kan vanaf 3 tot 4 dagen na de operatie. Er worden uitgebreide richtlijnen meegegeven voor uw verdere behandeling. Het vervoer naar het streekziekenhuis gebeurt per ambulance.

Naar huis

Als u voldoende hersteld bent en enigszins gemobiliseerd, meestal na 7 dagen, kunt u naar huis. U krijgt een brief mee voor de huisarts. Wilt u deze brief bij uw huisarts laten afgeven, liefst nog op de dag van ontslag? Vóór ontslag heeft u het ‘traplopen’ geoefend. Het is dan ook meestal niet nodig thuis een bed naar beneden te laten halen, tenzij de arts dit aanraadt. Eventueel kunt u thuiszorg aanvragen. De verpleegkundige bespreekt dit met u.

Revalidatie

De hartrevalidatie van patiënten vindt plaats buiten het Radboudumc. Als u niet onder behandeling bent in het Radboudumc overlegt u met uw cardioloog en fysiotherapeut in het eigen ziekenhuis. De verdere poliklinische controles gebeuren bij de cardioloog bij wie u ook vóór de operatie onder behandeling was. U kunt zelf de afspraak maken.

Een belangrijk deel van uw revalidatie gaat u zelf doen. U gaat steeds meer dagelijkse activiteiten zelf doen. Dit kan in het begin moeilijk zijn want uw lichamelijke conditie is nog slecht, dus bent u snel moe. Probeer iedere dag de grens van de activiteiten vooruit te schuiven. Met deze instelling bereikt u uiteindelijk uw doel. Als u zich ongerust maakt kunt u de problemen bespreken met de huisarts of de specialist in het ziekenhuis. De revalidatie is erop gericht u weer zo sterk te maken als vóór uw ziekte. Het gebeurt nogal eens dat u de (goed bedoelde) aandacht van uw omgeving ervaart als een te grote bescherming. Andersom kunnen anderen onvoldoende begrip hebben, bijvoorbeeld als ze u stimuleren tot flinkheid en het oppakken van uw oude werk.

Trombosedienst

Als u een klepoperatie heeft ondergaan krijgt u antistollingstabletten. Hiervoor maakt de verpleegkundige voor u een afspraak bij de trombosedienst. Ook bij enkele hartritmestoornissen schrijven we antistollingstabletten voor en is controle bij de trombosedienst nodig.

Medicijnen

De medicijnen die u gebruikt staan vermeld op de geneesmiddelenkaart die u van de verpleegkundige krijgt.


Controle

Na 5 tot 6 weken vindt een telefonisch nazorggesprek plaats. Als u al problemen had tijdens uw opname, komt u voor een controleafspraak op de polikliniek. Bent u niet onder behandeling bij het Radboudumc? Maak dan zelf een afspraak met uw arts. lees meer

Controle

Na 5 tot 6 weken vindt een telefonisch nazorggesprek plaats. De verpleegkundige van de afdeling belt u op. Onderwerpen die tijdens dit telefonisch gesprek aan bod komen zijn uw algemene gezondheidstoestand, toestand van de borstholte- en/of beenwond, het gebruik van de steunkousen, leefregels en bezoek aan revalidatie en cardioloog. Als u of de verpleegkundige die u spreekt twijfels heeft over een onderwerp wat besproken is, dan maakt hij of zij nog een afspraak op de polikliniek met u. Het kan zijn dat het telefonische nazorggesprek voor u niet geschikt is omdat u bijvoorbeeld al wondproblemen had tijdens opname. U krijgt dan bij ontslag meteen een poliafspraak mee, u heeft dan geen telefonische afspraak. Als u niet onder behandeling bent bij het Radboudumc maakt u na ontslag zelf een afspraak bij uw arts. Deze controle moet binnen 3 weken na ontslag plaatsvinden. De verdere poliklinische controles gebeuren bij de cardioloog bij wie u ook vóór de operatie onder controle was.

Problemen of klachten

Bij moeilijkheden, problemen of vragen in de periode na ontslag kunt u contact opnemen met uw huisarts. Als het nodig is kan de huisarts direct contact opnemen met de specialist. lees meer

Problemen of klachten

Wanneer een arts bellen?

Als u  medische problemen heeft in de (korte) periode tussen ontslag en de eerste controle bij uw eigen cardioloog, dan kunt u het beste eerst contact opnemen met uw huisarts of uw cardioloog.

Neem contact op met uw huisarts bij de volgende klachten:

  • koorts hoger dan 38,5 graden
  • als de wonden rood, dik en pijnlijk worden of als er vocht uitkomt
  • toename van de wondpijn of als u merkt dat het borstbeen los zit
  • snelle of onregelmatige hartslag
  • pijn op de borst zoals voor de operatie (Angina pectoris)
  • toename van kortademigheid bij inspanning of in rust
  • toenemende hoest en het ophoesten van geel/groen slijm

Nazorg Transferpunt

Misschien heeft u na uw bezoek aan de polikliniek, spoedeisende hulp of ziekenhuisopname nog zorg nodig. Denk hierbij aan thuiszorg, een verblijf in een zorginstelling of hulpmiddelen. Het Transferpunt van het Radboudumc helpt u met het organiseren van deze nazorg.

lees meer

Checklist voor als u het ziekenhuis gaat verlaten

Vóór u naar huis gaat is het van belang dat een aantal zaken met u zijn besproken. Weet u wat u kunt doen, als u thuis nog pijn heeft? lees meer

Checklist voor als u het ziekenhuis gaat verlaten

Vóór u naar huis gaat is het van belang dat een aantal zaken met u zijn besproken. Weet u wat u kunt doen als u thuis nog pijn heeft? In welke situatie moet u contact opnemen met een arts en wie kunt u hiervoor bereiken? Is het u duidelijk welke activiteiten u thuis al wel kunt doen en welke nog  niet?
Deze checklist bevat de meest voorkomende vragen die patiënten hebben wanneer ze weer naar huis gaan. U kunt deze checklist bijvoorbeeld gebruiken bij uw ontslaggesprek



Meest gestelde vragen

  • Wij adviseren u om gedurende de eerste 2 twee weken na ontslag ’s ochtends en ’s avonds uw temperatuur te meten.

    lees meer


  • Ik vergat de bloedverdunners in te nemen. Wat nu?

    Bloedverdunners zijn voorgeschreven omdat de arts dit noodzakelijk vindt. Het is dus belangrijk omdeze medicijnen volgens een strak schema in te nemen. Als u een mechanische kunstklep heeft of last heeft van boezemfibrilleren, is het uiterst belangrijk dat u deze medicijnen stipt inneemt. Het eenmalig vergeten veroorzaakt nog geen problemen, maar beperk dit tot een minimum. U kunt alsnog de vergeten dosering innemen. Het goed functioneren van de mechanische klep hangt mede af van het correct innemen van de bloedverdunners, dus vergeet het niet!
     

  • Kan ik seks hebben na de operatie?

    Waarschijnlijk heeft u de eerste weken na de ingreep minder zin in seks. In verband met de bloeddruk en een nog niet helemaal genezen borstbeen is het verstandig dat u in het begin voorzichtig aan doet bij het vrijen. Langere tijd na de ingreep luistert u gewoon naar uw lichaam. Bepaalde medicijnen zoals bètablokkers (bijvoorbeeld metoprolol) kunnen impotentie als bijwerking geven. Vraag eventueel uw cardioloog naar een alternatief.
     

Links

Zoekt u meer informatie over hartaandoeningen of behandelingen? Lees meer


Verpleeg­afdeling Hart, Vaat en Long C4

Op de verpleegafdeling Hart, Vaat en Long (C4) werken de volgende specialismen nauw met elkaar samen: Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Longziekten en Heelkunde.

lees meer

Onze mensen


GIDZ: Geriatrie In De Ziekenhuizen

Het geriatrisch consultatieteam ondersteunt verschillende afdelingen met hun specifieke kennis en ervaring bij de zorg voor kwetsbare ouderen.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet