Waarom fysiotherapie na een hartoperatie?
Na een hartoperatie verandert uw ademhaling, omdat de operatiewond pijn doet. Om uw ademhaling zo snel mogelijk weer normaal te krijgen, oefenen we vóór de operatie samen met u hoe u het beste adem kunt halen. Na de operatie gaat u zelf met deze oefeningen aan de slag. lees meerWaarom fysiotherapie na een hartoperatie?
Na een hartoperatie verandert uw ademhaling, omdat de operatiewond pijn doet. Om uw ademhaling zo snel mogelijk weer normaal te krijgen, oefenen we vóór de operatie samen met u hoe u het beste adem kunt halen. Na de operatie gaat u zelf met deze oefeningen aan de slag. U krijgt een kussentje waarmee u de wond kunt ondersteunen. We adviseren vrouwelijke patiënten een beha zonder beugels mee te nemen om de wond te ontlasten.
Als de wond erg pijnlijk is tijdens het hoesten, kunt u de wond extra ondersteunen met een band om uw borstkas. Deze krijgt u als het nodig is van de fysiotherapeut in het ziekenhuis.
Over de fysiotherapie
De fysiotherapeutische begeleiding start op de Intensive Care. Als het nodig is krijgt u ook nog begeleiding op de Medium Care en de verpleegafdeling. Voor uw herstel is het belangrijk dat u zo snel mogelijk start met bewegen. lees meerOver de fysiotherapie
De fysiotherapeutische begeleiding start op de Intensive Care. Als het nodig is krijgt u ook nog begeleiding op de Medium Care en de verpleegafdeling. Voor uw herstel is het belangrijk dat u zo snel mogelijk start met bewegen. Bij de gemiddelde patiënt ziet dit er als volgt uit:De eerste dag na de operatie gaat u, onder begeleiding van de verpleegkundige, zitten op de rand van het bed. De tweede dag gaat u zitten op de stoel. Zo nodig helpt de verpleegkundige u daarbij. De derde dag loopt u kleine stukjes op de kamer, bijvoorbeeld naar het toilet. De vierde dag mag u lopen op de gang. Dit mag u de volgende dagen uitbreiden totdat u met ontslag mag. Mocht het opbouwen van bewegen onvoldoende zijn, dan betrekken we de fysiotherapeut hierbij. Als het bewegen voorspoedig verloopt, kunt u dit zelfstandig doen. Als het nodig is kan een verpleegkundige u hierbij helpen.
De oefeningen
U leert op een specifieke manier inademen en huffen. Ook gaat u oefenen met een inademhalingsapparaat. lees meerDe oefeningen
U leert op een specifieke manier inademen en huffen.
-
Probeer de oefeningen zowel zittend als liggend te doen. De eerste 2 dagen zult u namelijk vaker liggend dan zittend oefenen. Als het u lukt, kunt u dit ieder uur herhalen.
-
- Adem ontspannen in- en uit door uw neus of mond. Herhaal dit 3 keer.
- Adem zo diep mogelijk in door uw neus of mond. Adem rustig uit door uw mond met getuite lippen en span daarbij uw buikspieren aan. Om uw buikspieren aan te spannen, kunt u uw navel intrekken. Herhaal dit 3 keer.
-
- Adem normaal in. Open uw mond en stoot de ingeademde lucht in 1 keer krachtig uit alsof u een spiegel wilt bewasemen. Ondersteun de wond zo nodig met een kussentje. Herhaal dit 3 keer.
Hoesten
Merkt u dat u na het huffen slijm moet ophoesten? Ondersteun dan de wond met het kussentje of de ondersteunende band en hoest vervolgens goed door om het slijm op te geven.
Door de ademhalingsoefeningen wordt slijm uit uw longen verwijderd. Opgehoest slijm mag u uitspugen of doorslikken. Wanneer u het slijm doorslikt, komt het in uw maag terecht en dat is niet erg. Het hoesten houdt uw longen schoon. -
U gaat ook trainen met een inademhalingsapparaat: de Voldyne. Hiermee traint u uw ademvolume.
- Sluit de blauwe slang op het apparaat aan.
- Adem eerst helemaal uit.
- Adem in door het mondstuk. Let op: adem niet in door uw neus!
- Zorg ervoor dat het gele cilindertje tussen de blauwe pijltjes blijft. De bovenkant van de witte zuiger geeft aan hoeveel lucht u heeft ingeademd.
- Adem rustig uit. Dit hoeft niet door het mondstuk.