Na de operatie

Uw kind gaat na de operatie een aantal uur naar de uitslaapkamer, waar hij of zij goed wakker kan worden uit de anesthesie. Hier wordt uw kind constant bewaakt aan de monitor. Zodra de situatie het toelaat mag uw kind terug naar de afdeling. Ook op de afdeling kunnen we uw kind bewaken via de monitor. Bij grotere operaties gaat uw kind mogelijk naar de intensive care.

Sommige kinderen mogen na de operatie enkele dagen niet eten, ook hier vertelt de chirurg u meer over rondom de operatie. In dat geval krijgt hij of zij een infuus om vocht- en zouthuishouding op peil te houden. Na de operatie kan het gebeuren dat uw kind vocht vasthoudt, waardoor uw kind er opgeblazen uitziet. Dit komt doordat de operatie de water- en zouthuishouding van het lichaam heeft verstoord. Dit herstelt meestal vanzelf.
Uw kind heeft na de operatie soms enkele dagen een maagslang in de neus waaraan gezogen wordt. Dit voorkomt dat uw kind moet overgeven. Om infecties te voorkomen krijgt uw kind soms eenmalig of een aantal keer antibiotica toegediend.

Om pijn te voorkomen krijgt uw kind na de operatie pijnmedicatie. Als uw kind morfine krijgt, wordt hij of zij permanent bewaakt en krijgt hij of zij een blaaskatheter. Dit omdat morfine spierverslappend is, wat ook werkt op de ademhalingsspieren en blaasspieren. Daardoor bestaat een (kleine) kans dat uw kind slechter gaat ademen. De monitorbewaking stopt zodra de morfine niet meer nodig is en er ook geen andere redenen meer zijn voor bewaking.

Na ongeveer 24 uur komen de darmen weer op gang. De arts bekijkt dan of het zuigen aan de maagslang kan worden gestopt. In dat geval bepalen we elke 3 uur retentie. Dat wil zeggen dat we via het slangetje bekijken of er nog (veel) sappen in de maag aanwezig zijn. In overleg met de arts kan uw kind dan weer voorzichtig starten met voeding. De snelheid waarmee de voeding kan worden opgebouwd is afhankelijk van de aandoening van uw kind en het verloop van het herstel. Zodra uw kind weer zelf begint te drinken, bouwen we het infuus af. Het infuus kan worden verwijderd zodra uw kind volledig zelf drinkt. De wond herstelt meestal snel. In de meeste gevallen is deze na 5 dagen dicht en dan mag uw kind weer in bad. 24 uur na de operatie mag de pleister eraf blijven. De dag na de operatie mag uw kind weer op schoot of op de stoel en kunt u verdere activiteiten voorzichtig uitbreiden. Maar ook dit hangt van de aard van de operatie af.
Patiëntenzorg Behandelingen Grote buikoperatie (laparotomie) bij kinderen

Wat is een laparotomie/grote buikoperatie?

Een laparotomie is een chirurgische ingreep waarbij de buikwand en het buikvlies geopend wordt. Meestal is een aandoening van de maag of darm, minder vaak voor lever of alvleesklier, de reden voor de operatie. lees meer

Wat is een laparotomie/grote buikoperatie?

Een laparotomie is een chirurgische ingreep waarbij de buikwand en het buikvlies geopend wordt. Meestal is een aandoening van de maag of darm, minder vaak voor lever of alvleesklier, de reden voor de operatie. Door deze ingreep komt meestal het maagdarmkanaal stil te liggen en heeft het een paar dagen nodig om weer te herstellen. De operatie geeft één of meerdere horizontale of verticale wond(en). Hoeveel wonden en de lengte van de wond is afhankelijk van de aandoening en de plaats van de operatie in de buik. De arts kan u vertellen welke buikwond uw kind krijgt. In sommige gevallen wordt ook een darmstoma aangelegd of een voedingstoegang tot de maag (gastrostomie) of de dunne darm (voedingsjejunostomie).

Contact

Afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten

(024) 361 91 90

Voor de operatie

Een buikoperatie moet vaak met spoed gebeuren. Uw kind wordt dan met spoed opgenomen. Dit is vaak een hectische gebeurtenis, omdat in korte tijd veel moet gebeuren. lees meer

Voor de operatie

Een buikoperatie moet vaak met spoed gebeuren. Uw kind wordt dan met spoed opgenomen. Dit is vaak een hectische gebeurtenis, omdat in korte tijd veel moet gebeuren. Voor de operatie maken we soms een echo, buikoverzichtfoto, MRI of CT-scan om vast te stellen wat er aan de hand is. In sommige gevallen worden er ook foto’s met contrastvloeistof gemaakt. Dit om na te gaan hoe de darm ligt en of deze gekruld, afgeknikt of erg uitgerekt is. Verder wordt bloed afgenomen en onderzocht in het laboratorium. De bloeduitslagen moeten voor de operatie bekend zijn. Voor bloedtransfusie wordt bloed in reserve gehouden. Als uw kind jonger is dan 3 maanden, dan nemen we ook bloed af bij de moeder. Als uw kind erg ziek is, dan wordt hij of zij vaak direct aan de monitor gelegd om de hartslag en ademhaling te bewaken. Als uw kind lichter is dan 4 kilogram, dan leggen we hem of haar meestal in de couveuse of een warmtebedje. Meestal krijgt uw kind op de afdeling al een infuus en mag hij of zij geen voeding meer hebben.

Als de buikoperatie minder acuut is, dan krijgt u op de polikliniek uitleg over de operatie en kunnen we de opname inplannen. Bij sommige kinderen moeten we van tevoren bijvoorbeeld nog bloed afnemen of in gesprek met de arts. Dan nemen we uw kind de dag voor de operatie op. De voorbereiding op de operatie kan dan rustiger verlopen. De meeste kinderen mogen nuchter op de dag van de operatie komen. In sommige gevallen maken we een echo, scan of foto en nemen we bloed af. Voor de operatie kijkt de kinderarts of physician assistant die aan de afdeling verbonden is uw kind na. Ook komt de anesthesioloog (slaapdokter) nog langs als uw kind nog niet op de poli werd gezien of als de actuele conditie van u kind verergerd is.

Behandeling Anesthesie bij kinderen

Als uw kind een behandeling of onderzoek onder anesthesie krijgt is het belangrijk om hem/haar goed voor te bereiden.

lees meer

Verloop van de operatie

De operatieduur is afhankelijk van de aandoening. Meestal kan de chirurg dit voor de operatie ongeveer aangeven. Heel soms wordt een drain in het wondgebied achtergelaten.

Complicaties

Na een buikoperatie kunnen verschillende complicaties optreden. Als er complicaties optreden, dan moet uw kind langer in het ziekenhuis blijven. lees meer

Complicaties

Na of tijdens een buikoperatie kunnen de volgende complicaties optreden:
  • Nabloeding
  • Infecties. Infecties in het operatiegebied in de buikholte kunnen leiden tot een buikabces. Infecties in de wond kunnen leiden tot een oppervlakkig wondabces. Om wondinfecties te voorkomen wordt bij een buikvliesontsteking soms de buikhuid na de operatie opengelaten. Hoe het abces behandeld wordt is afhankelijk van de locatie, de grootte en hoe ziek uw kind hiervan is.
  • Verstoorde wondgenezing. Soms wordt de wondgenezing verstoord, waardoor de wond, geheel of alleen onderhuids, kan openspringen. Meestal gebeurt dit 5 tot 7 dagen na de operatie. Een nieuwe operatie kan hierdoor soms noodzakelijk zijn.
  • Problemen met voeden. Soms komt na een buikoperatie de werking van de darmen niet of moeilijk op gang of treden er problemen op met de doorgang van voedsel of darmsappen. Uw kind kan dan niet normaal worden gevoed. Het is daarom soms nodig om te voeden via een infuus (de zogenaamde TPV). Meestal heeft uw kind hiervoor een “lange lijn” nodig, die onder narcose ingebracht moet worden. 
  • Soms ontstaan er problemen door verklevingen in de buik als gevolg van eerdere operaties of een ontstekingsproces. In zo’n geval is opnieuw opereren soms noodzakelijk omdat darmlissen afgeknikt of afgesnoerd kunnen zijn.
Als er complicaties optreden, dan moet uw kind langer in het ziekenhuis blijven.

Na de operatie

Uw kind gaat na de operatie een aantal uur naar de uitslaapkamer, waar hij of zij goed wakker kan worden uit de anesthesie. lees meer

Naar huis

Wanneer uw kind weer volledig zelf drinkt, de darmen goed functioneren en de wond goed is hersteld, dan mag uw kind naar huis of worden overgeplaatst naar een ziekenhuis bij u in de buurt. lees meer

Naar huis

Ontslag

Wanneer uw kind weer volledig zelf drinkt, de darmen goed functioneren en de wond goed is hersteld, dan mag uw kind naar huis of worden overgeplaatst naar een ziekenhuis bij u in de buurt. De opnameduur voor een geplande grote buikoperatie is meestal 2 tot 7 dagen. Bij ontslag maken we een afspraak op de polikliniek Kinderchirurgie.

Weer thuis

Thuis zijn meestal geen specifieke maatregelen nodig. U kunt uw kind gewoon zijn of haar gang laten gaan, en kijken of hij of zij de gewone activiteiten weer oppakt. Vaak is uw kind de eerste weken na de operatie wel eerder moe en heeft meer behoefte aan rust/slaap. Zodra uw kind zonder problemen de gewone activiteiten weer oppakt, kunnen de activiteiten worden uitgebreid, zoals sporten. De termijn hiervoor verschilt per kind. Uw kind kan vrij snel weer naar school (ongeveer binnen een week na ontslag). Vermijd in het begin extra inspanningen, zoals gym. Houd ook rekening met vermoeidheid, bijvoorbeeld door met halve dagen te beginnen.

Contact opnemen

Bij de volgende problemen is het verstandig contact met ons op te nemen.
  • koorts boven 38 graden
  • vaak en/of groen overgeven
  • toenemende buikpijn of veranderingen aan de wond (zwelling, pijn, roodheid)
  • Medewerkers
  • Intranet