Wat is een drainage?
Bij een drainage wordt een vochtcollectie weggehaald uit het lichaam, bijvoorbeeld uit een abces. Mogelijk wordt er een drain geplaatst zodat het vocht weg kan vloeien. De arts plaatst de drain met behulp van echografie of een CT-scan.Voorbereiding Wat moet u doen?
Overleg met uw behandelend arts of u uw medicatie kunt blijven innemen. Met name overleg over bloedverdunnende medicatie is van belang.
U mag tot 6 uur voor het plaatsen van de drain nog eten, let hierbij op dat de termijn voor gefrituurd eten 8 uur is. Verder mag u tot 2 uur voor de procedure heldere vloeistof drinken.
lees meerVoorbereiding Wat moet u doen?
Medicijngebruik
In overleg met uw behandelend arts mag u medicijnen die u altijd gebruikt gewoon innemen. Als u bloedverdunners gebruikt moet u met uw behandelend arts overleggen of u met deze medicijnen tijdelijk moet stoppen. Als blijkt dat u moet stoppen met bepaalde medicatie, spreek dan duidelijk af wanneer u deze weer mag innemen.
Allergie
Als u allergisch bent voor bepaalde medicatie of materialen (zoals latex of jodiumhoudend contrastmiddel), is het belangrijk dat u dit bekend maakt bij uw aanvragend arts.
Om rekening mee te houden
Als u samen met familie of ander gezelschap naar de afdeling Radiologie komt, kan tijdens het echo-onderzoek eventueel 1 begeleider bij u blijven. Als we de drain met behulp van een CT-scan plaatsen, is het niet mogelijk om een begeleider mee te nemen.
U mag tot 6 uur voor het plaatsen van de drain nog eten, let hierbij op dat de termijn voor gefrituurd eten 8 uur is. Verder mag u tot 2 uur voor de procedure heldere vloeistof drinken.
Als er sprake is van een (dag)opname in het Radboudumc, moet u zich eerst melden bij de afdeling waar de (dag)opname plaatsvindt. U krijgt op de verpleegafdeling een OK-jasje aan. Daarnaast is het raadzaam om vlak voor de ingreep naar het toilet te gaan, aangezien u na afloop 1 uur in bed moet blijven liggen. Vanuit de verpleegafdeling wordt u in een bed naar de afdeling Radiologie gebracht.
Vragen
Verwacht u dat de behandeling problemen gaat geven of heeft u vragen over de behandeling, neem dan contact op met de afdeling Radiologie.
Pijnstilling
Wij adviseren u om vooraf pijnstillers in te nemen. Niet elke pijnstiller is geschikt. lees meerPijnstilling
Wij adviseren u om vooraf pijnstillers in te nemen. U neemt deze in 1 uur voordat het onderzoek of de behandeling begint. Neemt u dan 2 tabletten paracetamol 500 mg.Pijnstillers waar Acetylsalicylzuur in zit (zoals in Aspirine) zijn niet toegestaan, evenals ibuprofen, diclofenac of naproxen, omdat deze pijnstillers invloed hebben op de stolling.
Gebruikt u al pijnstilling? Overleg dan met uw behandelaar wat u dan het best kunt doen.
Hoe werkt de behandeling?
Een drainage zorgt voor afvoer van (ontstekings)vocht, dit gebeurt via een drain (dat is een dun slangetje). De plek waar de drain moet komen wordt bepaald met behulp van echografie of een CT-scan. lees meerLokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meerLokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.
Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.
Bijwerkingen
Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.
Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.
Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.
Na de verdoving
Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.