Wat is dotteren?
Als u vernauwingen in de vaten heeft kunnen we dat behandelen met dotteren, ook wel PCI (Percutane Coronaire Interventie) genoemd. We rekken de vaten op met een soort ballonnetje. Meestal plaatsen we meteen een stent die er voor zorgt het bloedvat niet terugveert na de behandeling. De behandeling duurt gemiddeld een uur.
lees meerWat is dotteren?
De behandeling wordt uitgevoerd door de cardioloog. Een dotterbehandeling kunt u vergelijken met een hartkatheterisatie. Tijdens en na de behandeling krijgt u van de verpleegkundigen en de cardioloog uitleg. Soms kunt u de behandeling volgen op een beeldscherm.
De behandeling duurt gemiddeld een uur. Soms langer, afhankelijk van het verloop, de soort vernauwing en het aantal vernauwingen.
Verloop
U ligt op een smalle behandeltafel onder steriele doeken. Uw lies wordt verdoofd en tijdens de ingreep ligt u aan een monitor waarmee we uw hart bewaken. Verloop van de behandeling:
- Via de slagader in de lies brengt de cardioloog een hulsje in. Door dit hulsje krijgt u medicijnen toegediend die het bloed verdunnen.
- Vervolgens wordt door het hulsje een katheter geschoven tot aan het begin van de kransslagader.
- Door deze katheter wordt een stuurbare voerdraad door de vernauwing geschoven.
- Over deze voerdraad wordt een ballon in de vernauwing geplaatst. De ballon wordt gedurende korte tijd opgeblazen, waardoor het vat wordt opgerekt.
Omdat de kransslagader korte tijd helemaal wordt afgesloten, kunt u tijdelijk pijn voelen. Meestal is dit de pijn die u voorheen ook had.
Stent
Voor of tijdens de procedure kunnen we besluiten om een stent te plaatsen. Een stent lijkt op een balpenveertje of kippengaas. De stent is gemonteerd op de ballon en wordt, doordat de ballon wordt opgeblazen, in de wand van het bloedvat geplaatst. Na verloop van tijd groeit er een laagje weefsel over de stent heen.
PTCA of PCI
Dotteren is ook bekend onder de afkortingen PTCA (Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek) en PCI (Percutane Coronaire Interventie).
Na de ingreep
Na de behandeling komt u terug op de verpleegafdeling of de dagunit. We maken dan ter controle een ECG. Ook controleren we regelmatig uw bloeddruk, pols en de wond in uw lies.
lees meerAdviezen na een hartkatheterisatie of dotterbehandeling
Na de behandeling moet u thuis 2 dagen rustig aan doen. De instructies hiervoor krijgt u van de verpleegkundige en kunt u hier teruglezen. lees meerMogelijke complicaties
Bij het aanprikken wordt een gaatje geprikt in de slagader. Mede omdat u stollingwerende medicijnen krijgt, kan hierbij een bloeduitstorting of blauwe plek ontstaan. Dit verdwijnt binnen enkele weken. In zeldzame gevallen kan er een bloeding in de lies optreden. lees meerMogelijke complicaties
Bij het aanprikken wordt een gaatje geprikt in de slagader. Mede omdat u stollingwerende medicijnen krijgt, kan hierbij een bloeduitstorting of blauwe plek ontstaan. Dit verdwijnt binnen enkele weken. In zeldzame gevallen kan er een bloeding in de lies optreden.Een enkele keer kan er een allergische reactie optreden bij gebruik van contrastvloeistof. Er ontstaat dan roodheid van de huid, jeuk en soms een opgezette keel. Mocht dit bij u gebeuren, meld dit dan meteen.
Tijdens de dotterbehandeling kan een stukje van de plaque (aanslag) aan de binnenkant van het bloedvat losschieten en met de bloedstroom meegevoerd worden. Zo’n stukje kan een bloedvat plotseling afsluiten. Hierdoor kan een hartinfarct ontstaan en in uitzonderlijke gevallen een herseninfarct. Het is mogelijk dat een spoedbypass-operatie noodzakelijk is. De kans hierop is echter zeer klein.
Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meerLokale anesthesie Plaatselijke verdoving
Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.
Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.
Bijwerkingen
Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.
Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.
Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.
Na de verdoving
Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.
Verhindering
Als u op de afgesproken tijd niet kunt komen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het planbureau via telefoonnummer: (024) 361 92 76 of (024) 361 92 77Naar uw afspraak adres en route
Bezoekadres
Cardiologie
Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen
Huispostnummer: 616
Routebeschrijving
Verpleegafdeling Hart, Vaat en Long C4
Op de verpleegafdeling Hart, Vaat en Long (C4) werken de volgende specialismen nauw met elkaar samen: Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Longziekten en Heelkunde.
lees meer