Wat is curettage en cryochirurgie?
Tijdens de operatie maakt de chirurg een luikje in het bot om de tumor te bereiken. Door de opening in het bot worden de tumorcellen met een scherp lepeltje uit het bot geschraapt. Dit uitschrapen heet curettage. Cryochirurgie betekent het bevriezen van weefsel. lees meerWat is curettage en cryochirurgie?
Curettage
Tijdens een operatie maakt de chirurg een luikje in het bot om de tumor te bereiken. Door de opening in het bot worden de tumorcellen met een scherp lepeltje uit het bot geschraapt. Dit uitschrapen van het bot wordt curettage genoemd.
Cryochirurgie
Om eventuele achtergebleven tumorcellen te doden, wordt cryochirurgie toegepast. Door het weghalen van de tumor ontstaat er een holte in het bot. Deze holte wordt met vloeibare stikstof bevroren. Dit is vergelijkbaar met het bevriezen van een wratje op de huid.
Vervolgens wordt de holte in het bot opgevuld met speciaal cement of botsnippers. Als het nodig is wordt het bot versterkt met een plaat en schroeven.
In de volgende animatie is te zien hoe de behandeling eruit ziet:
In sommige ziekenhuizen wordt in plaats van cryochirurgie gebruik gemaakt van fenol. Dit is een chemische vloeistof die als doel heeft achtergebleven tumorcellen te doden. Uit onderzoek is gebleken dat beide behandelingen de zelfde resultaten hebben. Welke techniek wordt gebruikt hangt af van wat de artsen gewend zijn.
Behandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerComplicaties
Tijdens de behandeling kunnen mogelijk complicaties optreden. lees meerNa de behandeling
Door het uitkrabben van het bot en het bevriezen van het omgevende bot is dit tijdelijk verzwakt. lees meerNa de behandeling
Door de operatie is uw bot tijdelijk zwakker. Het duurt een paar maanden voor het bot weer stevig genoeg is om helemaal op te steunen. Hoe lang dit precies duurt is afhankelijk van de plaats en grootte van de tumor. Dit wordt voor de operatie met u besproken.
Gemiddeld mag u het bot 6 tot 8 weken niet of nauwelijks belasten. Als de tumor in uw arm zit, mag u die weken niet zwaar tillen. Bij een tumor in het been bestaat de nabehandeling vaak uit het lopen met krukken en kan het been niet volledig worden belast.
Herstelperiode
Na deze 6 tot 8 weken volgt nog een herstelperiode waarin de kracht wordt opgebouwd. Bij het opbouwen van de kracht wordt u waarschijnlijk begeleid door een fysiotherapeut. De herstelperiode duurt gemiddeld 3 tot 4 maanden. Het is erg belangrijk dat u na de operatie de instructies van uw arts en fysiotherapeut over het belasten van het bot opvolgt. Bij een te grote belasting van het geopereerde bot kan namelijk een breuk ontstaan.
Plaat om het bot te verstevigen
Als uw arts inschat dat er een groter risico bestaat op een breuk na de operatie, door bijvoorbeeld de plaats of grootte van de tumor, wordt tijdens de operatie een plaat op het bot aangebracht om het bot te verstevigen. Deze plaat kan in principe voor altijd blijven zitten. Soms geeft een plaat toch klachten en kan de plaat op zijn vroegst 1 jaar na de operatie worden verwijderd.
Controle
U wordt na de operatie gecontroleerd middels röntgenfoto’s, omdat er een kleine kans (2-3%) is dat de tumor na de operatie terugkeert.