Behandeling Compressie van de nervus ulnaris in de tunnel van Guyon

De operatie

We verdoven de hand met een paar prikken bij uw pols. De chirurg maakt een snee in de handpalm. Ter hoogte van de pols zoekt de chirurg de zenuw op en maakt deze in de richting van de pink vrij. De chirurg controleert of er tumoren in de tunnel zitten en verwijdert deze als die er zijn. We sluiten de wond en laten een drain achter in de wond. Dit is een afvoerbuisje voor wondvocht. Voor u naar huis gaat, verwijderen we de drain. De hechtingen zijn meestal oplosbaar.

Na de operatie

Na 2 dagen verwijdert u het drukverband. Als het geen pijn doet mag u uw hand gebruiken. U mag uw werk weer oppakken. Als u zwaar lichamelijk werk heeft, moet u de eerste week rustig aan doen. Na 2 weken komt u op controle. Als de hechtingen niet oplosbaar zijn, verwijderen we deze. U kunt het litteken verzorgen door het 2 keer per dag te masseren met een vette crème. 

Complicaties

Door de operatie kan een nabloeding of infectie ontstaan. Het kan gebeuren dat de wond niet goed geneest, het litteken pijnlijk is en/of de handpalm gevoelig is. Dit verdwijnt vanzelf. Het gevoel en/of de kracht in uw vingers kan wegblijven.

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.