Wat is een Boutonnière deformiteit?
Een Boutonnière-deformiteit ontstaat na een letsel van de pees in de vinger die het middelste vingerkootje strekt. Hierdoor ontstaat geleidelijk de typische stand van de vinger. U kunt het middelste gewricht dan niet meer volledig strekken en het eindgewricht overstrekt. lees meerWat is een Boutonnière deformiteit?
Een Boutonnière-deformiteit ontstaat na een letsel van de pees die het middelste vingerkootje strekt. Dit stukje van de pees wordt de centrale slip genoemd. De letterlijke vertaling van Boutonnière-deformiteit is ‘knoopsgatmisvorming’. Het wordt zo genoemd omdat het middelste gewricht van de vinger tussen de beide buitenste delen van de strekpees komt te zitten, zoals een knoop in een knoopsgat. Hierdoor gaat de strekpees werken als een buiger van het middelste gewricht. Op het eindgewricht van de vinger komt een (sterke) strekkracht te staan. Hierdoor overstrekt het gewricht.Er kan sprake zijn van een gesloten of open letsel. De deformiteit ontstaat meestal door een ontwrichting van het gewricht (luxatie) of een doorsnijding van de pees. Het kan ook gebeuren dat bij een hevige en/of langdurige ontsteking van het middelste gewricht van de vinger, de pees beschadigt. Er kan sprake zijn van een gescheurde pees maar ook van een pees die te lang is geworden. Doordat u in het begin vaak het middelste gewrichtje nog volledig kunt strekken, wordt een gesloten letsel met regelmaat gemist. Dit komt doordat bij een gesloten letsel de huid niet beschadigd is, maar daaronder is de pees wel gescheurd. Na enkele dagen ontstaat geleidelijk de typische stand van de vinger. U kunt het middelste gewricht dan niet meer volledig strekken en het eindgewricht overstrekt.
Symptomen
- Pijn, zwelling en/of roodheid rondom het middelste gewricht van uw vinger.
- Uw vinger kunt u in het middelste gewricht niet meer volledig strekken.
- Uw vinger overstrekt vaak in het eindgewricht. Dit is niet altijd direct zichtbaar.
De behandeling
-
Het middelste gewricht van uw vinger moet, afhankelijk van het herstel, 6 tot 8 weken in een strekspalk. Ook volgt u therapie en voert u oefeningen uit.
lees meer -
Na 6 weken testen we of u het middelste gewricht goed kunt strekken. Als u de vinger goed kan strekken, begint de oefenperiode. Tijdens het oefenen mag de spalk af.
lees meer
Tweede periode van de behandeling: na 6 weken
Behandeling
Na 6 weken testen we of u het middelste gewricht goed kunt strekken. Als u de vinger goed kan strekken, begint de oefenperiode. Tijdens het oefenen mag de spalk af. Na het oefenen moet de spalk weer om. Als u het gewrichtje nog niet goed kan strekken, verlengen we de spalkperiode met enkele weken. Als het gewricht daarna nog niet zelf gestrekt kan worden, is een operatie nodig.Oefeningen
De oefeningen van het middelste gewricht van de vinger kunnen starten, nadat u het gewricht minimaal 6 weken niet heeft gebogen en in de strekstand blijft staan. Op het moment dat u mag oefenen, leert uw therapeut u precies hoe dit moet. De oefeningen zijn eenvoudig. Het oefenen doet u zonder spalk. Na elke oefensessie doet u de spalk weer om. De oefenperiode is afgelopen wanneer u uw vinger weer volledig kunt strekken en buigen. De oefenperiode duurt ongeveer 6 weken.
Het doel van de oefeningen is dat uw strekpees (en het gewricht) weer goed gaat bewegen. Zo kunt u namelijk straks uw vinger weer goed strekken (en ook buigen). Uw vinger voelt in het begin misschien stijf aan en u hebt misschien de neiging om uw vinger weer krom te maken. Bijvoorbeeld door een vuist te maken, of in een balletje te knijpen. Dit mag niet. Elke week mag u uw vinger ongeveer 10 graden meer buigen dan de week daarvoor. Het duurt soms wel 6 weken voordat u uw vinger weer helemaal kan en mag buigen. Dit is heel normaal. Hieronder staan de oefeningen beschreven.
Let op: u mag pas door naar de volgende stap als u deze oefening tijdens de therapie heeft uitgevoerd en geleerd. U doet de oefeningen ieder uur. Ze gaan als volgt:
Stap 1
• U legt de hand op een dun boek of CD-hoesje van ongeveer 0,5 cm dik,
• Het middelste gewricht laat u ontspannen hangen. De vinger mag de tafel raken.
• Maak de vinger nu zo recht mogelijk. Hou dit 3 seconden vast.
• Herhaal deze stappen 10 keer.
Stap 2
• Hetzelfde als stap 1, maar nu mag het boek wat dikker zijn.
• Let erop dat de vinger steeds helemaal strekt.
• Herhaal dit weer 10 keer.
Stap 3
• U mag nu proberen de vingers om een dikke buis of stift te vouwen.
• Let op: u mag niet met volle kracht de vinger buigen. De beweging moet soepel aanvoelen. Uw therapeut vertelt u precies hoever u mag en hoe dik de buis of stift moet zijn.
• Tussendoor strekt u uw vinger steeds zover mogelijk.
• Herhaal dit 10 keer.
Stap 4
• Probeer nu een volledige vuist te maken.
• Als het middelste gewricht nog niet volledig kan buigen, dan is dat niet erg.
• Strek de vingers volledig.
• Herhaal dit 10 keer.
Stap 5
Wanneer het gewricht erg stijf blijft, is het soms nodig om de vinger te helpen buigen. Dit kan door middel van oefeningen waarbij u met de andere hand helpt. We kunnen ook een spalkje maken om de vingen te helpen buigen.

Afdeling Revalidatie
Het doel van revalidatie is het leren omgaan met of het verminderen van functiebeperkingen. Het gaat om aangeboren functiebeperkingen of om beperkingen als gevolg van een ziekte of trauma.
lees meer