Complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Ook bij deze operatie zijn er risico’s op complicaties, zoals een nabloeding of een wondinfectie. Ook bestaat er na de operatie een verhoogde kans op een longontsteking. Kinderen kunnen vanwege de pijn namelijk onvoldoende doorzuchten en ophoesten. Specifieke complicaties die na een antirefluxoperatie kunnen optreden zijn:
  • Uw kind drinkt slecht en/of spuugt na enkele slokken. Dit komt doordat de manchet te strak om de slokdarm zit. Dit ongemak kunnen we na 3 tot 4 weken behandelen met een oprekking van de slokdarm onder anesthesie. Tot die tijd kan uw kind alleen vloeibaar of gepureerd voedsel eten. De kans op deze complicatie is ongeveer 3%.
  • Uw kind blijft spugen na de voeding. In dat geval kan de manchet losgeschoten zijn, waardoor opnieuw een reflux ontstaat. De kans op deze complicatie is ongeveer 7%.
  • Uw kind is onrustig na de voeding door een grote hoeveelheid lucht in de maag die het kind niet kan opboeren. De kans op deze complicatie is ongeveer 35-40%.
  • Uw kind wordt na de voeding opeens klam, bleek en apathisch. Dan kan sprake zijn van het zogenaamde dumpingsyndroom. Door een verstoorde werking van de maagspier wordt de maag dan te snel leeg gemaakt. De kans hierop is ongeveer 15-25%.
  • In enkele gevallen is het nodig om tijdens de operatie de maag en/of darmen te openen. Dit verhoogt dan de kans op een infectie in het operatiegebied of aan de wond.
  • Tijdens de operatie is het risico op een bloeding van de milt verhoogd. In slechts enkele gevallen betekent dit dat de milt verwijderd moet worden.
Als uw kind complicaties krijgt, moet hij of zij langer in het  ziekenhuis blijven.
Patiëntenzorg Behandelingen Antirefluxoperatie (Fundoplicatio)

Wat is een reflux?

Als uw kind een abnormale terugvloed heeft van zure maaginhoud vanuit de maag terug in de slokdarm, dan is sprake van een reflux. lees meer

Wat is een reflux?

Als uw kind een abnormale terugvloed heeft van zure maaginhoud vanuit de maag terug in de slokdarm, dan is sprake van een reflux. Deze abnormale terugvloed van maagsappen ontstaat doordat het sluitingsmechanisme tussen de maag en de slokdarm niet goed werkt. De zure maaginhoud heeft een etsende werking waardoor de slokdarm geïrriteerd en ontstoken kan raken. In dat geval is een operatie vaak noodzakelijk. Dit noemen we de gastro-oesophageale refluxziekte.

Contact

Afdeling Anesthesiologie

(024) 365 57 55

Wanneer een antireflux­operatie?

In sommige gevallen is een operatie van een gastro-oesofageale reflux noodzakelijk. De operatie heeft ook een aantal nadelen. lees meer

Wanneer een antireflux­operatie?

We overwegen een operatieve behandeling van de gastro-oesofageale reflux als:
  • De reflux ernstige ademhalingsproblemen of tot steeds terugkerende luchtweginfecties veroorzaakt.
  • Er vernauwing van de slokdarm optreedt door de ontstekingen die door de reflux veroorzaakt worden.
  • Behandelingen met medicijnen, ingedikte voeding en houdingstherapie onvoldoende werken.
  • De reflux blijft bestaan na een leeftijd van 1-1½ jaar en het gebruik van antirefluxmedicatie levenslang noodzakelijk is.

Nadelen

Een antirefluxoperatie heeft een aantal nadelen die een belangrijke rol spelen bij de keuze om wel of niet te opereren. Een belangrijk nadeel is dat uw kind na de operatie niet meer kan overgeven. Ook niet bij de griep, hersenschudding of als hij of zij iets verkeerds gegeten heeft. Een ander nadeel is dat uw kind in de eerste maanden na de operatie ook niet kan boeren (dit komt meestal wel weer terug). Hierdoor gaat uw kind kokhalzen zonder dat het effect heeft. Omdat na de operatie de maag kleiner is geworden, kan uw kind soms geen grote hoeveelheden voeding verdragen en/of last hebben van melkproducten. Uw kind moet dan vaker met kleinere porties gevoed worden en soms is een dieet noodzakelijk.

Voor de behandeling

Uw kind wordt een dag voor de operatie opgenomen op de verpleegafdeling. Op die dag nemen we ook bloed af. lees meer

Voor de behandeling

Uw kind wordt een dag voor de operatie opgenomen op de verpleegafdeling. Op die dag nemen we bloed af bij uw kind. Een deel van het afgenomen bloed gebruiken we om de bloedgroep van uw kind te bepalen voor het geval een bloedtransfusie nodig is tijdens de operatie. Verder kijkt de zaalarts uw kind na. Dit is de kinderarts die aan de afdeling verbonden is. Op de afdeling werken ook pedagogische medewerkers. Zij begeleiden u en uw kind en helpen met het voorbereiden op de operatie. Ook komt de anesthesioloog (slaapdokter) nog langs.

Behandeling Anesthesie bij kinderen

Als uw kind een behandeling of onderzoek onder anesthesie krijgt is het belangrijk om hem/haar goed voor te bereiden.

lees meer

De behandeling

Bij de operatieve behandeling heffen we de reflux op door een plooiing van de maag bij de maagslokdarmovergang. Hiervoor kunnen we verschillende technieken gebruiken. lees meer

De behandeling

Bij de operatieve behandeling heffen we de reflux op door een plooiing van de maag bij de maagslokdarmovergang. Daarbij leggen we een deel van de maag als een zogenaamde ‘manchet’ om de slokdarm. Deze manchet laat wel toe dat het voedsel van de slokdarm in de maag komt, maar voorkomt dat maaginhoud terugvloeit in de slokdarm. De operatie vindt plaats onder algehele anesthesie. De operatie kan plaatsvinden via een laparotomie of een laparoscopie. Een laparotomie is een chirurgische ingreep waarbij de arts de buikwand en het buikvlies opent. Een laparoscopie is een kijkoperatie waarbij de arts een soort kijkbuis, een laparoscoop, gebruikt. In sommige gevallen wordt bij kinderen met een handicap, in overleg met de ouders, tegelijkertijd een maagfistel aangelegd. De arts bespreekt de keuze voor een van deze operatietechnieken met u op de polikliniek. 

De operatie duurt, afhankelijk van de omstandigheden en de gekozen operatiemethode, gemiddeld 2 tot 3 uur.

Na de behandeling

Uw kind gaat na de operatie een aantal uren naar de uitslaapkamer tot hij of zij goed wakker is. Na ongeveer 24 tot 48 uur komen de darmen meestal weer op gang. lees meer

Na de behandeling

Uw kind gaat na de operatie een aantal uren naar de uitslaapkamer tot hij of zij goed wakker is. Uw kind wordt hier constant bewaakt via de monitor. Zodra de situatie het toelaat mag uw kind terug naar de afdeling. Om de ademhaling makkelijker te maken, zetten we het hoofdeinde van het bed iets omhoog. Bij ‘grote’ kinderen ondersteunen we de benen met kussens om de buik te ontlasten. De fysiotherapeut komt langs om uw kind te helpen met ophoesten en ademhalingsoefeningen. Om te voorkomen dat uw kind last krijgt van drukplekken, helpen we hem of haar om de 3 uur bij het aannemen van een andere houding. Dit noemen we ook wel wisselligging. Omdat uw kind na de operatie tijdelijk niet of onvoldoende kan eten en/of drinken krijgt hij of zij een infuus om de vocht- en zouthuishouding op peil te houden. Door de operatie is de water- en zouthuishouding van het lichaam verstoord. Hierdoor kan uw kind vocht vasthouden en er opgeblazen uitzien. Dit herstelt zich vanzelf na 24 tot 48 uur. Uw kind heeft na de operatie meestal 1 tot 3 dagen een slang in de neus naar de maag. Door deze slang worden de maagsappen en overmatige hoeveelheden lucht afgezogen om misselijkheid te voorkomen. Om pijn te voorkomen krijgt uw kind pijnmedicatie.

Na ongeveer 24 tot 48 uur komen de darmen meestal weer op gang. De arts bekijkt dan of we kunnen stoppen met het afzuigen van de maagsappen. In dat geval bepalen we elke 3 uur retentie. Dat wil zeggen dat we via het slangetje in de neus kijken of er nog (veel) sappen in de maag aanwezig zijn. In overleg met de arts kan uw kind voorzichtig starten met voeding. De snelheid waarmee de voeding wordt opgehoogd is afhankelijk van het herstel van uw kind. Uw kind kan douchen en 5 dagen na de operatie ook in bad. De pleisters mogen er 24 uur na de operatie af. De dag na de operatie mag uw kind weer uit bed.

Complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Ook bij deze operatie zijn er risico’s op complicaties, zoals een nabloeding of een wondinfectie. Ook bestaat er na de operatie een verhoogde kans op een longontsteking. lees meer

Ontslag en weer thuis

Uw kind mag weer naar huis als hij of zij weer normaal kan eten, de wond goed is hersteld en er verder geen problemen zijn. De opnameduur voor een antirefluxoperatie is ongeveer 3 tot 7 dagen. Thuis zijn meestal geen specifieke maatregelen nodig. lees meer

Ontslag en weer thuis

Uw kind mag weer naar huis als hij of zij weer normaal kan eten, de wond goed is hersteld en er verder geen problemen zijn. De opnameduur voor een antirefluxoperatie is ongeveer 3 tot 7 dagen. Bij ontslag maken we een afspraak met u voor op de polikliniek Kinderchirurgie. Deze afspraak vindt 2 tot 4 weken na de opname plaats. Bij de meeste kinderen doen we 4 tot 6 weken na de operatie röntgenonderzoek om het resultaat van de operatie te beoordelen. Voor dit onderzoek krijgt uw kind wat contrastvloeistof te drinken waarna we enkele röntgenfoto’s maken. 

Weer thuis

Thuis zijn meestal geen specifieke maatregelen nodig. Uw kind mag in principe alles weer eten en drinken, maar bijvoorbeeld vlees of zuidvruchten kunnen soms wat moeilijker door de slokdarm. U kunt uw kind gewoon zijn gang laten gaan en bekijken hoe hij of zij de dagelijkse activiteiten oppakt. Vaak is uw kind de eerste weken na de operatie eerder moe en heeft hij of zij meer behoefte aan rust en slaap. Zodra de dagelijkse activiteiten weer zonder problemen mogelijk zijn, kunt u uitbreiden met andere activiteiten, zoals sport e.d. We kunnen daar geen vaste termijn voor geven. Uw kind mag een week na ontslag weer naar school. Vermijd extra inspanning zoals gymnastiek en houd rekening met extra vermoeidheid. Eventueel kan uw kind beginnen met halve dagen.

Wanneer contact opnemen?

Bij de volgende problemen is het verstandig om contact op te nemen met de afdeling of het secretariaat Kinderchirurgie.
  • koorts boven 38 graden Celsius
  • toenemende buikpijn of veranderingen aan de wond (zwelling, pijn, roodheid)
  • Medewerkers
  • Intranet