Week 6-12


figuur “hoera positie”
Patiëntenzorg Behandelingen Anatomische schouderprothese

Oefeningen en informatie

Als u een anatomische totale of hemi (halve) schouderprothese heeft, dan krijgt u daarna oefeningen en adviezen van de fysiotherapeut. Deze oefeningen neemt u eerst door met de fysiotherapeut en voert u daarna zelfstandig uit. De informatie op deze pagina is bedoeld als ondersteuning hierbij.

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Wat is een anatomische schouder­prothese?

Een schouderprothese is een kunstgewricht dat uw beschadigde schoudergewricht vervangt. lees meer

Wat is een anatomische schouder­prothese?

Een schouderprothese is een kunstgewricht dat uw beschadigde schoudergewricht vervangt. De chirurg heeft tijdens de operatie een pees aan de voorzijde van uw schoudergewricht (de pees van de subscapularis spier) losgemaakt om het gewricht te kunnen bereiken. Deze pees is, na afloop van de plaatsing van de schouderprothese, weer vastgehecht.


Anatomische totale schouder prothese


Anatomische hemi (halve) schouderprothese

Contact

Afdeling Anesthesiologie

(024) 365 57 55

Week 0-6


Instructies week 0-6

Om deze pees goed te laten herstellen mag u de eerste 6 weken na de operatie uw arm niet te ver naar buiten draaien. lees meer

Instructies week 0-6

Om deze pees goed te laten herstellen mag u de eerste 6 weken na de operatie uw arm niet te ver naar buiten draaien. Dit betekent dat  maximaal een hoek (x) van 95 graden (zie afbeelding) mag maken. Ook mag u uw arm niet met kracht naar binnen draaien. De fysiotherapeut legt dit aan u uit.

Houding in bed

U kunt uw arm en elleboog ondersteunen met een handdoek of kussen als u op de rug ligt. U mag de eerste 6 weken niet op de geopereerde arm liggen.

Immobilizer en sling

Zorg dat u de eerste 3 weken de immobilizer dag en nacht draagt om de schouder te beschermen. U mag alleen tijdens het oefenen en wassen de immobilizer afdoen. Uw bovenkleding trekt u aan door eerst de geopereerde arm, met een licht voorovergebogen bovenrug, door het T- shirt/hemd te doen. Zorg dat de elleboogpunt goed achterin de immobilizer zit en dat de pols iets hoger hangt dan de elleboog. U kunt eventueel gebruik maken van de duimlus om te voorkomen dat de immobilizer verschuift.


Figuur: immobilizer

Na 3 weken kunt u de immobilizer overdag vervangen door een sling. Doe de immobilizer weer om als u gaat slapen.

Figuur: sling

Activiteiten

De eerste 6 weken na de operatie mag u de arm alleen gebruiken bij lichte activiteiten, bijvoorbeeld bij het smeren van een boterham. Hierbij blijft de arm in de immobilizer of sling en mag u geen kracht zetten.
Gebruik uw arm niet om uzelf omhoog te duwen bij het opstaan  en bij het gaan zitten vanuit bed of stoel. U mag niet fietsen, bromfiets- en (zelf) autorijden. U kunt wel de gordel gebruiken in de auto, maar pak de riem met de niet-geopereerde arm.

Oefeningen

De eerste dag na de operatie begint u met het oefenen van de schouder en de arm onder begeleiding van de fysiotherapeut.
De oefeningen zorgen ervoor dat u uw schouder beter kunt bewegen en verminderen de pijn en zwelling. U kunt bij het oefenen lichte pijn ervaren, maar u mag geen scherpe pijn voelen. Zeurende pijn moet binnen 30 minuten na het oefenen weer op het oude niveau zijn.
Daarnaast is het belangrijk hoe groot u de bewegingen maakt (de grootte van de bewegingsuitslag).  De fysiotherapeut licht toe hoe u moet oefenen en wat de maximale bewegingsuitslagen zijn die u mag maken. Over het algemeen raden we aan om meerdere keren op een dag kort te oefenen. Liefst 4 á 5 keer per dag 5 minuten gedurende de eerste 6 weken.

Voor vragen kunt u terecht bij uw behandelend fysiotherapeut of bij de arts op de polikliniek.

Oefeningen week 0-6

Lees hier de pols- en vingeroefeningen, elleboogoefeningen, schouderoefeningen, schouderbladoefeningen en nekoefeningen. lees meer

Oefeningen week 0-6

Pols- en vingeroefeningen

Deze kunnen in de immobilizer uitgevoerd worden. Haal daarvoor wel de duim uit de lus.
1. Buig en strek de vingers; maak een vuist en strek de vingers
2. Breng de top van de duim naar de vingertoppen
3. Beweeg de pols voor en achterover
4. Draai de handpalm naar boven en naar beneden

Elleboogoefeningen

5. Haal hiervoor uw arm uit de immobilizer door de drukknoopjes bij de hand te openen. Ondersteun uw geopereerde arm met de andere hand. Strek en buig de elleboog met behulp van uw  niet-geopereerde arm. Om de elleboog volledig te kunnen strekken kunt u eventueel een sling of een handdoek gebruiken.


 

Schouderoefeningen

6. Pendel oefeningen
Leun voorover terwijl u zit of staat. De geopereerde arm ontspannen laten hangen en ondersteunen met de andere arm. Maak kleine draaiende cirkels en een voor- achterwaartse zwaai met behulp van uw andere arm.


7. Rotatieoefening
U zit op een stoel. Met de andere hand pakt u de pols van de geopereerde arm. Plaats de elleboog van de geopereerde arm in de zij en buig de elleboog tot 90 graden (een haakse hoek). Draai de onderarm van de geopereerde arm naar buiten tot een hoek van maximaal 95 graden.

Schouderbladoefeningen

8. Trek, als u goed rechtop zit, uw schouders op en laat ze weer ontspannen zakken.
9. Trek de schouderbladen naar elkaar toe en laat weer los.

Nekoefeningen

10. Draai met uw hoofd rustig van links naar rechts.
11. Kantel uw hoofd door uw oor naar de schouder te brengen naar links en rechts

Instructies na week 6


Week 6-12

  • U mag, in overleg met uw fysiotherapeut, de immobilizer en de sling gaan afbouwen.
  • U gaat de arm gebruiken bij lichte activiteiten zoals eten en aankleden. Voorkom hierbij de “hoera positie” (zie: lees meer).
  • Til voorwerpen die niet zwaarder zijn dan een halve kilo.
  • Gebruik de arm niet voor afduwen en opdrukken.
  • U mag op uw geopereerde zijde liggen indien dat geen pijnklachten veroorzaakt.
  • Autorijden is mogelijk na overleg met de orthopeed of fysiotherapeut. Autorijden is toegestaan als u weinig pijn heeft en u voldoende controle heeft over uw schouder en arm, waardoor het verantwoord i
  • Vermijd plotselinge, ongecontroleerde bewegingen.
Lees meer

Week 12-16

  • Niet zwaarder tillen dan 2,5 kg.
  • Vermijd plotselinge, ongecontroleerde bewegingen.
  • Blijf voorzichtig met de “hoera positie”.

Na 16 weken

  • Vermijd activiteiten die pijn veroorzaken.
  • Voer geen contactsporten of sporten uit waarbij er een hoog valrisico is.
  • Geen zwaar werk boven schouderhoogte uitvoeren.
  • Medewerkers
  • Intranet