Borstamputatie, ‘ablatio mamma’
Bij een ablatio mamma wordt de gehele borst verwijderd, het borstklierweefsel inclusief de tepel. De ribben blijven bedekt door de borstspier.
lees meerBorstamputatie, ‘ablatio mamma’
Bij een ablatio mamma wordt de gehele borst verwijderd, het borstklierweefsel inclusief de tepel. De ribben blijven bedekt door de borstspier. Door de operatie ontstaat een vrij groot litteken. De borstwand is niet altijd glad en vlak. Het litteken en omliggend weefsel kan verdikt zijn, plooien hebben of sprake zijn van enige welving van borstwand.
De borsthuid wordt veel minder gevoelig of is helemaal gevoelloos. Rond het litteken is er in het begin soms helemaal geen gevoel meer, soms trekt dit later iets bij. Soms wordt een deel van de wond juist extra gevoelig.
Kort na de operatie kan zich een hoeveelheid wondvocht ophopen onder het litteken. Dit vocht noemen we seroom. Dit herstelt zich na enige tijd, soms is het kort nodig om het seroom te verwijderen middels een punctie. Dit gebeurt poliklinisch.
Meestal is bestraling niet nodig. Als echter blijkt dat het tumor een bepaalde grote heeft of mogelijk niet ruim genoeg is weggenomen, wordt in sommige gevallen toch bestraling geadviseerd.
Als u een borstamputatie ondergaat, kunt u ervoor kiezen de borst te laten reconstrueren. Dit kan afhankelijk van het behandelplan direct of zal op een later tijdstip na afronding van de behandeling plaatsvinden. Er zijn verschillende manieren waarop de plastische chirurg de reconstructie kan uitvoeren. U kunt dit met uw behandelend arts bespreken. Zij kan u wanneer wenselijk verwijzen naar de plastisch chirurg.
Na een amputatie van de borst kunnen vrouwen gebruik maken van een uitwendige borstprothese. Het is een borstprothese die in de BH wordt gedragen. Deze wordt in gespecialiseerde lingeriezaken aangemeten. De borstprotheses zijn er in verschillende materialen, merken en maten. In de gespecialiseerde lingeriezaken wordt u hier uitgebreid over geïnformeerd. De borstprothese wordt vergoed door uw zorgverzekering.
Borstreconstructie
Als u een ablatio ondergaat, kunt u ervoor kiezen de borst te laten reconstrueren. Het is afhankelijk van het behandelplan of dit direct plaatsvind of op een later tijdstip na afronding van de behandeling. lees meerBehandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerNa de operatie
U heeft in uw arm een infuus om vocht en eventueel medicijnen toe te kunnen dienen. De wond is verbonden met een gaas. U blijft meestal 1 of 2 dagen in het ziekenhuis. lees meerNa de operatie
U wordt na de operatie langzaam wakker in de uitslaapkamer (Verkoeverafdeling). Om uw arm zit een band om uw bloeddruk te meten. Aan uw vinger zit een soort knijpertje. Hiermee meten we het zuurstofgehalte in uw bloed. U heeft in uw arm een infuus om vocht en eventueel medicijnen toe te kunnen dienen. De wond is verbonden met een gaas.Drain
In de wond zit een dun plastic slangetje (drain) dat bedoeld is om wondvocht af te voeren. Dit vocht wordt opgevangen in een drainzakje dat aan uw bed hangt. Zodra u uit bed komt plaatsen we het drainzakje in een draagtasje. Kort na de operatie kan zich een hoeveelheid wondvocht ophopen onder het litteken. Dit vocht noemen we seroom. Veelal herstelt dit na enige tijd, soms is het nodig om het seroom te verwijderen middels een punctie. Dit gebeurt poliklinisch.Pijn
Eerst bent u nog suf en misschien ook misselijk. De meeste mensen hebben een droge mond. U krijgt pijnstillers en voelt daardoor waarschijnlijk weinig pijn. Het kan zijn dat de pijn terugkomt. U kunt dan om een extra pijnstiller vragen. De verpleegkundige vraagt u naar een pijnscore. U kunt de pijn beoordelen met een cijfer, waarbij het cijfer 0 geen pijn betekend en cijfer 10 ondraaglijke pijn. Afhankelijk van de score die u geeft kan de verpleegkundige in overleg met u pijnmedicatie geven.Bewegen
Zodra de situatie het toelaat wordt u overgeplaatst naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert daar onder andere hoe zich voelt, uw bloeddruk en hartslag, de wond, de pijnscore en of u kunt plassen. Op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken. De verpleegkundige haalt het infuus uit uw arm. U mag nu ook uit bed komen. U mag uw armen gewoon bewegen ook boven schouderniveau. Als tijdens de operatie de wond is vastgehecht aan de borstspier (quilten) dan mag u minder snel bewegen met uw arm. De chirurg komt na de operatie altijd bij u langs om uitleg te geven over de operatie en zal in geval van specifieke leefregels bijvoorbeeld over het bewegen van arm u informeren.Douchen
U mag 24 uur na de operatie douchen. De smalle wondpleister blijft op de wond zitten. De chirurg verwijdert de pleister tijdens de controle. In de dagen na de operatie zult u zich weer snel zelf kunnen verzorgen en vrijer bewegen. Bewegen heeft een positieve invloed op uw herstel.Injectie tegen trombose
Om trombose te voorkomen krijgt u tijdens de opname elke avond een injectie met een antistollingsmiddel. Zodra u naar huis gaat wordt dit weer gestopt.Quilten van het wondgebied
De chirurg kan tijdens de operatie besluiten de huid vast te hechten aan de borstspier, dit heet quilten. Dit doet de chirurg om wondvocht (seroom) te voorkomen. Er wordt dan vaak ook een drukkend hemdje/band om het wondgebied aangelegd. Een drian is dan niet altijd nodig. Door het quilten kan het zijn dat u zich na de operatie minder snel vrij mag bewegen met uw arm.Dag na de operatie
In principe wordt de borstdrain de eerste dag na de operatie verwijderd. Veel vrouwen zien er tegenop om naar de wond te kijken. Het kan daarom prettig zijn om, als u dit wilt, de eerste keer samen met bijvoorbeeld uw partner en een verpleegkundige naar de wond te kijken. De verpleegkundige kan dan uitleggen wat u ziet.De verpleegkundige op de verpleegafdeling bespreekt samen met u wat u wensen zijn.
Litteken
Door de operatie ontstaat een vrij groot litteken. De borstwand is niet altijd glad, maar kan iets verdikt zijn. Dit herstelt zich meestal na een paar maanden. De borsthuid is veel minder gevoelig of helemaal gevoelloos. Rond het litteken is er in het begin soms helemaal geen gevoel meer. Dat kan later nog iets bijtrekken. Soms wordt een deel van de borsthuid juist extra gevoelig.
Uitslag en vervolg
2 weken na de operatie heeft een afspraak bij de chirurg. De chirurg controleert de wond en bespreekt met u de uitslag van het onderzochte weefsel. lees meerUitslag en vervolg
Na ongeveer 2 weken komt u op controle. De chirurg controleert de wond en bespreekt met u de uitslag van het onderzochte weefsel.
Vervolg
De patholoog bekijkt in het weggenomen weefsel of de tumor in zijn geheel is verwijderd (radicaal). Als het gezwel (mogelijk) niet ruim genoeg is weggenomen, is soms bestraling nodig. Een andere reden voor bestraling kan zijn wanneer er kankercellen in de lymfeklier(en) van de oksel worden geconstateerd.
Ook kijkt de patholoog naar eigenschappen van de tumor, zoals grootte, groeiwijze en hormoongevoeligheid. Op grond van de uitslag wordt bepaald of aanvullende behandeling nodig is. Bijvoorbeeld chemotherapie, hormoontherapie of immunotherapie.