Borstprothese

Aanmeten tijdelijke borstprothese

U krijgt in het ziekenhuis een tijdelijke borstprothese aangemeten. Dit is een hoesje van katoen, gevuld met een speciaal soort watten. Deze prothese is heel licht. U kunt deze prothese dragen totdat de wond helemaal genezen is. Ook als u bestraald wordt, kan het prettig zijn om de tijdelijke prothese nog enige tijd te gebruiken. Uw huid is dan extra gevoelig.

Voor het aanmeten van deze prothese is het prettig als u 2 goed passende BH’s met verstelbare bandjes meeneemt, die wat hoger rond uw de borst sluiten. U kunt ook een speciale prothese BH aanschaffen bij de gespecialiseerde lingeriezaken. Als u het prettig vindt mag bij het aanmeten van de borstprothese een naaste aanwezig zijn. 

Definitieve borstprothese

Het  is verstandig in ieder geval te wachten met de aanschaf van een definitieve prothese tot de wond genezen is en er geen vochtophoping (seroom) meer aanwezig is. De definitieve prothese is gemaakt van hoogwaardig siliconenmateriaal en een zachte folie. Deze prothese is duurzaam en gaat ongeveer 2 jaar mee. De borstprotheses zijn er in vele merken en maten. In de gespecialiseerde lingeriezaken wordt u hier uitgebreid over geïnformeerd. Maak van te voren een afspraak. Er wordt voor het passen ongeveer 1 uur uitgetrokken. De borstprothese wordt eens in de 2 jaar vergoed door uw zorgverzekering. Kijk voor gespecialiseerde lingeriezaken op: Gespecialiseerde lingeriezaken omgeving Nijmegen:

BreiBoezem

Een alternatief voor deze silliconen bortstprothese is de BreiBoezem. Zoals de naam al doet vermoeden zijn BreiBoezems gebreide borstprotheses. De BreiBoezems zijn comfortabel (lichtgewicht én ademend), wasbaar (100 % katoen) en ze voelen als ‘echt’ aan. 

Borstamputatie, ‘ablatio mamma’

Bij een ablatio mamma wordt de gehele borst verwijderd, het borstklierweefsel inclusief de tepel. De ribben blijven bedekt door de borstspier.

lees meer

Borstamputatie, ‘ablatio mamma’

Bij een ablatio mamma wordt de gehele borst verwijderd, het borstklierweefsel inclusief de tepel. De ribben blijven bedekt door de borstspier. Door de operatie ontstaat een vrij groot litteken. De borstwand is niet altijd glad en vlak. Het litteken en omliggend weefsel kan verdikt zijn, plooien hebben of sprake zijn van enige welving van borstwand.

De borsthuid wordt veel minder gevoelig of is helemaal gevoelloos. Rond het litteken is er in het begin soms helemaal geen gevoel meer, soms trekt dit later iets bij. Soms wordt een deel van de wond juist extra gevoelig.

Kort na de operatie kan zich een hoeveelheid wondvocht ophopen onder het litteken. Dit vocht noemen we seroom. Dit herstelt zich na enige tijd, soms is het kort nodig om het seroom te verwijderen middels een punctie. Dit gebeurt poliklinisch.

Meestal is bestraling niet nodig. Als echter blijkt dat het tumor een bepaalde grote heeft of mogelijk niet ruim genoeg is weggenomen, wordt in sommige gevallen toch bestraling geadviseerd.

Als u een borstamputatie ondergaat, kunt u ervoor kiezen de borst te laten reconstrueren. Dit kan afhankelijk van het behandelplan direct of zal op een later tijdstip na afronding van de behandeling plaatsvinden. Er zijn verschillende manieren waarop de plastische chirurg de reconstructie kan uitvoeren. U kunt dit met uw behandelend arts bespreken. Zij kan u wanneer wenselijk verwijzen naar de plastisch chirurg.

Na een amputatie van de borst kunnen vrouwen gebruik maken van een uitwendige borstprothese. Het is een borstprothese die in de BH wordt gedragen. Deze wordt in gespecialiseerde lingeriezaken aangemeten. De borstprotheses zijn er in verschillende materialen, merken en maten. In de gespecialiseerde lingeriezaken wordt u hier uitgebreid over geïnformeerd. De borstprothese wordt vergoed door uw zorgverzekering.


Contact

Polikliniek Mamma

(024) 361 38 08

Borst­reconstructie

Als u een ablatio ondergaat, kunt u ervoor kiezen de borst te laten reconstrueren. Het is afhankelijk van het behandelplan of dit direct plaatsvind of op een later tijdstip na afronding van de behandeling. lees meer

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Na de operatie

U heeft in uw arm een infuus om vocht en eventueel medicijnen toe te kunnen dienen. De wond is verbonden met een gaas. U blijft meestal 1 of 2 dagen in het ziekenhuis. lees meer

Na de operatie

U wordt na de operatie langzaam wakker in de uitslaapkamer (Verkoeverafdeling). Om uw arm zit een band om uw bloeddruk te meten. Aan uw vinger zit een soort knijpertje. Hiermee meten we het zuurstofgehalte in uw bloed. U heeft in uw arm een infuus om vocht en eventueel medicijnen toe te kunnen dienen. De wond is verbonden met een gaas. 

Drain

In de wond zit een dun plastic slangetje (drain) dat bedoeld is om wondvocht af te voeren. Dit vocht wordt opgevangen in een drainzakje dat aan uw bed hangt. Zodra u uit bed komt plaatsen we het drainzakje in een draagtasje. Kort na de operatie kan zich een hoeveelheid wondvocht ophopen onder het litteken. Dit vocht noemen we seroom. Veelal herstelt dit na enige tijd, soms is het nodig om het seroom te verwijderen middels een punctie. Dit gebeurt poliklinisch.

Pijn

Eerst bent u nog suf en misschien ook misselijk. De meeste mensen hebben een droge mond. U krijgt pijnstillers en voelt daardoor waarschijnlijk weinig pijn. Het kan zijn dat de pijn terugkomt. U kunt dan om een extra pijnstiller vragen. De verpleegkundige vraagt u naar een pijnscore. U kunt de pijn beoordelen met een cijfer, waarbij het cijfer 0 geen pijn betekend en cijfer 10 ondraaglijke pijn. Afhankelijk van de score die u geeft kan de verpleegkundige in overleg met u pijnmedicatie geven.

Bewegen

Zodra de situatie het toelaat wordt u overgeplaatst naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert daar onder andere hoe zich voelt, uw bloeddruk en hartslag, de wond, de pijnscore en of u kunt plassen. Op de verpleegafdeling mag u weer eten en drinken. De verpleegkundige haalt het infuus uit uw arm. U mag nu ook uit bed komen. U mag uw armen gewoon bewegen ook boven schouderniveau.  Als tijdens de operatie de wond is vastgehecht aan de borstspier (quilten) dan mag u minder snel bewegen met uw arm. De chirurg komt na de operatie altijd bij u langs om uitleg te geven over de operatie en zal in geval van specifieke leefregels bijvoorbeeld over het bewegen van arm u informeren.  

Douchen

U mag 24 uur na de operatie douchen. De smalle wondpleister blijft op de wond zitten. De chirurg verwijdert de pleister tijdens de controle. In de dagen na de operatie zult u zich weer snel zelf kunnen verzorgen en vrijer bewegen. Bewegen heeft een positieve invloed op uw herstel.

Injectie tegen trombose

Om trombose te voorkomen krijgt u tijdens de opname elke avond een injectie met een antistollingsmiddel. Zodra u naar huis gaat wordt dit weer gestopt.

Quilten van het wondgebied

De chirurg kan tijdens de operatie besluiten de huid vast te hechten aan de borstspier, dit heet quilten. Dit doet de chirurg om wondvocht (seroom) te voorkomen. Er wordt dan vaak ook een drukkend hemdje/band om het wondgebied aangelegd. Een drian is dan niet altijd nodig. Door het quilten kan het zijn dat u zich na de operatie minder snel vrij mag bewegen met uw arm.

Dag na de operatie

In principe wordt de borstdrain de eerste dag na de operatie verwijderd. Veel vrouwen zien er tegenop om naar de wond te kijken. Het kan daarom prettig zijn om, als u dit wilt, de eerste keer samen met bijvoorbeeld uw partner en een verpleegkundige naar de wond te kijken. De verpleegkundige kan dan uitleggen wat u ziet.
De verpleegkundige op de verpleegafdeling bespreekt samen met u wat u wensen zijn.

Litteken

Door de operatie ontstaat een vrij groot litteken. De borstwand is niet altijd glad, maar kan iets verdikt zijn. Dit herstelt zich meestal na een paar maanden. De borsthuid is veel minder gevoelig of helemaal gevoelloos. Rond het litteken is er in het begin soms helemaal geen gevoel meer. Dat kan later nog iets bijtrekken. Soms wordt een deel van de borsthuid juist extra gevoelig. 


Uitslag en vervolg

2 weken na de operatie heeft een afspraak bij de chirurg. De chirurg controleert de wond en bespreekt met u de uitslag van het onderzochte weefsel. lees meer

Uitslag en vervolg

Na ongeveer 2 weken komt u op controle. De chirurg controleert de wond en bespreekt met u de uitslag van het onderzochte weefsel.

Vervolg

De patholoog bekijkt in het weggenomen weefsel of de tumor in zijn geheel is verwijderd (radicaal). Als het gezwel (mogelijk) niet ruim genoeg is weggenomen, is soms bestraling nodig. Een andere reden voor bestraling kan zijn wanneer er kankercellen in de lymfeklier(en) van de oksel worden geconstateerd.

Ook kijkt de patholoog naar eigenschappen van de tumor, zoals grootte, groeiwijze en hormoongevoeligheid. Op grond van de uitslag wordt bepaald of aanvullende behandeling nodig is. Bijvoorbeeld chemotherapie, hormoontherapie of immunotherapie.


Borstprothese

U krijgt in het ziekenhuis een tijdelijke borstprothese aangemeten. Als de wond genezen is, kunt u een definitieve borstprothese laten aanmeten in een gespecialiseerde lingeriezaak of u kunt kiezen voor een BreiBoezem. lees meer

Borstkanker mamma­carcinoom

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Symptomen van borstkanker kunnen zijn een knobbeltje of verdikking op uw borst, een ingetrokken tepel, bloederige afscheiding uit uw tepel en een verkleurde of warme borst. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet