Diagnosefase
Diagnose-onderzoek
Gesprek met uw arts
U heeft vaak een eerste gesprek bij een neuroloog (of neuroloog in opleiding) in het ziekenhuis. Tijdens deze afspraak worden uw klachten besproken en volgt er een lichamelijk onderzoek.
lees meerGesprek met uw arts
Als er bij u de verdenking is op een hersentumor heeft u vaak een eerste gesprek bij een neuroloog (of neuroloog in opleiding) in het ziekenhuis. In dit eerste gesprek wordt gesproken over de klachten die u heeft. De neuroloog krijgt zo een indruk van enkele belangrijke hersenfuncties, zoals het denken, geheugen, spraak- en taalvermogen.
Tijdens de afspraak volgt een lichamelijk onderzoek waarbij onder andere uw kracht, gevoel, coördinatie en reflexen worden onderzocht.
In het Radboudumc maakt u ook meteen kennis met de verpleegkundig specialist neuro-oncologie.
MRI of CT-scan
Bij een verdenking op een hersentumor laat de neuroloog een MRI of CT-scan van de hersenen maken. Deze scan geeft vaak al veel informatie over een mogelijke diagnose.
Weefselonderzoek
Voor de definitieve diagnose is een scan niet voldoende. Hiervoor is weefsel uit de tumor nodig om onder de microscoop te onderzoeken.
Contact met de huisarts
De huisarts heeft een belangrijke taak in de begeleiding van u en uw familie. De behandelaren van het ziekenhuis sturen regelmatig brieven naar uw huisarts om ze op de hoogte te houden
lees meerContact met de huisarts
Een huisarts ziet op hetspreekuur maar zelden iemand met een hersentumor. Als dat al zo is, is de diagnose vaak al in het ziekenhuis gesteld.
De huisarts heeft een belangrijke taak in de begeleiding van u en uw familie. De behandelaren van het ziekenhuis sturen regelmatig brieven naar uw huisarts om ze op de hoogte te houden. Huisartsen houden meestal veel contact met de patiënt en zijn of haar familie.

Onderzoek CT-scan
CT staat voor computer tomografie. Een CT-scan is een methode om röntgenfoto's van het lichaam te maken. lees meerOnderzoek MRI-scan
Met een MRI-scan van de hersenen kunnen we een hersentumor aantonen en het beloop volgen. Het type en de graad van de tumor kunnen we vaststellen door weefseldiagnostiek. Ander onderzoek wordt verricht als daar aanleiding toe is. lees meerTumorwerkgroep Neuro-oncologie
Het multidisciplinaire team van behandelaars komt wekelijks samen tijdens het multidisciplinaire overleg Neuro-oncologie. Het team bespreekt patiënten met uiteenlopende neuro-oncologische problemen en stelt een behandeladvies op.
lees meerBehandelfase
Behandelingen
Behandelingen
Na de operatie bespreekt uw arts welke behandeling voor u het meest geschikt is.
-
Niet alle gliomen zijn even kwaadaardig. De kwaad--aardigheid van de tumor drukken we uit met ‘gradaties’.
lees meer
Laaggradig gliomen
Laaggradig (graad 1+2)
Deze tumoren groeien langzaam en ontstaan meestal bij mensen tussen de 20 en 40 jaar.
Voor behandeling van laaggradige gliomen is een combinatie van radiotherapie en chemotherapie mogelijk. Het doel van deze chemotherapie is het stoppen van de groei van de tumor.
Lees hier meer over deze behandeling.
-
Niet alle gliomen zijn even kwaadaardig. De kwaad--aardigheid van de tumor drukken we uit met ‘gradaties’.
lees meer
Hooggradig gliomen
Hooggradig (graad 3+4)
Deze tumoren groeien snel en ontstaan meestal bij mensen boven de 40 of 50 jaar.
Bij patiënten met een kwaadaardige hersentumor (glioblastoom) kiezen we voor een gecombineerde behandeling van radiotherapie en chemotherapie.
Lees hier meer over deze behandeling.