Onderzoeken en behandelingen Brandwonden bij kinderen

Het team

Voor de behandeling van brandwonden werken we samen vanuit verschillende disciplines om de beste zorg te bieden. Ons multidisciplinaire team bestaat uit:

• Verpleegkundigen
• Kinderartsen
• Kinderintensivisten
• Kinderanesthesisten
• Chirurgen (kinder, trauma, plastisch)
• Kinderpsychologen
• Pedagogisch zorgverleners
• Maatschappelijk werkers
• Fysiotherapeuten
• Ergotherapeuten
• Revalidatiearts
• MDL-arts en diëtiste
• Microbioloog

Acute opname

Op de Spoedeisende Hulp kijken we naar de luchtwegen en ademhaling van uw kind. Als het nodig is krijgt uw kind zuurstof via een masker. Daarnaast meten we de bloeddruk, de polsslag en nemen we bloed af. Om onderkoeling te voorkomen bedekken we hem of haar met warme dekens. Ook krijgt uw kind medicatie om de pijn te verminderen. Vervolgens onderzoeken we uw kind op brandwonden en eventuele andere letsels. Bij grote brandwonden geven we uw kind extra vocht via een infuus.

Om een goed beeld te krijgen van de oorzaak en de ernst, vragen wij u hoe het ongeval is gebeurd, wanneer en wat er precies is gebeurd, of de brandwond is gekoeld, of uw kind medicijnen gebruikt, of uw kind eerder in een ziekenhuis is opgenomen en of hij of zij is ingeënt.

Onderzoek

We beoordelen de brandwonden op uitgebreidheid en op diepte en nemen foto’s voor in het medisch dossier. Om de bacteriegroei vast te stellen nemen we wondkweken af. In eerste instantie krijgt uw kind een zalfbehandeling, maar we maken dan ook al een eerste behandelplan.

Risico's

De ernst van de brandwond hangt af van de diepte, de grootte, de plaats waar de brandwond zich bevindt, de leeftijd van uw kind en eventuele bijkomende letsels. De huid is het grootste orgaan van het lichaam en heeft een beschermende functie. Door verbranding van de huid verliest de huid een deel van zijn belangrijke functies. Er kan vochtverlies en infectiegevaar voor bacteriën ontstaan. Het lichaam verliest warmte en kan de temperatuur niet vasthouden.

Wat is inhalatieletsel?

Bij een brand of ontploffing kan uw kind rookbestanddelen of hete lucht hebben ingeademd. Hierdoor kan de luchtweg beschadigd zijn. Dit noemen we inhalatieletsel. 

Schade aan de bovenste luchtweg

Schade aan de bovenste luchtweg ontstaat vaak door het inademen van hete gassen. De bovenste luchtwegen bestaan uit de neus- en bijholten, de mondholte en de keel. Aanwijzingen voor schade aan de bovenste luchtweg zijn kortademigheid, een zwakke stem, schorklinkende hoest en roet in de neus of mond. 

Schade aan de onderste luchtweg

Schade aan de onderste luchtwegen ontstaat door het inademen van rookbestanddelen. De onderste luchtwegen bestaan uit de luchtpijp en de longen. Rookbestanddelen veroorzaken een ontsteking van de luchtpijp. Dit kan bronchospasmen (krampen in de luchtpijp) of longoedeem (ophoping van vocht iin de longen) veroorzaken. 

Het onderzoek

Om de ernst van de verwondingen in te schatten onderzoekt de arts de brandwonden. Om de diepte van de brandwond vast te stellen kijkt de arts naar de kleur van de wond, of er blaren zijn, of de haarvaten zich opnieuw vullen en of de wond pijnlijk of gevoelig is. Daarnaast stelt de arts enkele vragen over de oorzaak van de verwonding en of de verwondingen al zijn gekoeld. 

Soorten brandwonden

We verdelen brandwonden op basis van diepte van de wond. De huid bestaat uit 2 lagen. Dit zijn de opperhuid (epidermis) en de lederhuid (de dermis). De huid bevat ook haren, talg en zweetklieren.

Brandwonden kunnen we onderverdelen in oppervlakkig tweedegraads, diep tweedegraads, mengverbranding en derdegraads. Bij een eerstegraads verbanding is er alleen sprake van roodheid van de huid. 

• Eerstegraads verbranding

  Een eerstegraads verbanding is geen wond, maar kan wel pijnlijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan een zonverbranding.

• Oppervlakkige tweedegraads brandwond

  Bij oppervlakkige tweedegraads brandwonden ontstaan er vaak blaren. De wonden genezen meestal binnen 2 weken, vaak zonder dat er een litteken ontstaat. Deze brandwonden maken we schoon en dekken we af met een tijdelijke wondbedekker

• Diep tweedegraads brandwond

  Bij een diepe tweedegraads brandwond kan de genezing 3 weken duren. De kans is groot dat er littekens ontstaan. Die zijn vaak rood, stug, dik en hobbelig. Deze littekens noemen we hypertrofische littekens. Als deze littekens over een gewricht lopen, kan het zijn dat uw kind dit gewricht minder goed kan bewegen.

  Om hypertrofische littekens te voorkomen voeren we een huidtransplantatie uit bij diepe tweedegraads brandwonden.

• Mengverbranding

  Een mengverbranding is een combinatie van een oppervlakkige-, en diep tweedegraads brandwond. Vaak ontstaat een mengverbranding door heet water, zoals hete thee. Het is niet altijd meteen duidelijk of een operatie nodig is. De wond wordt daarom meerdere keren onderzocht. 

• Derdegraads brandwond

  Een brandwond waarbij beide huidlagen volledig verbrand zijn noemen we een derdegraads brandwond. Bij een derdegraads brandwond voeren we een huidtransplantatie uit. Een derdegraads brandwond ontstaat meestal door een vlam. De brandwond is vaak stug, maar in verhouding minder pijnlijk.

Grootte van de brandwond

Als een groot deel van het lichaam ernstig is verbrand, kan uw kind ziek worden met symptomen als een snelle hartslag, snelle ademhaling, verminderde eetlust en vermoeidheid. Het lichaam kan opzwellen door vocht in het weefsel (oedeem).

Door de vebrandingen kan een tekort aan vocht ontstaan. Dit vullen we aan via een infuus. We houden uw kind goed in de gaten en controleren onder andere hoeveel uw kind plast. Als dit te weinig is, is er sprake van een vochttekort.

Tijdelijke wondbedekker

Oppervlakkige tweedegraads brandwonden die te groot zijn om op de Spoedeisende Hulp te behandelen worden schoongemaakt op de operatiekamer. Ook worden de blaren verwijderd. Dit gebeurt onder narcose. De wond wordt vervolgens ingepakt met een wondbedekker. Dit is een soort verbandmiddel. De wondbedekker blijft zitten tot de wond genezen is. 

Op de polikliniek wordt de wondbedekker verwijderd als de huid eronder helemaal genezen is.

Naar huis of naar een andere instelling

Als de conditie van uw kind het toelaat en u zelf de wond kunt verzorgen, dan mag uw kind naar huis. Soms krijgt u hulp van de thuiszorg bij de wondverzorging. Door de verbanden nat te maken kunnen deze van de wond worden afgeweekt. Meestal mag uw kind gewoon onder de douche of in bad. U kunt dan gewone douchegel en/of shampoo gebruiken. 

Revalidatiecentrum

Als uw kind ernstige brandwonden heeft en moet revalideren, is een langdurige opname in een revalidatiecentrum nodig.

Genezing

Diepe brandwonden geven littekens. De littekens zijn vaak hobbelig, rood, verdikt en jeuken meestal (hypertrofisch litteken). Het litteken is het meest actief na 3-4 maanden na de operatie. Het kan maanden duren voordat het litteken rustiger wordt. Om dit proces te versnellen krijgt uw kind drukkleding, siliconenpleisters of siliconengel voorgeschreven. 

Pigmentverlies

Er kan ook pigmentverlies optreden. Meestal herstelt zich dit binnen een aantal maanden, maar het kan in sommige gevallen blijvend zijn. Het kan helpen om de huid weer langzaam aan het zonlicht te laten wennen. Gebruik zonnebrandcrème met een hoge factor en blijf uit de hete zonuren (van 12:00-15:00). Een sunblock smeren is niet nodig. 

Verkleuringen, wondjes en blaren

Diepe brandwonden aan de benen kunnen na lang staan paars kleuren. Dit kan ook optreden bij temperatuurwisselingen en emoties. Ook wanneer de wonden al dicht zijn vormen zich soms nog nieuwe blaren en wondjes. Dit is normaal en kan komen door stoten, wrijven of bewegen. Daarnaast kunnen, ook als de wonden al dicht zijn, pukkeltjes ontstaan. Deze verdwijnen vanzelf. 

Verzorging

Smeer het litteken dagelijks in met een neutrale bodylotion of met een voorgeschreven littekencrème. Dit helpt tegen de jeuk. Bij het dragen van de drukkleding kunt u beter geen vaseline smeren, omdat dit de stof aantast en de werking van de drukkleding vermindert.  

Drukkleding

Bij kinderen met diepe tweedegraads brandwonden en derdegraads brandwonden meten we drukkleding aan zodra de wonden dicht zijn.

Uw kind draagt de drukkleding bijna 24 uur per dag, 1 jaar lang. Door de drukkleding wordt het litteken vlakker, soepeler en minder rood. Ook vermindert het de jeuk. De drukkleding zorgt ervoor dat het litteken sneller is 'uitgerijpt' .

Drukkleding lijkt op een soort surfpak. Uw kind krijgt 2 pakken die u kunt wassen in de wasmachine. Tijdens het douchen draagt uw kind de drukkleding niet. 

Nacontrole

Na 6 weken, na 12 weken, na 6 maanden en na 12 maanden komt uw kind op controle.

De plastisch chirurg vraagt of uw kind pijn heeft en of de wond jeukt. Tijdens de controles maakt de arts foto’s van de wond om te zien hoe het geneest. Daarnaast beoordeelt de arts het litteken. Ook wil de arts weten of uw kind alles kan doen wat hij of zij voorheen ook deed. Mocht uw kind door de littekens zich niet meer goed kunnen bewegen, dan is een chirurgische hersteloperatie nodig.