Wat is een aortadissectie?
Bij een aortadissectie is er een scheur in de binnenlaag van de aorta (hoofdslagader van het lichaam).
lees meerWat is een aortadissectie?
De aorta is de hoofdslagader van het menselijk lichaam. De aorta vervoert het zuurstofrijke bloed van het hart naar de rest van het lichaam. Het eerste deel van de aorta loopt omhoog en wordt de aorta ascendens genoemd. De aorta maakt dan een bocht - de aortaboog - en loopt vervolgens naar beneden. Het naar beneden lopende deel heet de aorta descendens. Vanuit de aorta gaan kleinere slagaders naar alle organen en weefsels. De aorta wordt ook wel de levensslagader of de grote lichaamsslagader genoemd. Het hart pompt bij iedere hartslag het bloed onder grote druk (de bloeddruk) de aorta in. De aorta moet rekbaar en stevig zijn om deze druk goed op te vangen. De wand van de aorta bestaat daarom uit 3 lagen: de binnenlaag, de middenlaag en de buitenlaag.
Bij een aortadissectie is er een scheur in de binnenlaag van de aorta. Deze laag scheurt los van de andere twee lagen. Een aortadissectie ontstaat in het opstijgende deel van de aorta (Stanford type A) of het afdalende deel van de aorta (Stanford type B).
Oorzaken
Een aortadissectie kan ontstaan doordat de vaatwand van de aorta op die plek zwak is geworden. Een zwakke plek kan meerdere oorzaken hebben, zoals een langdurig te hoge bloeddruk (hypertensie). Slagaderverkalking kan ook een oorzaak zijn. Hierbij ontstaan verdikkingen aan de binnenkant van de vaatwand door een ophoping van vetten en kalkdeeltjes. Een andere oorzaak is een bindweefselafwijking. De vaatwand is opgebouwd uit verschillende bouwstenen, zoals bindweefsel. Deze bouwstenen kunnen zwakker zijn dan normaal als er een afwijking in het bindweefsel is. Een te hoog cholesterol (hypercholesterolemie) en roken kunnen ook oorzaken zijn voor het ontstaan van een aortadissectie.
Operatie of conservatieve behandeling
Mensen met een aortadissectie hebben niet altijd een operatie nodig. Of u een operatie nodig heeft, ligt aan de plek van de aortadissectie. Een operatie is nodig als de bloedvoorziening van organen en weefsels verminderd is.
lees meerOperatie of conservatieve behandeling
Mensen met een aortadissectie hebben niet altijd een operatie nodig. Of u een operatie nodig heeft, ligt aan de plek van de aortadissectie. Een operatie is nodig als de bloedvoorziening van organen en weefsels verminderd is.
Bij een type A aortadissectie – een scheur in het omhooglopende gedeelte - is bijna altijd snel een operatie nodig omdat er kans is op doorbraak naar het hartzakje. We vervangen het gescheurde deel van de aorta door een prothese via uw borstbeen (sternotomie).
Bij een type B aortadissectie is een conservatieve behandeling vaak mogelijk. Er is dan geen operatie nodig. De behandeling bestaat uit pijnbestrijding en bloeddrukregulatie. Als u wel een operatie nodig heeft, dan kan een type B aortadissectie meestal met een stentgraft behandeld worden. Dat is een stevig buisje en dat via de lies wordt ingebracht. Soms is een stentgraft technisch niet mogelijk, waardoor een operatie via het borstkas of via de zijkant van de borstkas wel nodig is.
Samen met u bespreken we welke behandeling het beste is. Na een operatie of conservatieve behandeling is de aorta helaas niet helemaal genezen. De dissectie blijft bijna altijd bestaan in een deel van de aorta. U krijgt daarom behandeling en begeleiding om nieuwe problemen te voorkomen. Medicijnen, hartrevalidatie en een gezonde levensstijl zijn hierbij enorm belangrijk.
Naar huis na een aortadissectie
Zodra u voldoende bent hersteld, mag u met ontslag en naar huis. Voordat u met ontslag gaat, heeft u een ontslaggesprek. Tijdens dit gesprek bespreken we adviezen voor thuis met u.
lees meerNaar huis na een aortadissectie
Zodra u voldoende bent hersteld, mag u met ontslag en naar huis. Voordat u met ontslag gaat, heeft u een ontslaggesprek. Tijdens dit gesprek bespreken we adviezen voor thuis met u. Ook kunt u tijdens dit gesprek vragen stellen. Het is handig om vragen van tevoren op te schrijven. Op die manier is het makkelijker om vragen te onthouden. Het is handig als uw partner of familielid bij het ontslaggesprek aanwezig is.
Een aortadissectie is een ingrijpende gebeurtenis. Hierdoor kunt u angstig en onzeker zijn. De meeste mensen hebben in de eerste fase na een aortadissectie weinig vertrouwen in het eigen lichaam. Het terugkrijgen van vertrouwen in uw eigen lichaam heeft tijd nodig. Uw partner, familie en/of vrienden moeten ook leren omgaan met de veranderingen. Dit kan spanning en onbegrip met zich meebrengen.
Een aortadissectie en medicijnen
Medicijnen spelen een belangrijke rol bij de behandeling van een aortadissectie. Dit zijn vooral bloeddrukverlagende medicijnen en soms nog aanvullende medicijnen.
lees meerEen aortadissectie en medicijnen
Medicijnen spelen een belangrijke rol bij de behandeling van een aortadissectie. Dit zijn vooral bloeddrukverlagende medicijnen. Met deze medicijnen wordt de kans op een herhaling of nieuw probleem kleiner. Er zijn verschillende soorten bloeddrukverlagende medicijnen. Bij aandoeningen aan de aorta wordt vaak gebruik gemaakt van een bètablokker. Bètablokkers verlagen niet alleen de bloeddruk. Ook de hartslag wordt lager door bètablokkers. Een voorbeeld van een bètablokker is ‘metoprolol’.
Soms is één medicijn niet voldoende en is er een combinatie van medicijnen nodig. Zo is het mogelijk een bètablokker te combineren met een angiotensinereceptorblokker. Een voorbeeld hiervan is ‘losartan’. In de eerste fase na een aortadissectie krijgt u ook pijnstillers. Het gebruik van pijnstillers kunt u thuis afbouwen. Soms is een verwijzing naar de pijnpoli nodig. Daarnaast is het mogelijk dat u cholesterolverlagende medicijnen of bloedverdunners nodig heeft.
Naast medicatie is het ook belangrijk om leefstijladviezen te volgen. Zorgprogramma’s om u te helpen bij een gezonde leefstijl zijn hartrevalidatie en een gecombineerde leefstijlinterventie. Overgewicht, te veel zoutinname en roken hebben invloed op een hoge bloeddruk.
Tips over medicijnen innemen
Neem uw medicijnen op een vast moment op de dag in. Bijvoorbeeld bij het ontbijt of voordat u gaat slapen. Door deze regelmaat denkt u makkelijker aan het innemen van medicijnen. Er bestaan ook meerdere applicaties op de mobiele telefoon die u helpen te herinneren aan het innemen van medicijnen. Sorteer uw medicijnen goed, zo voorkomt u dat u pillen vergeet of te vaak inneemt. Om medicijnen goed te kunnen sorteren kunt u gebruikmaken van een pillendoos of een pillenrol. De apothekersassistent kan hierbij helpen.
Hartrevalidatie
Na een aortadissectie kunt u aangemeld worden voor hartrevalidatie in overleg met uw behandelteam.
lees meerHartrevalidatie
Na een aortadissectie kunt u aangemeld worden voor hartrevalidatie in overleg met uw behandelteam. Hartrevalidatie start ongeveer 6 weken na ontslag uit het ziekenhuis met een intakegesprek. Als u geen operatie heeft gehad, dan mag u binnen 3 weken starten met hartrevalidatie. U mag alleen revalideren als uw bloeddruk voldoende onder controle is. Verder is het belangrijk om te trainen met aangepaste intensiteit en sommige activiteiten te vermijden (zoals zwaar tillen en competitieve sport).
Tijdens uw eerste bezoek aan de revalidatie wordt gekeken welke doelen u heeft. Mogelijke revalidatiedoelen kunnen zijn: het verbeteren van uw uithoudingsvermogen, het verbeteren van hoe u zich mentaal voelt, leren omgaan met een aortadissectie of het verminderen van risicofactoren (bijvoorbeeld het verminderen van stress of stoppen met roken). Ook is er begeleiding mogelijk het hervatten voor sport of werk.
De revalidatie wordt verzorgd door een multidisciplinair team. Dat wil zeggen dat meerdere hulpverleners betrokken zijn. U kunt daarbij denken aan een revalidatiearts, cardioloog, fysiotherapeut, diëtist, psycholoog en maatschappelijk werker. Meestal gebeurt de revalidatie op de polikliniek en duurt deze zo’n 2 tot 3 maanden, 2 tot 3 keer per week.
-
De zorgverleners meten tijdens uw hartrevalidatie regelmatig uw bloeddruk in rust meten.
- Is uw bloeddruk in rust gelijk of lager dan 130 mmHg? Dan mag u gaan trainen.
- Is uw bloeddruk in rust hoger dan 130 mmHg? Dan mag u rustig lopen en fietsen, maar niet trainen. Daarnaast zullen de zorgverleners regelmatig je bloeddruk tijdens inspanning meten.
- Is uw bloeddruk tijdens inspannen lager dan 160 mmHg? Dan bent u veilig aan het trainen.
- Is uw bloeddruk tijdens inspannen hoger dan 160 mmHg? Dan is het verstandig te stoppen en de volgende keer minder intensief te trainen.
-
Als u rustig een trap op loopt, dan wordt u minder snel moe dan wanneer u snel een trap oploopt. Dit komt omdat rustig en snel traplopen een andere mate van intensiteit is. Soms is het nodig of fijn om te bewegen met hoge intensiteit, bijvoorbeeld als je op tijd wil zijn voor de trein, maar meestal kost dit veel energie. Uw hartslag gaat omhoog en uw spieren worden sneller moe. De zorgverleners zullen tijdens uw hartrevalidatie regelmatig de intensiteit van trainen navragen.
- Scoort u een 12 of 13 op de Borg schaal? Dan is de mate van intensiteit uitstekend.
- Scoort u een 11 of lager op de Borg schaal? Dan mag u intensiever trainen.
- Scoort u een 14 of hoger op de Borg schaal? Dan mag u minder intensief trainen.
Inspanning
-
Het is belangrijk om zwaar tillen te vermijden. Tillen zorgt namelijk voor een piek in de bloeddruk en dit kan schadelijk zijn voor de aorta. Zwaar tillen is voor iedereen iets anders. Het is voor u belangrijk dat u tijdens het tillen hele zinnen kan blijven praten en niet op uw tanden hoeft te bijten. Als dit niet lukt, dan bent u te zwaar aan het tillen.
-
U mag zeker blijven sporten en het is zelfs belangrijk. In verband met de druk op de aorta is het belangrijk om een sport te beoefenen waarbij u zelf kunt kiezen wanneer u rust neemt. Verder is het verstandig om te kiezen voor sporten waarbij botsingen met andere spelers en valpartijen weinig voorkomen. Recreatief sporten is gezond. Competitief sporten kan onverstandig zijn, omdat u dan vaak niet zelf kunt kiezen wanneer u rust neemt. Verder kan competitie ervoor zorgen dat u uw eigen grenzen overgaat.
Gezonde levensstijl
Naast het goed innemen van de voorgeschreven medicijnen en hartrevalidatie, verkleint u de kans op een (nieuwe) aortadissectie of verbetert u de nog aanwezige aortadissectie door een gezonde levensstijl.
lees meerInformatiefolder
De informatie op deze pagina is gebaseerd op de patiëntenfolder die is geschreven door het Leids Universitair Medisch Centrum, UMC Utrecht, Stichting Aortadissectie Nederland en het Radboudumc.
open de folder