Behandeling
Een goede pijnbehandeling is alleen mogelijk als u weet wat u van de arts en verpleegkundige kunt verwachten en wat zij van u kunnen verwachten. Belangrijk is dat u op tijd aangeeft hoeveel pijn u heeft. lees meerPijnbehandeling
Pijn behandelen kan op verschillende manieren, zonder en met medicijnen. lees meerPijnbehandeling
-
Pijnbehandeling zonder medicijnen bestaat uit ondersteunende en verlichtende activiteiten. Activiteiten die zorgen voor afleiding, beweging en rust verminderen pijn. Een goede balans hierin vinden is belangrijk.
- Gesprek: Een geruststellend gesprek met verpleegkundige. Of een gesprek met een andere professional zoals een arts, geestelijke verzorging, psycholoog, maatschappelijk werker of mensen in uw omgeving die u kunnen helpen in het begrijpen van uw aandoening en delen van zorgen.
- Afleiding : Proberen om uw gedachten van de pijn af te leiden door een activiteit te doen, bijvoorbeeld een Virtual Reality (VR) bril, muziek, luisterboeken, televisie kijken, computer of een bord-/kaartspelletje met bezoek.
- Bewegen: Het is belangrijk om regelmatig te lopen of van houding te veranderen in bed of van bed naar stoel. Het vermindert de spanning in uw spieren. Zo kan een wandeling buiten de kamer (alleen, met bezoek of verpleegkundige) de spieren ontspannen én voor afleiding zorgen. Een fysiotherapeut kan hierin ondersteunen. Lees meer over ‘Bewegen is goed voor de mens, ook als je in het ziekenhuis ligt’.
- Warmte en koude: Warmte (hotpack) zorgt voor een vermindering van pijn door ontspanning van de spieren en een betere doorbloeding. Koude (coldpack) zorgt voor een vermindering van pijn door verminderen van de zwelling bij bijvoorbeeld ontstekingen of gewrichtspijnen.
- Ontspanning: In het ziekenhuis is het slapen vaak lastiger dan thuis door de omgevingsgeluiden en (zorgen om) het ziek zijn. Als u meer uitgerust bent, is pijn beter te verdragen. Ademhalingsoefeningen kunnen helpen, maar soms is slaapmedicatie nodig.
-
Pijnbehandeling met medicijnen bestaat ui tabletten die u kunt innemen of die u toegediend krijgt via een slangetje, bijvoorbeeld een ruggenprik (epiduraal) of infuus. Op geleide van uw pijn en gezondheidssituatie wordt een passend pijnbehandelplan opgesteld.
Als u een operatie krijgt, krijgt u informatie tijdens de afspraak met de anesthesioloog op de preoperatieve poli. U kunt daar vragen stellen over pijnbehandeling vóór, tijdens en ná de operatie. Voor en tijdens de operatie wordt pijnmedicatie toegediend via het infuus, via een ruggenprik of er wordt een lokale verdoving geplaatst om zo min mogelijk pijn ná de operatie te hebben. Als de operatie afgerond is, gaat u naar de verkoeverkamer. Op de verkoeverkamer wordt beoordeeld of de eerdere pijnbehandeling voldoende was en krijgt u zo nodig extra pijnmedicatie. Als de pijn acceptabel is, gaat u naar de verpleegafdeling. De anesthesioloog geeft advies over hoe pijn op de verpleegafdeling op een acceptabel niveau gehouden kan worden.
Als het nodig is, komt de volgende dag een speciaal team langs: de Acute Pijn Service. Zij kijken naar de pijnbehandeling op de afdeling en sturen deze eventueel bij door te advies te geven aan uw behandelend arts en verpleegkundige. De behandelend arts kan altijd contact opnemen met de Acute Pijn Service of de anesthesioloog gespecialiseerd in pijnbehandeling.
Pijnbeleid en pijnbehandeling
Het afbouwen van de pijnmedicatie
Als u 2 dagen acceptabele pijn heeft en goed kunt bewegen bij uw pijn, dan adviseren wij u te starten met het afbouwen van de pijnmedicatie. In het Radboudumc begeleidt de zaalarts u hierbij. In de thuissituatie kan dit volgens het schema dat u op deze pagina vindt. Belangrijk is dat u de opioïden geleidelijk afbouwt en niet in één keer stopt. lees meerVoordelen pijnbehandeling
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat goed onderzoek (diagnostiek) van pijn en goede behandeling van pijn veel voordelen heeft. lees meerVoordelen pijnbehandeling
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat goed onderzoek (diagnostiek) van pijn en goede behandeling van pijn veel voordelen heeft.
Pijn is goed behandeld als deze voor u acceptabel is én u goed kunt functioneren. Door goed de pijn te onderzoeken en te behandelen, kunt u beter doorademen en bewegen, wat goed is voor uw longen, stoelgang (darmen) en de functie van uw hart. De nachtrust is beter en u kunt beter eten en drinken. Hierdoor bent u minder moe en heeft meer energie, waardoor u lichamelijk en geestelijk meer aankunt. En u kunt herstellen van uw operatie, trauma, of andere aandoening met minder kans op complicaties zoals een longontsteking of trombose.
Werking van pijnmedicatie
Weinig pijnmedicatie werkt meteen. Pijnmedicatie heeft een inwerkingstijd, en die verschilt per middel en per manier waarop het wordt toegediend. lees meerWerking van pijnmedicatie
Weinig pijnmedicatie werkt meteen. Pijnmedicatie heeft een inwerkingstijd, en die verschilt per middel en per manier waarop het wordt toegediend. Daarom is het belangrijk dat u het op tijd aangeeft als u pijn begint te krijgen.
Toediening kan via tabletvorm (via de mond doorslikken of smelten onder de tong (niet doorslikken), zetpil (via de anus), pleister (via de huid), via een naaldje in het onderhuids weefsel of direct in het bloedvat (infuus).
Het medicijn moet via zijn toedieningsroute in uw bloedbaan komen om effect te kunnen hebben. Als u een tablet inneemt, dan moet deze eerst via de maag, of via het mondslijmvlies (tablet onder de tong), of via het slijmvlies van de endeldarm (zetpil) opgenomen in de bloedbaan. Dit geldt ongeveer hetzelfde voor een pleister waarbij de opname via de huid plaatsvindt. Bij deze toedieningswegen duurt het langer voor het medicijn in de bloedbaan komt dan wanneer het rechtstreeks wordt toegediend in de bloedbaan (infuus).
Eenmaal in de bloedbaan heeft het middel een bepaalde spiegel (ook wel concentratie genoemd). Die spiegel is direct na toediening hoog en gaat vervolgens dalen. De daling van de concentratie komt doordat het middel door het lichaam wordt opgeruimd. Medicijnen, en dus ook pijnmedicatie, worden verwerkt door de lever en de nieren. Daarom kan het zijn dat als u een verminderde werking van de lever of nieren heeft, u een aangepaste dosering krijgt. Het opruimen van het middel door het lichaam kost tijd. Dit is voor ieder middel weer verschillend.
Als u continu pijn heeft, is het belangrijk dat er een spiegel van pijnmedicatie in het bloed aanwezig is om voor voldoende pijnstilling te zorgen. Hierdoor kan het nodig zijn om al een nieuwe pijnmedicijn te nemen voordat de pijn weer begint toe te nemen en voor u niet meer acceptabel is. Daar zijn ook de doseringsadviezen in de bijsluiter op gebaseerd.
Als u een piekende pijn heeft die kort aanwezig is, is deze spiegel minder van belang, maar moet er wel een middel gegeven worden dat snel werkt. U neemt het pijnmedicijn wanneer het nodig is.
Bij een combinatie van continue en kortdurende pijn (dit is in de meeste situaties zo), krijgt u onderhoudspijnmedicatie op vaste tijdstippen en kortwerkende pijnmedicatie bij pijn op de momenten dat dat nodig is.
De dosering van uw pijnmedicijn en manier van toediening wordt aangepast aan de oorzaak van uw pijn, uw verdere gezondheidssituatie en effect van de behandeling.
Verschillende soorten pijnmedicatie
Het behandelen van uw pijn kan met verschillende soorten pijnmedicatie. Ze zijn in te delen in groepen. lees meerVerschillende soorten pijnmedicatie
Het behandelen van uw pijn kan met verschillende soorten pijnmedicatie. Ze zijn in te delen in groepen:
- Behandeling via tabletten of injectie
- Behandeling via een pijnpomp:
- Medicijn via een bloedvat (infuus) via PCA pomp
- Medicijn(en) via een ruggenprik of via lokale verdoving van een lichaamsdeel
Naast medicijnen die pijn verminderen, kunt u zelf in veel gevallen ook iets aan de pijn doen. Bijvoorbeeld ontspanning en afleiding zoeken of een opluchtend gesprek voeren met iemand die een luisterend oor biedt.
Toediening
Behandeling via tabletten of injectie
We starten meestal met pijnmedicatie die de minst bijwerkingen kan opleveren. Afhankelijk van de ernst van de pijn en het effect van behandeling voegen we daar andere pijnmedicatie aan toe. lees meerBehandeling via tabletten of injectie
We starten meestal met pijnmedicatie die de minst bijwerkingen kan opleveren. Afhankelijk van de ernst van de pijn en het effect van behandeling voegen we daar andere pijnmedicatie aan toe.
Paracetamol
Paracetamol werkt pijnstillend en verlaagt koorts. Het geeft over het algemeen geen bijwerkingen. De inwerkingstijd is afhankelijk van de manier van toediening: als tablet of zetpil begint de werking na ongeveer 30 minuten en als infuus na ongeveer 10 minuten. De paracetamol wordt ingenomen met een tussentijd van ongeveer 6 uur. Bijvoorbeeld 3 keer bij de maaltijd en voor het naar bed gaan (u hoeft er niet voor wakker te worden).
NSAID
NSAID ( Non Steroidal Anti-Inflammatory Drug) is een ontstekingsremmer, zoals diclofenac, ibuprofen, naproxen of indomethacine. NSAID’s zijn pijnstillend, ontstekingsremmend en verlagen koorts. Daarnaast, kunnen ze bepaalde verkrampte spieren laten ontspannen, zonder dat het spierverslappers zijn, bijvoorbeeld bij menstruatiepijn en koliekpijn (pijn door niersteen of galsteen).
NSAID’s zijn beschikbaar als tablet, zetpil of als infuus. Bij een tablet of zetpil is de inwerkingstijd ongeveer 30 minuten.
We adviseren om deze tabletten niet op een lege maag in te nemen. Omdat maagklachten kunnen voorkomen bij gebruik van een NSAID, krijgt u soms een ‘maagbeschermer’. De arts bepaalt of dat nodig is. Ook gaat de arts na of er redenen zijn waarom u beter geen NSAID’s kunt nemen. Bijvoorbeeld bij een verminderde werking van uw nieren, een maagzweer of bepaalde hartaandoeningen.
We adviseren u om bovenstaande pijnmedicatie op vaste tijden in te nemen, ook wanneer de pijn voor u op dat moment acceptabel is.
Opioïden (morfine-achtige middelen )
Opioïden zijn krachtige pijnmedicijnen die het pijnsignaal dempen dat via de zenuwen naar de hersenen wordt gestuurd. De meest voorkomende opioïden zijn tramadol, buprenorfine (temgesic), oxycodon en morfine.
Deze medicijnen kunnen worden voorgeschreven als u nog pijn heeft ondanks het gebruik van paracetamol en een NSAID, of omdat u geen NSAID mag gebruiken. Ze zijn er in verschillende toedieningsvormen: (smelt)-tabletten, drank, pleisters, via een naaldje in het onderhuids weefsel, direct in het bloedvat (infuus) of via ruggenprik. De inwerkingstijd is afhankelijk van de manier van toedienen.
Opioïden kunnen bijwerkingen geven zoals een verminderd reactie- en concentratievermogen, sufheid, obstipatie, misselijkheid, jeuk, verwardheid, onderdrukking van de ademhaling. Om bijwerkingen te verminderen krijgt u soms extra medicatie toegediend: bijvoorbeeld movicolon. Dit is een laxeermiddel om obstipatie (verstopping) te voorkomen.
Eigen pijnmedicatie
Gebruikt u pijnmedicatie thuis en u wordt opgenomen, breng ze dan mee naar het Radboudumc. Uw behandelend arts bespreekt met u of u deze tijdens uw opname kunt blijven gebruiken. Als u de pijnmedicatie mag blijven gebruiken, krijgt u deze tijdens de opname uit de ziekenhuisapotheek. Het is belangrijk dat u tijdens de opname niet meer uw eigen pijnmedicatie (thuismedicatie) gebruikt om te voorkomen dat u te veel pijnmedicatie krijgt.
Behandeling via pijnpomp
Pijnstilling via de pijnpomp kan op verschillende wijzen. Opioïden via bloedvat (infuus) of via ruggenprik of via lokale verdoving van een lichaamsdeel. lees meerBehandeling via pijnpomp
-
U krijgt een opioïde (morfineachtig middel) via een bloedvat (infuus) toegediend op het moment dat u drukt op de knop (PCA). Het medicijn loopt niet continu in het bloedvat.
Lees meer over het zelf bedienen van een pijnpomp.
-
Epidurale katheter (‘ruggenprik’), pijnmedicatie via een slangetje in de ruimte rond het ruggenmerg
Hierdoor kan een gedeelte van het lichaam verdoofd worden, zoals de borstkas, buik of onderbenen, afhankelijk van waar de pijn zit. Via de katheter in de rug krijgt u continu pijnmedicatie toegediend waardoor een deel van het lichaam gedeeltelijk verdoofd wordt. Pijnmedicatie die via een epidurale katheter wordt gegeven bestaat uit een lokaal verdovingsmiddel, eventueel gecombineerd met een opioïde. Meestal is het mogelijk om bij onvoldoende effect zelf extra pijnmedicatie toe te dienen door te drukken op de knop van de pijnpomp (PCA).
Lees meer over het zelf bedienen van een pijnpomp.
Locoregionale katheter, verdovingsmedicatie rondom zenuwen, verdoven van een bepaald lichaamsdeel
Bij een locoregionale verdoving wordt via een slangetje rondom een zenuw of zenuwbundel een gedeelte van het lichaam verdoofd, bijvoorbeeld een arm, been, gedeelte borstkas/buik. Het pijnmedicijn dat via deze katheter wordt toegediend is een lokaal verdovingsmiddel. Het is soms mogelijk om bij onvoldoende effect zelf extra pijnmedicatie toe te dienen door te drukken op de knop van de pijnpomp (PCA).
Lees meer over het zelf bedienen van een pijnpomp.
Wacht niet te lang en vraag op tijd hulp!
Door uzelf regelmatig een lage dosis pijnstilling toe te dienen, kunt u hevige pijnpieken voorkomen. Dien uzelf dus op tijd een pijnmedicijn toe. Verminder de pijn zowel bij rust als bij beweging. U kunt bijvoorbeeld pijnmedicatie toedienen voorafgaand aan de verzorging of een inspanning.In Keuzehulp Anesthesiologie (hoofdstuk 2 en 3) kunt u meer lezen over deze verschillende vormen van pijnstilling.
Het zelf-bedienen van de pijnpomp (PCA)
PCA (Patiënt Controlled Analgesia) pomp betekent dat u zelf bepaalt of u extra medicijnen tegen de pijn nodig heeft. lees meerHet zelf-bedienen van de pijnpomp (PCA)
PCA (Patiënt Controlled Analgesia) pomp betekent dat u zelf bepaalt of u extra medicijnen tegen de pijn nodig heeft. U krijgt een drukknop die is verbonden met de pijnpomp. Zodra u pijn begint voelen, drukt u op de knop van de pomp. U hoort dan een piepje bij de pomp. Op dat moment wordt er pijnstillende medicatie toegediend. Het duurt enkele minuten voordat de pijn minder wordt. Als de pijn onvoldoende afneemt, dan drukt u weer op de knop. Dit kunt u net zolang herhalen tot de pijn voor u acceptabel is, dan stopt u met drukken. De pomp is zodanig ingesteld dat u zichzelf nooit te veel pijnstilling kunt toedienen. De pomp houdt voor u de tijd in de gaten en bepaalt wanneer u weer een volgende dosis mag hebben. Drukt u binnen deze vastgestelde tijd dan geeft het pompje geen medicijnen. Het is de bedoeling dat u de pijnpomp zelf bedient en dat niemand anders dit voor u doet omdat u zelf de pijn voelt.
Afdeling Anesthesiologie
De afdeling Anesthesiologie houdt zich bezig met zorg voor, tijdens en na operaties.
lees meer