Patiënttevredenheid
We willen graag weten hoe patiënten onze zorg ervaren. Zo kunnen we de zorg verbeteren. Daarom meten we de patiëntenervaringen. Patiënten waardeerden in 2019 de ziekenhuisopname gemiddeld met een 8,4. Het polikliniekbezoek waardeerden zij gemiddeld met een 8,5. lees meerPatiënttevredenheid
We willen graag weten hoe patiënten onze zorg ervaren. Zo kunnen we de zorg verbeteren. Daarom meten we de patiëntenervaringen. Het Radboudumc doet dit sinds september 2019 - net als alle andere umc’s in Nederland - met een nieuwe vragenlijst: de Patiëntervaringsmeting (PEM). Deze vervangt de Consumer Quality index (CQi). De nieuwe vragenlijsten zijn korter en ook geschikt voor mensen die niet goed bekend zijn met medische termen. De vragen gaan over thema’s die passen bij de zorgverlening van nu, zoals samen beslissen. We nodigen onze patiënten per e-mail uit om een vragenlijst in te vullen.
We krijgen een ruime 8
Ruim 47% van de uitgenodigde patiënten vulde in 2019 de vragenlijst in over de ziekenhuisopname. Ruim 37% van de uitnodigde patiënten vulde de vragenlijst over poliklinische zorg in. Mooie cijfers, want meer patiënten vulden de vragenlijsten in dan bij de CQ-vragenlijsten.Patiënten waardeerden in 2019 de ziekenhuisopname gemiddeld met een 8,4. Het polikliniekbezoek waardeerden zij gemiddeld met een 8,5. Op meerdere onderdelen scoorden we gemiddeld zelfs hoger dan een 9,5. Hierbij viel op dat het vertrouwen in de arts hoog scoorde. Het meest opvallende verbeterpunt ging over de informatie over de poliklinische wachttijd. Een ander verbeterpunt was de informatie over de bijwerkingen van medicijnen die patiënten tijdens een opname krijgen.
We gaan deze nieuwe manier van meten goed evalueren: wat gaat goed en wat kan beter? Vanaf medio 2020 willen we patiënten via een continumeting vragen naar hun ervaringen.
Actuele informatie op onze website
Bekijk de actuele resultaten van onze zorg op onze website (ook Radboudumc-brede resultaten).Incidenten in onze zorg
Wij proberen de beste, professionele zorg te bieden. Toch kan er onbedoeld iets niet goed gaan, waardoor een patiënt schade oploopt, had kunnen oplopen of nog kan oplopen. Deze incidenten en bijna-incidenten melden onze medewerkers via een systeem van Decentraal Incidenten Melden (DIM). lees meerIncidenten in onze zorg
Wij proberen de beste, professionele zorg te bieden. Toch kan er onbedoeld iets niet goed gaan in onze zorg, waardoor een patiënt schade oploopt, had kunnen oplopen of nog kan oplopen. Deze zogenoemde incidenten en bijna-incidenten melden onze medewerkers via een systeem van Decentraal Incidenten Melden (DIM). Het gaat hierbij niet om ernstige of fatale schade. Dankzij de meldingen kunnen we de kwaliteit en veiligheid van onze zorg monitoren en verbeteren, zodat we herhaling in de toekomst voorkomen. Incidenten of bijna-incidenten hoeven, in tegenstelling tot calamiteiten, niet gemeld te worden aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Aantal en soorten meldingen
In 2019 zijn 4.975 DIM-meldingen gedaan. Dit zijn 1.026 meldingen minder dan in 2018 (6.001 meldingen). Verklaringen voor deze daling zijn onder andere tijdgebrek om te melden, een verhoogde werkdruk op de afdelingen, de invoering van nieuwe richtlijnen en werkprocessen waardoor problemen zijn opgelost. Daarnaast worden er geen incidenten meer gemeld in het systeem op de volwassen Intensive Care. Dit gebeurt niet meer vanwege het project ZInvolle REgistratie (ZIRE). Hierin gaat de IC op een andere manier om met het melden van incidenten en verbeteracties, om de registratielast te verminderen met behoud van kwaliteit van zorg.
In 2019 zijn de volgende soorten DIM-meldingen gedaan:
- incidenten: 60,0%
- bijna-incidenten: 28,8%
- gevaarlijke situaties: 11,2%
Een incident is een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die tot schade aan de patiënt heeft geleid of in de toekomst zou kunnen leiden.
Een bijna-incident is een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die de patiënt niet heeft bereikt (omdat de gevolgen op tijd zijn onderkend en gecorrigeerd) of waar de gevolgen niet van invloed zijn op het fysiek, psychisch of sociaal functioneren van de patiënt.
Een gevaarlijke situatie is een situatie waarin een grote kans bestaat dat zich een incident zal voordoen en waarbij geen patiënten betrokken zijn.
Van iedere DIM-melding bepalen we hoe groot het risico is. In vergelijking met 2018 is hierin niet veel veranderd:
- klein risico: 20,1% (19,7% in 2018)
- middelgroot risico: 69,7% (69,2% in 2018)
- groot risico: 10,0% (11,3% in 2018)
- zeer groot risico: 0,2% (0,2% in 2018)
De drie grootste type meldingen in 2019 zijn:
- communicatie en administratie: 28,8% (23,6% in 2018)
- medicatie: 21,1% (20,1% in 2018)
- behandeling en verzorging: 15,7% (16,9% in 2018)
Verbeteracties
Regelmatig gaan we Radboudumc-breed met verbeteracties aan de slag. Dat doen we bijvoorbeeld op basis van trends of bijzonderheden. In 2019 vonden verbeteracties plaats op onderstaande onderwerpen:
Pre-analystische laboratoriumproces
Over het pre-analytische laboratoriumproces kwamen 175 (28,4%) meldingen binnen in 2019:
- 70: onjuiste monsterconditionering (bijvoorbeeld: de afname is niet volgens protocol uitgevoerd)
- 40: patiëntverwisseling (verkeerde labeling)
- 25: monster niet (op tijd) aangekomen op het laboratorium
- 40: overig
Door bovenstaande incidenten konden bijvoorbeeld bepaalde onderzoeken niet plaatsvinden. Ook ontvingen deze patiënten geen of onjuiste gegevens over hun onderzoek. We hebben daarom in 2019 de knelpunten geanalyseerd van het pre-analytische laboratoriumproces en het project ‘Kwaliteitsborging van de preanalyse in het Radboudumc&rsquo uitgevoerd. Hieruit kwamen verbeterpunten als: het centraliseren van het pre-analyse proces op de poliklinieken, het aanstellen van een proceseigenaar met mandaat, het vormen van een pre-analyse commissie en scholing en toetsing van het pre-analyse proces via de Radboudumc Health Academy.
Medicatie
Meer dan de helft van de meldingen in 2019 binnen de categorie 'medicatie' gaat over de processtappen 'voorschrijven' en 'toedienen'. Bij het 'voorschrijven' valt op dat '(nieuwe) medicatie niet, verkeerd, onvolledig of onduidelijk voorgeschreven’ hoog scoort. Bij het 'toedienen' gaat het om ‘niet toegediende medicatie’. In 2019 hebben we een nadere analyse van deze processtappen voorbereid, om in 2020 tot concrete aanbevelingen te komen. Het aantal meldingen over niet-scanbare medicatie is in 2019 gedaald. Ook het aantal meldingen over ‘logistiek’ en ‘te late leveringen’ is gedaald. We blijven dit monitoren.
Rondom het onderwerp medicatie hebben we in 2019 verschillende verbeteracties uitgezet, zoals: het verbeteren van het assortimentsbeheer, het verhelderen van het beleid rondom de locatie van de barcode (strip of omverpakking) en het onderzoeken van mogelijkheden voor aanvullende analyse van de processtappen. Onze medicatiecommissie bewaakt de voortgang van de verbeteracties.
Antistolling
Het aantal DIM-meldingen voor antistolling is duidelijk verminderd ten opzichte van 2018. Wel blijven we inzetten op verbetering in dit onderwerp. In 2019 volgden betrokken collega's bijvoorbeeld onderwijs op het gebied van antistolling. Deze gaan we in 2020 verder ontwikkelen en invoeren in ons opleidingsbeleid. Daarnaast vindt verdere ontwikkeling in het elektronisch patiëntendossier (Epic) plaats en gaan we een dedicated verpleegkundig specialist inzetten die het perioperatieve proces rondom antistolling uitvoert.
Medische hulpmiddelen
De meeste DIM-meldingen gaan over gebruikersfouten, logistiek en beschikbaarheid van verschillende medische hulpmiddelen. We hebben hier verschillende verbeteracties voor uitgevoerd of in gang gezet in 2019. Voorbeelden hiervan zijn: verbeterde verpakkingen van steriele medische hulpmiddelen, oplossen van softwareproblemen voor de buizenpost en extra aandacht en scholing voor het gebruik van bladderscanners.
Voorkomen van vallen
Het voorkomen dat patiënten vallen, blijft onze aandacht houden. Hiervoor hebben we een werkgroep Valpreventie opgericht. In 2020 gaat deze werkgroep kijken naar andere methodes (omgeving, informatie, scholing, verspreiden van best practises) en monitoring (schade na valincident, focus op valincidenten die te voorkomen zijn) om vallen te voorkomen.
Klachten
Wanneer onze patiënten ontevreden zijn over de zorg of dienstverlening van het Radboudumc, kunnen zij een klacht indienen. Volgens de Wet kwaliteit, klachten en keschillen in de zorg (Wkkgz) is elke zorginstelling verplicht om laagdrempelige klachtenbemiddeling aan te bieden. Het is volgens deze wet niet verplicht om een Klachtencommissie te hebben. In 2019 was het voor patiënten in het Radboudumc nog mogelijk om een klacht te laten behandelen door de Klachtencommissie. Na evaluatie is besloten om per 1 januari 2020 de Klachtencommissie op te heffen. Op onze website staan de huidige klachtenregeling en stappen om een klacht in te dienen.Waarover gingen de klachten
In 2019 ontvingen onze klachtenbemiddelaars 490 klachten. In 2018 waren dat er 532*. Hierboven ziet u waarover de klachten in grote lijnen gingen. Van de klachten willen we leren en onze zorg verbeteren. Uit de 490 klachten kwamen 75 verbetermaatregelen voort. We organiseren bijvoorbeeld een 'complicatiebijeenkomst' waarbij de patiënt aanwezig is, en medewerkers kunnen op onderdelen aanvullende scholing krijgen.
* Het gepresenteerde aantal klachten over 2018 wijkt met 7 klachten af van het aantal in het jaardocument 2018. Dit heeft te maken met het moment van aanleveren van de gegevens voor rapportage. Nadien kan dit aantal nog aangepast worden, bijvoorbeeld omdat iemand een klacht terugtrekt of er een onjuiste registratie was.
Sterfte
Eén van de manieren waarop ziekenhuizen de kwaliteit van hun zorg kunnen evalueren is het sterftecijfer: hoeveel patiënten overlijden er in het ziekenhuis? Het sterftecijfer van ziekenhuizen wordt berekend in de Hospital Standardised Mortality Ratio (HSMR). De HSMR is de verhouding tussen het werkelijke en het ‘verwachte’ aantal sterfgevallen in een ziekenhuis. Bij een HSMR van 100 is het percentage overleden patiënten precies zoals verwacht. Bij een getal onder de 100 is de sterfte lager dan verwacht, bij een getal boven de 100 hoger dan verwacht.Over 2019 zijn nog geen HSMR-gegevens beschikbaar. Landelijk gezien komen de sterftecijfers over een betreffend jaar namelijk pas beschikbaar in het najaar van het opvolgende jaar. In 2018 kwam de HSMR van het Radboudumc uit op 87. Dit is beduidend lager dan het landelijk gemiddelde. Dit cijfer is gebaseerd op 27.764 opgenomen patiënten waarvan er 570 in het ziekenhuis zijn overleden. Het berekende verwachte aantal sterfgevallen is 652. In 2018 was het aantal sterfgevallen in werkelijkheid dus 82 lager dan verwacht.
Naast de HSMR worden ook specifieke Standardised Mortality Ratio’s (SMR’s) berekend. De SMR geeft net als de HSMR aan hoe hoog de sterfte in een ziekenhuis is ten opzichte van de verwachte sterfte, maar dan voor 157 specifieke diagnose- en patiëntengroepen. De resultaten van de HSMR en de SMR’s publiceren we elk jaar op op onze website.