5 vragen aan Hanneke Romme

#1 Hoe ziet de nieuwe manier van begeleiden van zorgopleidingen in de praktijk eruit? Wat is er nieuw aan het leren en opleiden in de praktijk?

De afdelingen nemen meer regie en verantwoordelijkheid om de individuele studenten te begeleiden en te beoordelen in de praktijk. De opleider praktijkleren van de RHA heeft nu een meer ondersteunende en coachende rol richting de teamleider/praktijkopleider, in plaats van naar de individuele student.

#2 Waarom is dat belangrijk?

De groter wordende stagecapaciteit en de veranderingen in het zorg- en onderwijslandschap vragen om aanpassing in de begeleidingsstructuur en daarmee de verantwoordelijkheidsverdeling in het opleiden van studenten en zorgprofessionals in opleiding.

De focus komt meer op de collega’s in de praktijk, die zich verbonden voelen met het leren van de toekomstige collega.

#3 Wat betekent dit voor jou als opleider praktijkleren?

Ik vind het leuk om anderen te helpen bij een volgende stap in hun ontwikkeling. Voorheen deed ik dat in contact met de student en de werkbegeleider. Nu ik meer in de nieuwe werkwijze groei, zie ik dat ik vooral de begeleiders op de werkplek help bij een volgende stap. Ook daar krijg ik energie van.

#4 Wat betekent dit voor de begeleiders in de praktijk?

Aan de ene kant is dit spannend voor hen en aan de andere kant zie ik de begeleiders in hun kracht komen. Op de afdelingen zijn ze bewuster bezig met de kwaliteit van het leren. Eerder werd er toch wat meer geleund op mij en nu wordt meer gebruik gemaakt van de eigen en elkaars expertise.

#5 Welke uitdagingen zie je?

De werkdruk en de beperkte beschikbare tijd die op de afdelingen wordt ervaren. Ze voelen zich verantwoordelijk voor zowel de lerende als voor de patiënt, de kwaliteit van de zorg en dat wat de organisatie van hen vraagt. Er zijn veel ballen die in de lucht gehouden moeten worden. Hier gaan we de komende tijd samen mee aan de slag. 

We moeten nu op een andere manier in verbinding blijven met de afdelingen. Voorheen verliep dat tijdens en rondom geplande gesprekken met studenten en de begeleiders. Nu is het per afdeling maatwerk om de verdiepende vragen te blijven stellen, mee te denken en suggesties te doen voor verbeteringen, waarmee een krachtig en veilig leerklimaat wordt neergezet voor iedereen. Een open cultuur waarin het heel gewoon is dat er van en met elkaar wordt geleerd.


Opleiden op de werkplek

In het Radboudumc organiseren we het leren zoveel mogelijk op de werkplek. Het leren op de werkplek gebeurt grotendeels vanzelf. Behalve goede dingen kun je ook verkeerde of onhandige dingen aanleren. En soms gaat het leren langzaam. Gelukkig kun je als docent, opleider of begeleider veel doen om het leren op de werkplek positief te beïnvloeden. Op deze pagina vind je informatie om hiermee aan de slag te gaan.

Voor wie?

Voor opleiders, begeleiders, docenten en curriculumontwikkelaars.


Contact

Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen?

Ons aanbod


Ons aanbod voor externen

Wil je inspiratie, heb je een vraag of wil je graag ondersteuning?

bekijk aanbod

Ons aanbod voor externen

Wil je inspiratie, heb je een vraag of wil je graag ondersteuning?



Meten en verbeteren van de kwaliteit van het leerklimaat met de EP-monitor

Het is essentieel om voortdurend de kwaliteit van het praktijkleerklimaat te meten en te verbeteren. Maar hoe krijg je zicht op het leerklimaat van jouw leerplaats?

lees meer

Meten en verbeteren van de kwaliteit van het leerklimaat met de EP-monitor

Het Radboudumc streeft ernaar voldoende aantrekkelijke leerplaatsen te bieden waar zorgprofessionals in opleiding een hoog leerrendement behalen en graag willen blijven werken. Een veilig leerklimaat en goede leercondities zijn cruciaal voor het afleveren, binden, boeien en behouden van hoogwaardige zorgprofessionals. Daarom is het essentieel om voortdurend de kwaliteit van het praktijkleerklimaat te meten en te verbeteren. Maar hoe krijg je zicht op het leerklimaat van jouw leerplaats? Wat gaat er goed en wat is voor verbetering vatbaar?

Bij Radboudumc gebruiken we de EP-monitor, een middel om de kwaliteit van het leerklimaat op een leerplaats structureel en cyclisch te monitoren en te verbeteren (PDCA). De EP-monitor wordt jaarlijks uitgezet op alle leerplaatsen waar studenten van de basiszorgopleidingen en zorgprofessionals van het verpleegkundig vervolgonderwijs (PIO’s) worden opgeleid.

De EP-monitor bestaat uit verschillende instrumenten.

Vragenlijst: basisnorm en leerplaatsspecifieke vragen

De vragenlijst is een digitale enquête die ingevuld wordt door de lerende in opleiding. De vragenlijst is onderverdeeld in de basisnorm en een leerplaatsspecifiek gedeelte. 

De basisnorm is generiek, staat voor elke leerplaats vast en bestaat uit vragen die gaan over de basisvoorwaarden voor een leerplaats. Op alle vragen van de basisnorm moet de leerplaats een voldoende scoren.

De leerplaatsspecifieke vragen kiest de leerplaats zelf uit de vragenlijst. Hiermee kan iedere leerplaats zelf accenten leggen: wat gaat goed en wat mag verder ontwikkeld worden?

Panelgesprekken

Panelgesprekken vinden minimaal één keer per jaar plaats, waarbij studenten, PIO’s en leer-/werkbegeleiders diepgaand praten over het leerklimaat, onder begeleiding van een neutrale gespreksleider.

EP-actieplan

In het EP-actieplan volgen ontwikkel- of verbeterpunten die voortkomen uit de panelgesprekken. Het plan wordt, aan het einde van het schooljaar, samen met de rapportage van de EP-vragenlijst besproken en eventueel bijgesteld. Het leerklimaat wordt zo een terugkerend onderwerp in periodieke overleggen en teamvergaderingen op de leerplaatsen.

Cyclisch proces

De gestructureerde en cyclische aanpak van de EP-monitor leidt tot een continu proces van monitoring en verbetering, met betrokkenheid en eigenaarschap van alle betrokkenen. Ook werkt het preventief: knelpunten in de begeleiding of signalen t.a.v. het leerklimaat kunnen tijdig op- en aangepakt worden. Dit ondersteunt ons in het opleiden van hoogwaardige zorgprofessionals.

Voor collega's die meer willen weten over het inzetten van deze tool is er de intranetpagina EP-monitor. Geen collega maar wel interesse in dit onderwerp? Stuur dan een mailtje naar Corine Maassen.

Over werkplekopleiden


Waar let je op?

Om het leren op de werkplek zo goed mogelijk te ondersteunen, maken we gebruik van vijf uitgangspunten.

lees meer

Waar let je op?

Om het leren op de werkplek zo goed mogelijk te ondersteunen in de snel veranderende wereld van de gezondheidszorg, maken we gebruik van een vijftal uitgangspunten. Samen met de betrokken mensen, gaan we:

  1. de daadwerkelijke ontwikkelvraag verhelderen. Deze zit vaak verstopt achter de duidelijk gestelde praktijkvraag en is gericht op hoe mensen hun werk goed, beter, anders, of met meer energie kunnen doen.
  2. de leer- en werkomgeving optimaliseren, waarin er verbondenheid is, ruimte om te experimenteren, fouten maken, het stellen van vragen en elkaar feedback geven/aanspreken. Hiermee verbeteren we de omstandigheden voor (veilig) leren.
  3. de regie van de lerende versterken. We willen stimuleren dat mensen zelf regie pakken in hun leer- en werkproces. We helpen lerenden hierbij én laten de begeleiding gedurende het traject afnemen, zodat ze gedwongen worden zelf een grotere regierol te pakken.
  4. samen leren stimuleren door leren van, met en over elkaar te starten en door begeleiding vorm te geven in (intra- en interprofessionele) groepen, waar mogelijk.
  5. flexibel leren mogelijk maken, door leertrajecten in te zetten, waarin de (globale) ontwikkelambitie vast staat, maar de weg ernaar toe (of hoe je deze bereikt) zo veel mogelijk vrij is.

Meetlat

Wil je graag zelf onderzoeken of je eigen leerpraktijk (leertraject, opleiding, etc.) voldoet aan de uitgangspunten voor werkplekleren? Maak dan gebruik van onze meetlat.


De stageplek

Leren en werken op een stageplek gaat beter wanneer de stageplek hiervoor goed is ingericht. Wij kunnen hierbij helpen.

lees meer

De stageplek

Leren op een stageplek gaat niet altijd vanzelf. Daarom is het belangrijk om te kijken wat er nodig is op de stageplek om goed te kunnen leren. We kijken hierbij naar:

De werktaken

Hierbij kun je denken aan de werkdruk, het niveau en de afwisseling van taken, of er ruimte is om fouten te maken, zelfstandigheid van studenten, hoe moeilijk het werk is, en of er ruimte is om afspraken te maken.

De sociale omgeving

Bijvoorbeeld de begeleidingsstijl van de opleider of werkbegeleider, of er ruimte is voor het stellen van vragen en of studenten zich veilig en verbonden voelen.

De plek zelf

Denk hierbij aan de beschikbaarheid van werkruimten en apparatuur, de beschikbaarheid van informatiemiddelen (bijv. protocollen en jobaids), en de gezamenlijke koffieruimte.

Wij kunnen helpen om hierin aanpassingen te doen. Zo zorgen we er samen voor dat de stageplek een goede en veilige omgeving wordt om in te werken én te leren.

Gesprekstool

Wil je zelf graag onderzoeken of je goed kunt leren en verbeteren op jouw stageplek? Maak dan gebruik van onze gesprekstool.


Aan de slag

Om het werkplekleren vorm te geven, kun je ons stappenplan op de Learning Space volgen. Hier vind je ook meer achtergrondinformatie en hulpmiddelen om ermee aan de slag te gaan.

naar Learning Space

Werkvormen

In onze toolbox vind je allerlei werkvormen. Deze kun je gebruiken om te werkplekleren. Fijn als we even meekijken? Dat doen we graag.

naar Radboud EDIT

Stagecapaciteit verhogen

Voor het werkplekleren in de verpleegkundige opleidingen zijn meer stageplaatsen nodig. Hoe kunnen we dat realiseren?

naar pagina (intranet)

Ervaringen


5 vragen aan Hanneke Romme

Als opleider praktijkleren vertelt Hanneke over de veranderingen in de stagebegeleiding op de werkplek.

lees meer

5 vragen aan Cindy Coppens

Als opleider leren en ontwikkelen is Cindy is nauw betrokken bij het project CZO Flex Level.

lees meer

5 vragen aan Cindy Coppens

#1 Wat doe jij met werkplekopleiden?

'Ik ben opleider bij de verpleegkundige vervolgopleidingen van de Radboudumc Health Academy. We zijn bezig met een curriculumherziening van een groot aantal CZO opleidingen: het project CZO Flex Level. Hierbij gaan we opleiden in EPA's (Entrusted Professional Activities) en krijgt het werkplekleren een grotere rol. Hoewel het theorie-onderwijs samen met de praktijk was opgesteld, was het theorie-onderwijs richting gevend aan het leren in de praktijk. In de nieuwe situatie is het andersom. Het leren in de praktijk wordt leidend voor wat wij in het theorieonderwijs gaan aanbieden.'

#2 Waarom is dat belangrijk?

'De verpleegkundigen die een vervolgopleiding doen hebben al een opleiding gevolgd en beschikken over verpleegkundige vaardigheden. Ze kunnen daarmee goed bijdragen op de afdeling. Toch willen zij zich graag verder ontwikkelen door te specialiseren en nieuwe vaardigheden te leren. Nieuw gedrag ontwikkelt zich het beste in de praktijk. Daarom wordt de praktijk leidend in de opleiding. De theorie en oefeningen die we aanbieden zijn een aanzetje, de rest gaan ze zelf al doende leren op de werkplek.'

#3 Wat gaat er dan veranderen aan jullie opleidingen?

'Ons onderwijs is nog steeds heel belangrijk, maar we gaan dit anders inzetten. Zodat het meer ondersteunend is aan wat de verpleegkundigen in de praktijk ervaren. Op dit moment zijn we met collega’s uit de praktijk in gesprek over hoe we dit gaan aanpakken. Theorie en praktijk zullen dichter bij elkaar komen. We werken zoveel mogelijk met echte beroepssituaties; we gebruiken minder verzonnen casussen, maar veel meer ieders echte praktijk. Deels zullen verpleegkundigen zelf een keuze maken uit het aanbod van theorie en oefeningen die ze nodig hebben om hun werk daar goed te doen. Het toetsen van EPA's gaat ook voor het grootste deel op de werkplek plaatsvinden, zodat we meten wat echt belangrijk is: wat iemand daadwerkelijk doet in de praktijk.'

#4 Wat verandert daardoor aan jullie rol als opleider?

'We gaan de mogelijkheden voor het leren van theorie en vaardigheden meer flexibel en passend bij de behoeften van de professional in opleiding (PIO) aanbieden. Kennisoverdracht doen we - waar mogelijk - zonder docenten, zodat we de tijd op de academie kunnen gebruiken voor leren met en van elkaar! We gaan helpen met het creëren van de juiste voorwaarden om te kunnen leren in de praktijk. We blijven PIO’s ondersteunen bij het praktijkleren, bijvoorbeeld door ze te helpen met leren leren, het e-portfolio en praktijkopdrachten. Zo blijven we de kwaliteit van de opleiding ook in deze nieuwe werkwijze garanderen.'

#5 En wat verandert er voor de docenten?

'Docenten zullen zich er nog meer bewust van zijn dat ze ondersteunend zijn aan de praktijk. Het onderwijs wordt gekoppeld aan beroepssituaties, in plaats van aan kennisonderdelen. De docenten zullen nauwer betrokken zijn bij het persoonlijke leerproces van de PIO, hen faciliteren en zelf leiding laten nemen.'


5 vragen aan Marjolein Berings

Als adviseur en procesbegeleider werkplekleren ziet Marjolein graag dat werkplekleren een belangrijkere rol krijgt in het leren en werken van onze (toekomstige) zorgprofessionals.

lees meer

5 vragen aan Marjolein Berings

1 Waarom is werkplekleren zo belangrijk?

‘Omdat het zoveel kansen biedt. En omdat het heel hard nodig is in deze tijd waarin alles heel snel verandert. Als je iets nodig hebt, ga je er mee aan de slag. Je leert dan precies datgene dat je nodig hebt om je werk te kunnen doen. Vaak stimuleert het enorm dat je direct resultaat ziet in de praktijk. Je werk wordt er meteen beter van! En als je sámen leert op de werkplek kun je nog meer bereiken. Samen de zorg verbeteren.’

2 Maar we doen het toch al?

‘Natuurlijk doen we het al. Iedereen, bewust of onbewust. Maar door hier nog bewuster en gerichter mee om te gaan, kunnen we het effect vergroten. Bijvoorbeeld door samen na te denken hoe onze studenten optimaal reflecteren tijdens hun stages. Op het juiste moment en op een manier die energie geeft.

Nu kiezen we nog vaak voor een training of cursus, terwijl het veel effectiever en leuker kan zijn om op de werkplek aan de slag te gaan. Zeker als je met je team iets op de werkplek wil veranderen. Zo kreeg ik een keer de vraag van een team of we een training wilden organiseren over hoe het team meer uitdaging in hun werk kon brengen. In plaats van een training zijn we meteen naar de werkplek gegaan. Hier zijn we samen aan de slag gegaan met een aantal concrete dingen die ze graag samen wilden verbeteren en veranderen. Iedereen uit het team heeft hierbij veel uitdaging gevoeld en veel geleerd. Het team heeft op de werkvloer veel voor elkaar gekregen én dat zullen ze blijven doen in de toekomst’.

3 Hoe kan ik het werkplekleren verbeteren in mijn onderwijs of begeleiding?

‘Ook al doen we vaak al veel goed, meestal kunnen we de leeropbrengst vergroten door bewuster met de leerkansen die er zijn om te gaan. Dat begint met kijken naar wat iemand moet of wil leren. Welke werkresultaten wil je zien? Welk gedrag moet hij of zij daarvoor in de praktijk laten zien? Welke kennis en vaardigheden zijn dan nodig? En welke attituden of professionele identiteit? Zijn deze al in de basis aanwezig, of nog helemaal nieuw?
Daarnaast kijken we of de kansen in de leer- en werkomgeving goed worden benut en of daar nog belemmeringen zijn. En kijken we in hoeverre het de lerende lukt zelf de regie te pakken, of dat daar nog hulp bij nodig is.

4 Hoe kunnen jullie daarbij helpen?

In de RHA zijn we met een team adviseurs dat mee kan kijken hoe het werkplekleren verder verbeterd kan worden. We kijken mee en adviseren wat jullie zelf nog kunnen doen, en we kunnen ook opdrachten voor jullie ontwikkelen of leertrajecten begeleiden.

Daarnaast hebben we een learning community voor iedereen die hierover up-to-date wil blijven en wil leren van elkaar. Veel materialen zijn voor iedereen toegankelijk via onze website, learning space en toolbox.

5 Welke uitdagingen zie je?

‘Ondanks alle voordelen zien we inderdaad ook nog een aantal uitdagingen. Bijvoorbeeld omdat het leren op de werkplek vanzelf gaat, leren mensen soms ook verkeerde dingen van elkaar. Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen dit opmerken en corrigeren? Met dit thema gaan we aan de slag.

En omdat werkplekleren vaak minder tastbaar is dan het volgen van een cursus, vinden mensen het lastiger om hier tijd of geld voor vrij te maken en om aan te geven wat ze precies hebben geleerd. Daarmee is het soms ook lastiger om erkenning en waardering te krijgen voor wat er is geleerd. We willen daarom niet alleen de lerende helpen met werkplekleren, maar ook hun leidinggevende, opleider of begeleider. Zodat ook zij zien wat er wordt geleerd én om te helpen dit leren verder te bevorderen’.

  • Medewerkers
  • Intranet