Parkinson & voeding
Diëtiste Karin Overbeek, expert diëtiek bij ParkinsonNet, beantwoordt vragen over parkinson en voeding.
Voedingsadvies
Wat is het voedingsadvies voor mensen met parkinson?
In principe is het eerste voedingsadvies voor mensen met parkinson: gewoon gezonde voeding eten. De schijf van vijf is een handig hulpmiddel om te checken of je alle voedingsstoffen binnenkrijgt.
Mensen met parkinson kunnen voedingsgerelateerde problemen krijgen. Door slikproblemen laten mensen soms bepaalde voedingsmiddelen achterwege, zoals een boterham of een bakje rauwkost. Hierdoor kun je bepaalde vitamines niet binnenkrijgen.
Mensen met parkinson hebben ook vaak last van obstipatie. Obstipatie is niet alleen vervelend, maar staat ook de werking van levodopa in de weg. Daarom is het belangrijk om dit goed te behandelen en dat kan met behulp van voeding, bijvoorbeeld door:
-
Meer volkorenproducten te eten.
-
Voldoende groente en fruit te eten.
-
Voldoende te drinken.
-
Goed te ontbijten.
Hiernaast is het bij obstipatie belangrijk om naar de wc te gaan op het moment dat er aandrang is en dit dus niet uit te stellen.
Afvallen
Hoe zit het met afvallen bij een vertraagde stofwisseling en minder lichaamsbeweging?
Bij mensen met parkinson gebeuren er verschillende dingen met de energiestofwisseling. Aan de ene kant gebruikt het lichaam bij een tremor, maar ook bij verstijving meer calorieën, waardoor mensen kunnen afvallen. Aan de andere kant kunnen mensen in gewicht toenemen doordat zij minder kunnen bewegen. Het kan lastig zijn om hier een balans in te vinden. Samen met een diëtist kan worden gekeken naar gezond, maar caloriearm eten of naar mogelijkheden om voldoende te bewegen (dit laatste eventueel in samenwerking met een fysiotherapeut). Soms is acceptatie van de gewichtstoename belangrijk. Een voordeel van lichte gewichtstoename is dat het beschermt tegen botbreuken als gevolg van een hoger valrisico. Beweging is wel belangrijk om voor stevige botten te zorgen.
Eiwitten
Hoe zit het met parkinson en de inname van eiwitten?
Het is niet voor alle mensen met de ziekte van Parkinson belangrijk om de inname van eiwitten te beperken. Eigenlijk is dit alleen belangrijk wanneer er sprake is van responsfluctuaties, dat wil zeggen: wanneer je het idee hebt dat de medicatie niet goed werkt. Een diëtist kijkt naar de eiwitiname rond het moment van de inname van de medicatie, maar kan ook voor een langere periode een eitwitarm dieet opstellen. Tijdens deze periode wordt onderzocht of de medicatie beter werkt.
Maaltijden aanpassen
Bij een eiwitarm dieet is het lastig om voldoende vitamines, mineralen en voedingsstoffen binnen te krijgen. Meestal is het niet nodig om een heel dieet te volgen, maar is het al voldoende om bepaalde maaltijden aan te passen. Denk bijvoorbeeld aan minder of geen vlees bij het avondeten. Het is goed om dit samen met een diëtist te onderzoeken.
Plantaardige en dierlijke eiwitten
Dierlijke eiwitten lijken meer op die van de mens en hebben een hogere biologische waarde. Dat wil zeggen: het menselijk lichaam hoeft minder te doen om daar lichaamseiwit van te maken. Het wil niet zeggen dat we per se dierlijke eiwitten nodig hebben. Als je geen dierlijke producten wilt eten, kun je door middel van de juiste combinatie plantaardige producten ook voldoende lichaamseiwitten aanmaken. Dit is wel iets lastiger en het is belangrijk om alert te zijn op een tekort aan vitamine B12.
Wat betreft de interactie tussen lichaamseiwitten en levodopa is er echter geen verschil tussen eiwitten afkomstig van dierlijke of plantaardige producten.
Verminderde eetlust
Wat kun je doen bij een verminderde eetlust?
Mensen met parkinson kunnen bij een verminderde eetlust:
-
Proberen om vaker kleine porties te eten, dit kan het maagdarmkanaal makkelijker verwerken.
-
Voldoende drinken om genoeg vocht binnen te krijgen.
Bespreek de klachten altijd met de neuroloog of parkinsonverpleegkundige, het kan om een bijwerking van de parkinsonmedicatie gaan. Er is ook medicatie om een verminderde eetlust tegen te gaan, deze medicatie wordt voor de maaltijd ingenomen.
Medicatie
Wat is voeding om te vermijden bij de inname van medicatie?
Als het gaat over een interactie tussen voeding en medicatie, gaat het met name over de medicatie: levodopa, sinemet en madopar. Deze medicatie bewandelt als het ware hetzelfde pad in het lichaam als eiwitten uit de voeding en zitten elkaar in de weg. Om deze reden is het advies om de medicatie een half uur voor het eten of een uur na het eten te nemen. Je kunt de medicatie het beste innemen met producten waar geen eiwitten in zitten, zoals water, mineraalwater, vruchtensap of appelmoes.
Bij de vruchtensap wordt grapefruitsap afgeraden, omdat de levodopa hierdoor minder goed werkt. Mochten mensen ijzersupplementen gebruiken (extra ijzer in de vorm van vitamine pillen) is het raadzaam om dit niet tegelijkertijd met de levodopa te doen, omdat deze elkaar ook in de weg zitten.
Eiwitten en levodopa gaan vooral niet goed samen in een later stadium van de ziekte. In het begin van de ziekte is er als het ware nog een buffer aan dopamine in de hersenen, waardoor de adviezen omtrent eiwitten minder strikt genomen kunnen worden. Het kan wel handig zijn om de medicatie van het begin af aan op de juiste tijden in te nemen om jezelf dit meteen goed aan te leren.
OFF-fase
Wat is het voedingsadvies in een OFF-fase?
Als u zich niet lekker voelt en het idee heeft dat de medicatie niet goed werkt, is het belangrijk om gezonde voeding te eten waar veel vitamines in zitten. Zo is het belangrijk om te letten op voldoende vitamine D, vitamine B11 en vitamine B12. Ook is het belangrijk om te checken of de medicatie op het juiste tijdstip wordt ingenomen (een half uur voor het eten of een uur na het eten met producten waar geen eiwitten in zitten, zoals water, mineraalwater, vruchtensap of appelmoes). Dit alles kun je onderzoeken met een diëtist. Het is aan te raden om dit goed te onderzoeken in plaats van zonder onderzoek minder eiwitten te nemen. Eiwit is namelijk ook een belangrijke bouwstof.
Melk en het mediterrane dieet
Is melk slecht voor mensen met parkinson? En hoe zit het met het mediterrane dieet?
Lees meerMelk en het mediterrane dieet
Op 13 november 2019 was de uitzending van het televisieprogramma Pauw grotendeels gewijd aan de ziekte van Parkinson. Hierna hadden veel mensen voedingsvragen: mag ik nu wel of niet melk drinken als ik de ziekte van Parkinson heb? En hoe zit het met het mediterrane dieet? Hieronder leest u meer voer de huidige stand van zaken. Met melk(producten) bedoelen we onder andere melk, yoghurt, kwark, karnemelk vla, kefir en skyr.
Er is meer onderzoek nodig
We hebben een beetje kennis over de OORZAAK van de ziekte van parkinson in relatie tot voeding. Epidemiologische onderzoeken (vergelijken van voedingspatronen van verschillende landen) laten zien dat bij mensen in landen die minder melkproducten gebruiken, minder de ziekte van Parkinson voorkomt. Het idee is dat daar twee redenen voor kunnen zijn:
- Pesticiden hopen zich op in de vetten van de zuivel (het gebruik van de betreffende pesticiden is de laatste jaren afgenomen), door de pesticiden kan parkinson ontstaan.
- Het gebruik van veel zuivel verlaagt urinezuur: urinezuur is een antioxidant en zou dus mogelijk beschermend kunnen werken tegen beschadigingen aan cellen (veel urinezuur geeft meer kans op jicht en nierstenen).
Er is verder onderzoek nodig naar deze verbanden. Er kan dus niet geconcludeerd worden dat je door het mijden van melk(producten) de kans op het krijgen van de ziekte van Parkinson verkleint.
Voor de invloed op melkproducten op het VERLOOP van de ziekte van Parkinson is ook verder onderzoek nodig. Bijvoorbeeld een vergelijkend onderzoek tussen twee groepen mensen met de ziekte van Parkinson waarbij de ene groep wel melkproducten gebruikt en de andere groep niet. Vervolgens moet goed vergeleken worden hoe de ziekte in beide groepen verloopt. Dat is tot op heden niet gebeurd.
Melkproducten bevatten belangrijke voedingsstoffen
Melkproducten bevatten belangrijke eiwitten: de bouwstoffen van onze cellen, onder andere onze spiercellen. Behoud van spiermassa geeft kracht en kwaliteit van leven. Voor een goede werking van de levodopa is het wel belangrijk om de eiwitten niet tegelijk met de levodopa in te nemen maar de levodopa een half uur voor of een uur na de maaltijd in te nemen.
Melk(producten) bevatten ook calcium: een belangrijk onderdeel om onze botten stevig te houden. Bij de ziekte van Parkinson willen we de botten zo stevig mogelijk houden (hoge botdichtheid) omdat het risico op vallen en breken van botten groter is bij de ziekte van parkinson.
Het mediterrane dieet
Als we kijken naar onderzoek over voedingspatronen en de ziekte van Parkinson is het mediterrane dieet het voedingspatroon waar het meest onderzoek naar is gedaan: dit voedingspatroon kenmerkt zich door veel groente, fruit, peulvruchten, olijfolie, noten en zaden, vis, kip (met mate rood vlees), volkorenproducten en minder melk(producten). Er is geen duidelijk bewijs dat dit een goede invloed heeft op de ziekte van Parkinson.
Een groter gebruik van de voedingsmiddelen van het mediterrane dieet wordt in Nederland ook geadviseerd door de gezondheidsraad. Deze adviezen zijn vertaald in de schijf van vijf (zie www.voedingscentrum.nl). De gezondheidsraad adviseert wél een ruimere hoeveelheid melk(producten) vanwege de eiwitten en calcium: een verschil met het mediterrane dieet.
Conclusie
Melk(producten) leveren in ieder geval essentiële voedingsstoffen die nodig zijn bij de ziekte van Parkinson. Er is meer onderzoek nodig om na te gaan wat de invloed is van voeding op het ontstaan en het verloop van de ziekte van parkinson.
Vragen?
Heeft u vragen over uw voedingspatroon? Stel ze dan gerust aan een diëtist die is aangesloten bij het ParkinsonNet. U kunt deze vinden via de Parkinson Zorgzoeker. Een diëtist wordt vergoed uit de basisverzekering.
Intermitterend vasten
Momenteel is er veel aandacht voor en zijn er veel vragen over intermitterend vasten, ook wel periodiek vasten. Intermitterend vasten bestaat uit het gedurende een bepaalde periode onthouden van voedsel en calorische dranken afgewisseld met normaal eten. Hierin bestaan verschillende varianten met verschillende duurperioden. Het betreft dus een restrictie in tijd, niet in voedingsmiddelen.
Onderzoek bij dieren
Er is onderzoek gedaan naar de invloed van intermitterend vasten op het gewicht, de bloedwaardes (vetgehaltes), het risico op kanker en op langer gezond leven. Dit zijn veel dierstudies. Deze onderzoeken laten gunstige effecten zien op de levensduur en ziektes als diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Wat parkinson betreft is er onderzoek bij muizen gedaan. Bij de muizen werd parkinson chemisch geïnduceerd: dopaminevormende cellen werden als het ware kapot gemaakt met gif. Dat is niet zoals bij de menselijke ziekte van Parkinson. Intermitterend vasten lijkt een beschermend effect te hebben op deze beschadiging, maar voor een goede conclusie is verder en langduriger onderzoek nodig, onder andere bij mensen met de ziekte van Parkinson.
Onderzoek bij mensen
Er zijn bij mensen met overgewicht, geen parkinson, slechts enkele kleine, kortdurende en niet gecontroleerde studies uitgevoerd. Het effect op lange termijn is onduidelijk. Momenteel wordt intermitterend vasten daarom niet geadviseerd aan mensen met de ziekte van Parkinson. Omdat er dus nog onvoldoende onderzoek heeft plaatsgevonden bij mensen en omdat er nog geen lange termijn effecten bekend zijn.
Bijwerkingen intermitterend vasten
Intermitterend vasten heeft ook bijwerkingen: vaak halitose (slechte adem), vermoeidheid, zwakte en hoofdpijn. Wetenschappers vinden het belangrijk om te benadrukken dat vasten schadelijk kan zijn voor specifieke populaties zoals kinderen, ouderen en personen met ondergewicht. Want als je maar op bepaalde momenten mag eten, is het heel belangrijk dat de kwaliteit van de voeding dan goed is, zodat je wel alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgt.
Dit geldt natuurlijk ook voor mensen met de ziekte van Parkinson: door slik- en kauwproblemen en het verhoogde energieverbruik door de parkinson kan het soms al moeilijker zijn om voldoende voeding te gebruiken die alle voedingsstoffen zoals vitamines, eiwitten en calorieën bevat. Voedingsstoftekorten en onbedoelde gewichtsafname door intermitterend vasten zijn dan niet ondenkbaar. Voor een goede werking van de levodopa is bovendien een goede stoelgang nodig. Wellicht dat de stoelgang door intermitterend vasten nadelig beïnvloed wordt en dan dus de werking van de levodopa ook.
Conclusie
Er is verder onderzoek nodig voordat kan worden geconcludeerd of intermitterend vasten een rol kan spelen bij de ziekte van Parkinson. Intermitterend vasten wordt daarom niet geadviseerd aan mensen met de ziekte van Parkinson.
Bron
Mattson 1999, Journal of Neuroscience Research 57:195-206, Mattson M, Ageing Res Rev 2017 Oct; 39:46-58
Dopamine
Nee, er is geen voeding waar dopamine in zit die pillen kan vervangen. Voeding kan wel bepaalde aminozuren (onderdelen van eiwitten) bevatten zoals tyrosine en fenylalanine waarmee het lichaam dopamine kan maken. Deze aminozuren zitten bijvoorbeeld meer in vis, ei, kaas, melk, avocado, noten, zaden, peulvruchten en bananen. Bij de ziekte van Parkinson sterven de hersencellen die dopamine maken af: dit staat los van de hoeveelheid tyrosine en fenylalanine in de voeding. Het is overigens van belang om wel voldoende eiwitten te gebruiken voor het op peil houden van de spiermassa. Een gezonde voeding (zie de schijf van vijf op www.voedingscentrum.nl) bevat al deze voedingsmiddelen met voldoende eiwitten.
Constipatie
Wat kan ik doen om verstoring van de darmflora te voorkomen? In hoeverre is constipatie een verdedigingstactiek van het lichaam?
Lees meerConstipatie
In hoeverre is constipatie een verdedigingstactiek van het lichaam om de productie van alpha-synucleïne tegen te gaan?
Constipatie bij parkinson ontstaat onder andere omdat de zenuwlaag tussen de darmspieren wordt afgebroken waardoor de aansturing van de darmspieren vermindert. Daarnaast kan het zijn dat mensen onvoldoende vezels en vocht gebruiken en onvoldoende (kunnen) bewegen. Bij de productie van alpha-synucleïne spelen meerdere factoren een rol. We zien dan ook dat constipatie niet bij alle mensen met de ziekte van Parkinson voorkomt. Er is meer onderzoek nodig om deze vraag goed te kunnen beantwoorden.
Darmflora
Wat moet ik doen om dysbiose (verstoring van de darmflora) te voorkomen? Hoe voorkom ik dat mijn darmen (te veel) alpha-synucleïne produceren en in mijn lichaam en hersenen brengen?
In de ontlasting en darmflora van mensen met de ziekte van Parkinson vinden we inderdaad meer alpha-synucleïne. Dat geeft ons het idee dat de ziekte van Parkinson in de darmen kan ontstaan. De gebruikte voeding heeft invloed op de darmflora. Er is echter meer onderzoek nodig om hier goed antwoord op te geven. Zie ook de antwoorden van Jeffrey Boertien bij het thema Wat moet ik doen om dysbiose (verstoring van de darmflora) te voorkomen? Hoe voorkom ik dat mijn darmen (te veel) alpha-synucleïne produceren en in mijn lichaam en hersenen brengen?
In de ontlasting en darmflora van mensen met de ziekte van Parkinson vinden we inderdaad meer alpha-synucleïne.Dat geeft ons het idee dat de ziekte van Parkinson in de darmen kan ontstaan. De gebruikte voeding heeft invloed op de darmflora. Er is echter meer onderzoek nodig om hier goed antwoord op te geven. Zie ook de antwoorden van Jeffrey Boertien bij het thema Parkinson & de Darmflora, elders in deze vraagbaak."
Blog gewichtige zaken
Als je aan een diëtist denkt, denk je vaak aan een weegschaal. Als diëtist zijn we daar niet altijd blij mee.
Lees meerBlog gewichtige zaken
Blog door diëtiste Karin Overbeek, december 2017
Als je aan een diëtist denkt, denk je vaak aan een weegschaal. Als diëtist zijn we daar niet altijd blij mee. Naar ons idee geeft dat een veel te eenzijdig beeld van ons vak. Behalve naar het gewicht van iemand op de weegschaal kijken we namelijk ook naar vele andere zaken. Bijvoorbeeld: hoeveel eiwitten, vitamines en mineralen zijn er nodig; lukt het om het in te kopen, te bereiden, te betalen; is het wel smakelijk genoeg; ben je voldoende gemotiveerd om aanpassingen in je voeding te doen?
Bij de ziekte van Parkinson en Parkinsonismen houd ik echter júist graag een pleidooi voor de weegschaal omdat de weegschaal ons belangrijke informatie geeft over de voortgang en behandelmogelijkheden van de ziekte.
Vaak zien we al dat er sprake is van gewichtsverlies vóór het stellen van de diagnose; uit recent onderzoek* blijkt zelfs dat mensen met atypische Parkinsonismen meer gewichtsverlies bij het stellen van de diagnose hebben dan mensen met de ziekte van Parkinson.
Van dat gewichtsverlies is men zich vaak niet bewust aangezien andere verschijnselen van de ziekte (tremoren, stijfheid etc) vaak de meeste aandacht vragen. Deze verschijnselen kunnen wel maken dat het lichaam meer energie/voeding nodig heeft. Soms wordt meer eten bemoeilijkt door de medicatie, obstipatie en kauw- en slikproblemen.
Daarom hebben we in de behandelrichtlijnen** opgenomen dat het niet alleen goed is om navraag te doen naar het gewicht van dat moment (het huidige gewicht), maar ook naar het gebruikelijke gewicht. Als iemand in korte tijd veel gewicht is verloren kun je je afvragen of het wel gelukt is om in de voorafgaande periode alle benodigde voedingsstoffen te verkrijgen waardoor het lichaam goed kan blijven functioneren. Een goede voedingstoestand is voorwaarde om goed te kunnen bewegen, te trainen en goed voor jezelf te kunnen zorgen.
In de praktijk zien we dat er nog onvoldoende/te laat aandacht is voor het gewicht. Het zou goed zijn als er bij elke controle gewicht wordt bepaald en dat aan de mensen met de ziekte van Parkinson en Parkinsonismen wordt gevraagd om zelf maandelijks het gewicht te meten. Over het verloop van het gewicht kan dan gesproken worden. Belangrijke vragen die dan aanbod kunnen komen zijn: is het gewenst dat u gewicht verliest; bent u ongewenst aangekomen; wat kunt u eten of zijn er problemen met de bereiding of het gebruik van de maaltijden?
Deze gewichtsproblemen kunnen natuurlijk ook worden gesignaleerd door de fysiotherapeut, oefentherapeut, logopedist, ergotherapeut, huisarts, praktijkondersteuner en mantelzorgers.
Samen met een diëtist kan gezocht worden naar oplossingen voor de veranderingen in gewicht zodat men in een goede conditie kan blijven.
Op de zorgzoeker van ParkinsonNet kun je makkelijk een diëtist in de buurt vinden, de diëtist wordt 3 uur vergoed uit de basisverzekering (in de aanvullende verzekering kunnen nog extra behandeluren worden vergoed).
Foto: Designed by v.ivash / Freepik
Bronnen:
*Neurology 2017;89.2254-2261: Early weight loss in parkinsonism predicts poor outcomes
**Richtlijn Voeding bij de ziekte van Parkinson
Blog vitamines zijn hot
Steeds meer mensen zijn zich bewust van de relatie tussen voeding en het zo goed mogelijk laten functioneren van je lichaam; en daar zijn diëtisten blij mee!
lees meerBlog vitamines zijn hot
Blog door diëtiste Karin Overbeek, maart 2018
Steeds meer mensen zijn zich bewust van de relatie tussen voeding en het zo goed mogelijk laten functioneren van je lichaam; en daar zijn diëtisten blij mee! Voeding is, ook bij de Ziekte van Parkinson (ZvP) en Atypiche Parkinsonisme (AP) een middel om met zelfmanagement de regie over je eigen leven te behouden. We zijn immers dagelijks bezig met onze voeding en goede voeding houdt je spiermassa en gewicht op peil en zorgt dat processen in het lichaam goed kunnen verlopen.
In mijn werk als diëtist vraag ik o.a. altijd na welke voeding en welke medicatie mensen gebruiken. Soms vertellen mensen dan nog wat ze zelf gebruiken aan supplementen. Bijvoorbeeld extra vitamines of extra mineralen als ijzer of anti-oxidanten of levodopa-achtige supplementen. Maar meestal vertellen mensen dit niet uit zichzelf; ik doe er daarom altijd expliciet navraag naar. Bij een huisbezoek pakken we de supplementen erbij of ik vraag de mensen de supplementen mee te brengen naar het spreekuur. Soms gebruiken mensen flinke hoeveelheden voedingsmiddelen die verrijkt zijn met bepaalde vitamines; daar kijk ik als diëtist ook naar.
De Nederlanders zijn deze supplementen de afgelopen jaren in grotere getale gaan gebruiken. Ze zijn immers vrij verkrijgbaar; “dan zal het wel veilig zijn”. Ze worden dan ook vaak gebruikt met het idee; baat het niet dan schaadt het niet!
Maar dat ballonnetje gaat helaas niet op; ook voor mensen met de ZvP en AP; integendeel zelfs. We kennen gevallen van neurologische schade en verminderde werking van levodopa door een teveel aan vitamine B6 en verminderde opname van levodopa bij gelijktijdig gebruik met ijzersupplementen. Maar soms kan het wel nodig zijn extra vitamines te nemen; bijvoorbeeld als we geen brood meer eten, of als we vegetarisch of veganistisch gaan eten. Voor vitamine D geldt overigens voor alle vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar wel een suppletieadvies (zie www.voedingscentrum.nl) wat ook voor mensen met ZvP en AP geldt.
Bij de ZvP en AP zien we meer tekorten van vitamine B11 (foliumzuur) en B12 en D. Dit kan klachten geven als vermoeidheid en botontkalking. De ESPEN guidline clinical nutrition in neurology (2017)* adviseert daarom niet alleen op gewicht maar ook goed te monitoren op mogelijke tekorten aan vitamine B11 (foliumzuur) en vitamine B12 en D. Vooralsnog is dit geen advies in de richtlijn Diëtetiek bij ZvP(2012). Mijn advies aan alle betrokken zorgverleners bij mensen bij de ZvP en AP; wees alert op mogelijk tekorten en overdoseringen van vitamines en mineralen. Bij twijfel kun je altijd een diëtist raadplegen/mensen verwijzen naar de diëtist. De diëtist kan de inname van voeding en supplementen beoordelen; zonodig kan de diëtist lab aanvragen.
En zo blijven vitamines HOT; ook bij de Ziekte van Parkinson en Atypische Parkinsonisme.
Foto: Pina Messina on Unsplash
Bron:
*Clinical Nutrition 2018;37.354-396: ESPEN guideline clinical nutrition in neurology