Problemen bij het geven van borstvoeding

Stuwing

In de eerste dagen na de bevalling treedt vaak stuwing in de borsten op. Dit is normaal, maar kan zeer pijnlijk zijn. Het verdwijnt weer na enkele dagen. Vaak aanleggen en warmte, warme doeken of een warme douche, kunnen de pijn verminderen. Je mag hier ook paracetamol voor gebruiken.

Borstontsteking

Als rode, harde plekken niet meer verdwijnen na de voeding, dan loop je kans op een borstontsteking. Neem dan vooral veel rust, voed en/of kolf vaker en masseer de pijnlijke/rode plek tijdens het voeden of kolven. Dit doe je door licht over de borst te strijken van de tepel af. Daarnaast kan het volgende helpen:

  • Probeer tijdens het voeden borstcompressie toe te passen (indrukken van de borst)
  • Koel na de voeding de borst 10 minuten met ijs. Wacht 20 minuten en koel de borst opnieuw. Doe dit 3 keer.
  • Om het ongemak te verminderen mag je 4 keer per dag paracetamol (1000 mg) innemen, of 3 keer per dag ibuprofen (400 mg).

Heb je de volgende symptomen: een grieperig, rillerig gevoel, hoofdpijn, spierpijn, pijnlijke borst en (hoge) koorts, dan heb je waarschijnlijk een borstontsteking. Waarschuw de huisarts als de klachten na 48 uur niet verminderen.

Tepelkloven

Tepelkloven kunnen ontstaan als de baby niet goed is aangelegd. Verkeerd zuigen veroorzaakt dan een kloofje, wondje of blaar. Leg je baby opnieuw aan en begin met de minst pijnlijke kant. Laat de baby de tepel goed in de mond nemen.

Andere problemen

Er kunnen ook andere problemen ontstaan, zoals bijvoorbeeld vlakke tepels, darmkrampjes, voedselovergevoeligheid of -allergie of dat de baby te weinig groeit. Je kunt daarover advies vragen aan de lactatiekundige, kraamhulp of één van de patiëntenverenigingen.


Over borstvoeding

Na de geboorte van je baby komt de borstvoeding op gang. Vaak aanleggen of kolven stimuleert de aanmaak van borstvoeding. Als de baby om voeding vraagt laat hem of haar dan niet te lang wachten.

lees meer

Over borstvoeding

Na de geboorte van je baby komt de borstvoeding op gang. Vaak aanleggen of kolven stimuleert de aanmaak van borstvoeding. Dit is belangrijk voor het goed op gang brengen en houden van de borstvoeding. Als de situatie van jou en je kind dit toelaat, leggen we de baby direct na de geboorte bloot bij je neer. Dit is goed voor de eerste kennismaking. De baby zal in deze periode signalen geven dat hij of zij klaar is voor de eerste borstvoeding: het colostrum. De allereerste voeding is tenslotte al aanwezig in jouw borst en voorziet de baby in zijn of haar eerste levensbehoefte. De verpleegkundige helpt je bij het aanleggen van je baby, zodat je dit rustig, ontspannen en in een gemakkelijke houding kunt doen.

Aanleggen

Tips om goed aan te leggen:

  • Neem de baby dicht tegen je aan.
  • Het lichaam en hoofd van de baby zijn één lijn. Zorg dat hij of zij niet in een elkaar gedoken houding ligt.
  • Zorg dat het mondje net iets lager ligt dan jouw tepel.
  • Breng de baby naar je borst, niet je borst naar de baby.
  • Streel met je tepel de lip van de baby, zodat hij of zij het mondje verder open doet.
  • Leg de baby aan als hij of zij het mondje wijd open heeft en zo de gehele tepelhof kan omsluiten.
  • Als de baby jouw borst niet goed pakt, haal hem of haar er dan af en begin opnieuw.
  • Een voeding mag geen pijn doen.

Rooming-in

Rooming-in houdt in dat moeder en kind gedurende 24 uur zo dicht mogelijk bij elkaar in de buurt zijn. Zo kun je snel reageren op signalen van jouw baby wanneer er sprake is van een voedingsmoment.

Toeschietreflex

De toeschietreflex zorgt ervoor dat de voeding uit jouw borsten komt. De toeschietreflex treedt op na stimulatie van de tepel doordat de baby drinkt aan je borst, of door stimulatie door middel van (hand)kolven. Sommige vrouwen voelen hierbij een kortdurende stekende pijn of een tinteling, anderen voelen niets. Het toeschieten van de melk kun je stimuleren door je baby dichtbij je te houden en te voeden, of door te kolven in een rustige, ontspannen omgeving met aangename temperatuur. Vraag gerust om privacy als je dat prettig vindt. Ook is het belangrijk dat je voldoende rust neemt. Pijn van hechtingen of naweeën kan het toeschieten van de melk bemoeilijken. Pijnstillers kunnen de pijn verlichten. Het gebruik van een enkele paracetamol is niet schadelijk voor de baby.

Goede melkproductie

Neem alle tijd voor het voeden. Als de baby om voeding vraagt laat hem of haar dan niet te lang wachten. Het beste is om de baby aan beide borsten te laten drinken. Laat hem of haar zo lang als hij of zij wil aan jouw eerste borst drinken. Wissel pas naar de tweede borst als de eerste borst leeg is. De baby mag zolang drinken als hij of zij wil. Let er wel op dat jouw baby melk binnenkrijgt en de voeding effectief is. Luister of je slikgeluiden hoort en slikbewegingen ziet.

De volgende voeding begin je met de borst waaruit de baby het laatst heeft gedronken. Het is niet nodig tijdschema’s aan te houden, de baby laat zelf los als hij of zij genoeg heeft gedronken. Meestal heeft een baby binnen een half uur voldoende gedronken. Blijft de baby erg lang zuigen dan is hij of zij waarschijnlijk niet goed aangelegd. Let op of je daadwerkelijk slikbewegingen ziet en hoort. De melkproductie wordt het beste afgestemd op de vraag van de baby als je inspeelt op de behoefte van de baby. Dit betekent niet dat je de baby verwent.


Contact

Afdeling Verloskunde en Gynaecologie

(024) 361 47 88

Aandachts­punten

In de eerste uren na de geboorte wordt aan baby’s vitamine K gegeven. Daarna krijgen alle kinderen ook extra vitamine D. Gezonde baby’s hebben geen bijvoeding nodig.
  • Door je baby vaak aan te leggen komt de borstvoeding goed op gang. Na ongeveer 2 weken drinken baby’s geleidelijk minder lang, maar niet altijd minder vaak.

    lees meer


    Hoe vaak voeden

    Een goede start is van groot belang. Door je baby vaak aan te leggen komt de borstvoeding goed op gang. Doe dit de eerste 2 à 3 dagen minimaal 8, bij voorkeur 10 tot 12 keer. De verpleegkundige overlegt met je hoe vaak je gaat aanleggen. Dit is afhankelijk van de conditie van jou en je baby. Zodra de borstvoeding goed op gang is gekomen kun je gaan voeden op verzoek.

    Na ongeveer 2 weken drinken baby’s geleidelijk minder lang, maar niet altijd minder vaak. Je voedt minimaal 6 keer per 24 uur. Zolang de baby minder dan 5 kilogram weegt, mag de tijd tussen de voedingen niet langer zijn dan 6 uur. Geef je alleen borstvoeding, dan is nachtvoeding normaal en zelfs goed voor de instandhouding van de borstvoeding. Als je helemaal op verzoek van de baby voedt, dan krijgt hij of zij wellicht na een tijdje een voorspelbaar dagritme. Gewoonlijk willen baby ’s ‘s morgens minder voedingen en later op de dag juist meer. Vanaf ongeveer 3 maanden zijn baby’s in staat in 3 tot 5 minuten één borst leeg te drinken. Dit kan natuurlijk per kind variëren.
     

  • Bijvoeden

    Gezonde baby’s met een goed geboortegewicht hebben in principe geen bijvoeding nodig. Bijvoeden verstoort het vraag- en aanbod principe en daarmee de melkproductie. Daarom raden we aan alleen bij te voeden als het medisch noodzakelijk is. Zieke baby’s hebben vaak wel bijvoeding nodig. Afgekolfde moedermelk heeft dan de voorkeur.

    Kunstmatige zuigelingenvoeding

    Toch moet soms vanwege medische redenen worden bijgevoerd met kunstmatige zuigelingenvoeding. Om de baby de kans te geven om goed aan de borst te oefenen, geef je eventuele bijvoeding de eerste dagen met een borstvoeding hulpsetjes of met een cupje. Als dit niet voldoende is, kan er mogelijk met de fles of een sonde worden bijgevoerd. De verpleegkundige kan je hier meer over vertellen.

  • Regeldagen

    De baby kan zogenoemde ‘regeldagen’ hebben waarop hij of zij het totale voedingsschema omgooit. Dit gebeurt meestal rond 10 tot 14 dagen, rond 6 weken en rond 3 maanden. De baby huilt vaker en is onrustig. De baby groeit en heeft behoefte aan meer melk. Door op deze dagen vaker te voeden, zo’n 8 à 10 voedingen is normaal, wordt meer melk aangemaakt, afgestemd op de grotere behoefte van de baby. Na 1, 2 of soms meerdere dagen is alles weer ‘geregeld ‘.

De lactatiekundige

De meeste moeders zullen weinig problemen ondervinden bij het geven van borstvoeding. Soms zijn er echter bijzondere omstandigheden of doen zich problemen voor waarbij specifieke kennis en ervaring nodig is. Een lactatiekundige is hiervoor opgeleid en kan je adviseren en begeleiden. lees meer

De lactatiekundige

De meeste moeders zullen weinig problemen ondervinden bij het geven van borstvoeding. Soms zijn er echter bijzondere omstandigheden of doen zich problemen voor waarbij specifieke kennis en ervaring nodig is. Een lactatiekundige is hiervoor opgeleid en kan je adviseren en begeleiden als er problemen ontstaan bij het geven van borstvoeding.

De lactatiekundige kan worden ingeschakeld bij:

  • Voorlichting en advies met betrekking tot borstvoeding
  • Pijnklachten
  • Problemen bij het aanleggen van de baby
  • Onvoldoende melkproductie en of te veel melkproductie
  • Onvoldoende groei van de baby
  • Vroeggeboorte
  • (Terugkerende) borstontstekingen
  • Afkolven van moedermelk
  • Medicatiegebruik
  • (zwanger van) een kindje met een aangeboren aandoening

Hoe kom je in contact met de lactatiekundige:
Je kunt contact opnemen met de lactatiekundige via de verpleegkundige van de afdeling waar jij of jouw kind op dat moment verblijft.

Bereikbaarheid

In overleg wordt een dag en tijdstip afgesproken voor het consult.
De lactatiekundige is van 7.30 uur tot 16.00 uur aanwezig op:

  • maandag
  • dinsdag
  • donderdag 
  • vrijdag

Kosten

Wanneer jij en/of je baby opgenomen zijn in het ziekenhuis dan kan je kosteloos gebruik maken van de adviezen en begeleiding van de lactatiekundige.

Wanneer jij en je baby niet (meer) zijn opgenomen in het ziekenhuis dan verwijzen we je graag naar www.nvlborstvoeding.nl hier vindt je gegevens over lactatiekundigen bij jou in de buurt. De meeste zorgverzekeraars vergoeden de lactatiekundige zorg geheel of gedeeltelijk vanuit de aanvullende verzekering.
De lactatiekundige moet dan aangesloten zijn bij de NVL. Informeer in je verzekeringspolis of bij je verzekeraar of je lactatiekundige zorg vergoed krijgt. Een lijst van verzekeraars die lactatiekundige hulp vergoeden, vindt je op bovenstaande website.

Let op: soms vergoedt de zorgverzekering alleen een consult na doorverwijzing van uw huisarts, verloskundige of het consultatiebureau.


Leefgewoonten

Je kunt je borsten 1 keer per dag wassen met water. Gezond eten en drinken tijdens het geven van borstvoeding is belangrijk. Als je begint met het geven van borstvoeding is het goed om jezelf aan te wennen een extra glas vocht te drinken bij iedere voeding. lees meer

Leefgewoonten

Je kunt je borsten 1 keer per dag wassen met water, maar zonder zeep. Het gebruik van zeep verstoort namelijk de natuurlijke weerstand van je huid. Het is belangrijk dat je een goed steunende voedings-BH draagt. Komt er tussen de voedingen door melk uit je borsten, gebruik dan katoenen zoogkompressen zonder plastic laagje. Verschoon de zoogkompressen regelmatig. Als je pijnlijke tepels hebt, maak ze dan schoon met water en een watje. Smeer je tepels, als ze droog zijn, in met een dun laagje zalf, bijvoorbeeld Medela PureLan.

Eten en drinken

Gezond eten en drinken tijdens het geven van borstvoeding is belangrijk. Het Voedingscentrum adviseert normale voeding volgens de voedingsschijf met als extra: 1 glas melk of plak kaas, 1 sneetje brood, 1 aardappel en ½ liter vocht. De extra energie die nodig is om borstvoeding te geven, wordt al tijdens de zwangerschap opgeslagen. We adviseren om iedere dag extra vitamine D in te nemen. Geef je jouw baby naast borstvoeding ook zuigelingenvoeding, dan moet je de hoeveelheid vitamine D hierop aanpassen.

Soms wordt gezegd dat je voedingsmiddelen, zoals uien en prei, niet mag eten in de periode dat je borstvoeding geeft. Dit is niet waar. Sommige baby’s reageren wel op bepaalde voedingsmiddelen. Je kunt uitproberen op welke dingen je baby reageert. Het is belangrijk om te variëren met je voeding.

Als je begint met borstvoeding geven is het goed om je zelf aan te wennen een extra glas vocht te drinken bij iedere voeding. Later kun je gewoon naar behoefte drinken. Houd rekening met het volgende:
  • Alcohol komt in moedermelk terecht. Als je toch wil drinken, drink dan maximaal 1 glas bier of wijn direct na een voeding. Wacht vervolgens 3 uur tot je de volgende voeding geeft.
  • Cafeïne kan baby’s prikkelbaar maken. Cafeïne zit in koffie, maar ook in thee, chocolade en cola. Drink en eet dus niet te veel dingen waar cafeïne in zit.
  • Roken. Nicotine is ongezond voor moeder en kind. Bovendien verhoogt het de kans op wiegendood. Ook remt roken de toeschietreflex en verandert het de samenstelling van de moedermelk.
  • Gebruik geen verdovende middelen.
  • Gebruik geen medicijnen zonder te overleggen met de arts of verloskundige. Een enkele paracetamol mag je wel zonder overleg innemen.

Je houding tijdens het voeden

Je kunt zelf het beste beoordelen in welke houding je prettig kunt voeden. Er zijn verschillende houdingen mogelijk. Je kunt bijvoorbeeld zitten of liggen op je zij of rug. lees meer

Je houding tijdens het voeden

Je kunt zelf het beste beoordelen in welke houding je prettig kunt voeden. Er zijn verschillende houdingen mogelijk.

Liggend op je zij

Ga zo ontspannen mogelijk op je zij liggen, trek het hoofdkussen stevig op je schouder. Je kunt eventueel ook nog een kussen in je rug en tussen je benen leggen. Zorg dat je onderste arm om de baby heen ligt of leg je arm onder je hoofd en het hoofdkussen. Leg je baby met zijn of haar beentjes dicht tegen je aan en met het buikje tegen jouw buik. Maakt de baby zoek- en hapwegingen, dan breng je hem of haar met je andere hand zachtjes naar je toe. Met een opgerolde handdoek of een dekentje in zijn of haar rug blijft je baby goed op de zij liggen.

Zittende houding

Hierbij zit je rechtop en ontspannen. Ga bij voorkeur in een stoel met een armleuning zitten. Zo kun je de baby met je arm ondersteunen. Een kussen op schoot of half op de leuning geeft je arm ondersteuning. Zo voorkom je dat de baby gaat ‘hangen’ en de tepel uit zijn of haar mondje glijdt of jouw tepels beschadigen.

Zittend met de baby onder je arm

In deze houding leg je jouw baby op een groot kussen naast je, met zijn of haar beentjes onder je arm door. Je ondersteunt het hoofdje en de rug met je onderarm. Zodra de baby gaat happen breng je zijn of haar mondje dicht naar je toe. Deze houding is vooral geschikt voor vrouwen met zware borsten of vlakke tepels, bij baby’s die moeilijk drinken of bij stuwing en na een keizersnede.

Liggend op je rug

Bij heftig toeschieten van de melk en te grote melkproductie kan eventueel liggend op je rug de voeding wat rustiger verlopen. Je gaat ontspannen liggen met kussens onder je hoofd en eventueel schouders. Je legt jouw baby met zijn of haar buikje op jouw buik of op een kussen naast je. Met je hand ondersteun je het voorhoofd van jouw baby, zodat zijn of haar neus niet in je borst zakt.

Problemen bij het geven van borstvoeding

In de eerste dagen na de bevalling treedt vaak stuwing in de borsten op. Dit is normaal, maar kan zeer pijnlijk zijn. Als rode, harde plekken niet meer verdwijnen na de voeding, dan bestaat de kans op een borstontsteking.

lees meer

Borstvoeding in specifieke situaties

Soms wordt borstvoeding onterecht afgeraden. Met goede begeleiding van de verpleegkundige, de lactatiekundige en eventueel de prelogopedist kan aan bijna alle baby’s borstvoeding worden gegeven.
  • Voor te vroeg geboren baby’s is borstvoeding erg belangrijk. Door je te houden aan het stappenplan went je baby langzaam aan borstvoeding.

    lees meer


    Te vroeg geboren baby's

    Voor te vroeg geboren baby’s is borstvoeding erg belangrijk. De samenstelling van de borstvoeding is ook op deze baby’s al geheel afgestemd. Borstvoeding is voor de baby niet vermoeiender dan flesvoeding. Volgens onderstaand stappenplan went jouw baby langzaam aan borstvoeding:

    Stap 1

    Houd je baby tegen je blote borst. Dit noemen we ‘kangoeroeën ‘.

    Stap 2

    Houd tijden de voeding de mond en neus tegen de tepel.

    Stap 3

    Wrijf tijdens het kolven een druppel voeding op de tepel.

    Stap 4

    De baby ruikt de voeding en maakt zuigbeweginkjes.

    Stap 5

    De baby gaat snuffelen, hij of zij gaat op zoek naar de tepel.

    Stap 6

    De baby is wakker en wil gaan zuigen.

    Stap 7

    De baby pakt de tepel, zuigt en slikt.

    Stap 8

    De baby drinkt uit de borst. Als de baby goed heeft gedronken kan minder sondevoeding worden gegeven.

    Stap 9

    Geef borstvoeding als jouw baby daar om vraagt.

    Stap 10

    Voed regelmatig.

  • Tweelingen

    In het begin kun je de baby’s één voor één voeden om het aanleggen te leren en de borstvoeding op gang te brengen. Daarna kun je beide baby’s tegelijk aanleggen. Laat per voeding de baby’s wisselen van borst. Als de voeding goed op gang is, kun je de baby’s ook per dag laten wisselen van borst.

  • Na een keizersnede

    Het is prettig als je binnen 1 uur na de operatie de eerste voeding kunt geven, net zoals na een vaginale bevalling. Ook is het belangrijk om na een keizersnede huid op huid contact te hebben met je baby. Dankzij de gentle sectio is dit nu ook mogelijk na een keizersnede. Direct na de geboorte, word na een korte check van de baby, de baby bij jou op je borst gelegd. Het huid op huid contact word op de uitslaapkamer voortgezet en de eerste voeding zal hier plaats vinden. De conditie van jou en je baby moeten wel stabiel zijn om dit huid op huid contact veilig plaats laten vinden. Door de pijn na de kiezersnede kan het moeilijk zijn een fijne houding te vinden. Soms is de bakerhouding (zittende houding) prettig.

  • Syndroom van Down

    Een baby met het syndroom van Down drinkt vaak minder krachtig door de lage spiertonus. De lactatiekundige en de prelogopediste kunnen je leren goed aan te leggen. Het is van belang de baby op tijd te voeden en wakker te maken tijdens de voeding. Hij of zij vraagt namelijk meestal niet uit zichzelf en valt eerder in slaap tijdens het voeden. Als het drinken aan de borst niet gaat kunt je natuurlijk wel afkolven.

  • Schisis

    Een kindje met een lipspleet of een lip-kaakspleet kun je mogelijk zonder problemen borstvoeding geven. Als jouw baby ook een spleet in het gehemelte heeft dan wordt het moeilijker. De lactatiekundige of de prelogopedist kunnen adviseren hoe borstvoeding toch mogelijk is. Als drinken aan de borst niet gaat kun je natuurlijk wel afkolven.

Kolven

Soms kun je, bijvoorbeeld door ziekte of ziekenhuisopname van jezelf of van je baby, tijdelijk geen borstvoeding geven. Je kunt dan de borstvoeding op gang brengen of houden door te kolven. Kolven kan op verschillende manieren. lees meer

Voorlichtings­avond

Het Verloskundig Cursus Centrum Nijmegen organiseert voorlichtingsavonden van 2 uur rondom borstvoeding.

meer informatie
  • Medewerkers
  • Intranet