Afdelingen Radiotherapie Radiotherapie Radboudumc

Onze specialismes

In principe bestralen we verschillende soorten kanker in alle voorkomende gebieden. Toch hebben we enkele specialiteiten. lees meer

Onze specialismes

In principe bestralen we verschillende soorten kanker in alle voorkomende gebieden. Onze specialiteit is het bestralen van kanker in:

  • het hoofd-halsgebied
  • de prostaat
  • de borst
  • de longen
  • de endeldarm

 

Daarnaast richten we ons ook op het bestralen van:

  • longkanker
  • borstkanker
  • lymfomen
  • maag- en darmkanker

Onderwijs

Opleiding en onderwijs vormen een belangrijk onderdeel van de afdeling Radiotherapie. Wij leveren daarom een bijdrage aan het curriculum van de studie Geneeskunde. Ook hebben wij de volgende opleidingsplaatsen:
  • radiotherapeut;
  • klinisch fysicus;
  • radiotherapeutisch laborant.
Daarnaast hebben we stageplaatsen voor verpleegkundigen die zich willen verdiepen in de radiotherapeutische zorg en voor studenten van de opleidingen Fysica, Elektrotechniek en Informatica.

Ontwikkelingen

We blijven investeren in nieuwe bestralingstechnieken. Dankzij deze technische vernieuwingen kunnen we de straling met steeds grotere precisie toedienen.

lees meer

Ontwikkelingen

We blijven investeren in nieuwe bestralingstechnieken. Dankzij deze technische vernieuwingen kunnen we de straling met steeds grotere precisie toedienen. Hierdoor nemen de bijwerkingen beduidend af en kunnen we de organen steeds beter behouden. Een paar van deze technieken zijn VMAT, Stereotaxie en MR-Linac.

VMAT betekent Volumetric Modulated Arc Therapy. Dit houdt in dat het bestralingsapparaat in een ronddraaiende beweging de totale dagdosis afgeeft. Hierbij worden de contouren van het gezwel voortdurend 'afgetast' en passen we de intensiteit van de straling en de vorm van de bundel aan voor een optimale behandeling.

Stereotaxie (ookwel radiochirurgie genoemd) is een bestralingstechniek die we toepassen bij kleine gezwellen van de longen, hersenen en/of lever. We bestralen het gezwel zeer lokaal met een VMAT techniek met smalle bundels en met een hoge stralingsdosis. Het doel van deze behandeling is het vernietigen of het inactief maken van het gezwel door een extreem hoge dosis te geven in een of enkele behandelingen. 

De MR-Linac (Magnetic Resonance Linear Accelerator) combineert de functies van een MRI-scanner en een bestralingsapparaat. Doordat we voor en tijdens iedere bestraling de mogelijkheid hebben om MRI beelden te maken en de bestraling aan te passen, kunnen we met de MR-Linac nauwkeuriger bestralen. We sparen de gezonde organen om de tumor heen beter en geven indien nodig een hogere dosis aan de tumor. We verwachten dat er hierdoor minder bijwerkingen zullen optreden.

Patiënten


Behandeling Radiotherapie

Radiotherapie behandelt kanker door bestraling. Radiotherapie doodt kankercellen of remt hun groei.

lees meer

Casemanagers Radiotherapie

Er zijn vaste contactpersonen (casemanagers) aangesteld bij wie u terecht kunt met uw vragen en zorgen. lees meer

Uw behandelteam

Op de afdeling Radiotherapie werken de medewerkers in een team. Het team dat u behandelt bestaat uit verschillende medewerkers. lees meer

Uw behandelteam

Op de afdeling Radiotherapie werken de medewerkers in een team. Het team dat u behandelt kan uit de volgende medewerkers bestaan:

  • Baliemedewerker.
  • Afsprakenbureau. Zij plannen zowel alle afspraken met artsen, andere hulpverleners en onderzoeksafdelingen als de bestralingsbehandelingen.
  • Radiotherapeut. Dit is een medisch specialist die is opgeleid om kanker met straling te behandelen.
  • Physician assistant. Dit is een medisch opgeleide zorgverlener die zelfstandig taken van een arts overneemt binnen een specifiek aandachtsgebied.
  • Stralingsdeskundige (fysicus) voor de technische en natuurkundige aspecten van de behandeling.
  • Moulagetechnicus. Deze technicus maakt als het nodig is een bestralingsmasker of andere hulpmiddelen. 
  • Radiotherapeutisch laborant. Hij of zij bereidt de bestraling voor en voert deze uit.
  • Doktersassistente. Hij of zij zorgt voor verzorgende handelingen en bloedafname. Hij of zij regelt ook de vervoersbewijzen.
  • Gespecialiseerd verpleegkundige. Hij of zij geeft (wond)verzorgingsadviezen, biedt steun en begeleiding en regelt zo nodig in samenspraak met u hulp voor thuis, bijvoorbeeld thuiszorg.

We streven ernaar dat u steeds door dezelfde arts wordt geholpen. Dit lukt niet altijd omdat de dienstroosters wisselen. Het Radboudumc is een opleidingsziekenhuis. U kunt dus ook worden geholpen of behandeld door medewerkers die in opleiding zijn. Zij werken altijd onder toezicht van gediplomeerden.


Verwerkings­problemen

Veel patiënten hebben na een bestralingsbehandeling de behoefte om er met iemand over te praten. Bespreek het met uw radiotherapeut als u deze behoefte ook heeft. lees meer

Verwerkings­problemen

Veel patiënten hebben na een bestralingsbehandeling de behoefte om er met iemand over te praten. Bespreek het met uw radiotherapeut als u deze behoefte ook heeft. Hij/zij geeft u informatie over eventuele begeleiding. Als het nodig is, kan hij/zij u doorverwijzen naar een psycholoog. U kunt ook altijd zelf een afspraak maken met een van onze psychologen. Dit kunt u ook eerst met de verpleegkundige overleggen.

Contact met lotgenoten

Het kan ook zijn dat u met medepatiënten wilt praten. Als u hiervoor in contact wilt komen met patiëntenverenigingen of andere hulpverleners, kunt u dit bespreken met de radiotherapeut. Hij/zij geeft u informatie of verwijst u door.

Nederlandse Kankerbestrijding

Voor informatie over patiëntenverenigingen en gespreksgroepen kunt u ook terecht bij de Nederlandse Kankerbestrijding (KWF).

Meedoen aan onderzoek

Om de behandeling van kanker te verbeteren, werkt de afdeling Radiotherapie mee aan wetenschappelijk onderzoek. Bij uw eerste bezoek aan onze afdeling kunnen wij u daarom vragen of u deel wilt nemen aan wetenschappelijk onderzoek. lees meer

Meedoen aan onderzoek

Om de behandeling van kanker te verbeteren, werkt de afdeling Radiotherapie mee aan wetenschappelijk onderzoek. Bij uw eerste bezoek aan onze afdeling kunnen wij u daarom vragen of u deel wilt nemen aan wetenschappelijk onderzoek.

Wel of niet meedoen

U krijgt uiteraard bedenktijd voordat u besluit of u wel of niet mee wilt doen. U kunt dus eventueel eerst met anderen of met uw huisarts overleggen. Als u besluit om niet mee te doen, heeft dat natuurlijk geen gevolgen voor uw behandeling. Als u wel mee wilt werken aan wetenschappelijk onderzoek bewaken wij uw belang als patiënt zorgvuldig. Vooraf krijgt u informatie over de inhoud van het onderzoek en over de manier waarop we het uitvoeren.

Lichaamsmateriaal voor onderzoek

Om de aard van uw aandoening vast te stellen, nemen wij soms lichaamsmateriaal zoals bloed en urine af. Soms bewaren we een deel van dat materiaal om eventueel later te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Dat gebeurt anoniem; de onderzoekers kunnen namelijk niet meer zien van wie het lichaamsmateriaal afkomstig is. Hebt u bezwaar tegen het anoniem gebruik van uw lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek? Dan kunt u dat melden aan de behandelend arts. Deze maakt hiervan een aantekening in het medisch dossier, zodat uw lichaamsmateriaal niet voor onderzoek gebruikt wordt.

Huidverzorging

Soms raakt uw huid geïrriteerd door de bestraling. Om dit zoveel mogelijk te beperken is het van belang dat u de onderstaande adviezen opvolgt. lees meer

Huidverzorging

Soms raakt uw huid geïrriteerd door de bestraling. Om dit zoveel mogelijk te beperken is het van belang dat u de onderstaande adviezen opvolgt. Deze adviezen gelden tot ongeveer drie weken na de bestraling. Tot gemiddeld een jaar na de bestraling mag u uw huid niet blootstellen aan zonlicht en zonnebank.

Tijdens de bestralingsperiode

Let tijdens de bestralingsperiode op onderstaande zaken:
  • Als u het prettig vindt om uw huid te wassen met zeep, gebruik dan een pH-neutrale zeep. Bijvoorbeeld: Sebamed, pH-neutrale zeep van het merk Kruidvat, Lactacyd of Neutral. Let er tijdens het wassen op dat de getekende lijnen op uw huid zichtbaar blijven.
  • Dep uw huid zachtjes droog en wrijf niet.
  • Ga niet zwemmen.
  • Stel uw huid zo weinig mogelijk bloot aan zonlicht. Gebruik geen zonnebank voor de huid die bestraald wordt. 

De bestraalde huid

De huid in het gebied dat bestraald wordt, is natuurlijk extra gevoelig. Daarom mag u daar:

  • geen huidverzorgingsproducten en/of medicinale crèmes gebruiken. Behalve als deze door ons voorgeschreven zijn.
  • geen pleisters plakken.
  • liever geen deodorant gebruiken als de oksel in het te bestralen gebied ligt. Wilt u toch deodorant gebruiken? Kies dan voor een milde deodorant zonder alcohol of parfum. Bijvoorbeeld: Neutral of Sebamed. Dep na het gebruik van de deodorant de huid goed droog.
  • niet scheren of ontharen met een ontharingscrème.
  • niet scheren met mes en zeep als de gezichtshuid in het bestralingsgebied ligt. De gezichtshuid elektrisch scheren mag wel.

Neem bij irritatie van de huid contact op met de verpleegkundige.

Na de bestraling

Het is verstandig om een huid die in het verleden bestraald is tegen de zon te beschermen. Gebruik daarvoor een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.

Overleg met uw radiotherapeut

Overleg altijd met uw radiotherapeut of één van de verpleegkundigen als u de verzorging van uw huid wilt veranderen. Verander nooit op eigen initiatief of op advies van andere behandelaren. Als de huid na de bestraling stuk gaat, overleg dan met uw radiotherapeut of één van de verpleegkundigen hoe u dit het beste kunt behandelen. Merkt u veranderingen van de huid op? Of hebt u vragen over huid- en wondverzorging? Neem dan contact op met de verpleegkundigen. Voor en na de bestralingsperiode kan dat telefonisch. Tijdens de bestralingsperiode kunt u de verpleegkundigen op laten roepen via de balielaborant.

Bijwerkingen

Bij een bestralingsbehandeling richten we de straling zoveel mogelijk op de kankercellen. Toch kunnen organen die in de buurt liggen beschadigd raken, wat weer tot bijwerkingen kan leiden. lees meer

Bijwerkingen

Bij een bestralingsbehandeling richten we de straling zoveel mogelijk op de kankercellen. Toch kunnen organen die in de buurt liggen beschadigd raken, wat weer tot bijwerkingen kan leiden. Deze zijn het ergst aan het eind van de serie bestralingen. De meeste bijwerkingen verdwijnen weer helemaal. Meestal duurt dit enkele weken. Enkele voorbeelden:
  • geïrriteerde huid;
  • haaruitval;
  • slikklachten;
  • heesheid;
  • misselijkheid;
  • diarree;
  • klachten aan de blaas;
  • invloed op de vruchtbaarheid;
  • minder zin om te vrijen;
  • invloed op zweetklieren;
  • vermoeidheid, meer behoefte om te slapen;
  • minder eetlust.

Weerstand

Na een bestraling is het belangrijk dat u een gezonde leefwijze aanhoudt om weerstand op te bouwen. Vaak hebt u minder eetlust, maar voldoende eten en drinken is juist erg belangrijk. Soms krijgt u het advies om een speciaal dieet te volgen. Overleg dit altijd eerst met uw radiotherapeut of een verpleegkundige. Want een nieuw dieet volgen zonder overleg is erg onverstandig. Vermoeidheid is de meest voorkomende algemene klacht en helaas het minst goed te behandelen. Meestal hebt u meer behoefte aan slaap. Neem dan ook voldoende rust.

De arts waarschuwen

Bij onderstaande klachten moet u nog dezelfde dag uw huisarts, uw radiotherapeut of oncoloog waarschuwen:

  • koorts boven 39ºC;
  • koude rillingen;
  • nieuw ontstaan verminderd gevoel; bijvoorbeeld verminderde kracht of tinteling in armen of benen;
  • een bloedneus die langer dan 30 minuten aanhoudt;
  • blauwe plekken terwijl u niet gevallen bent of zich gestoten hebt;
  • een wondje dat langer dan 15 minuten blijft bloeden.

Bij onderstaande klachten is het verstandig om na 1 à 2 dagen uw huisarts, uw radiotherapeut of oncoloog te waarschuwen:

  • vaak overgeven;
  • aanhoudende diarree;
  • verstopping;
  • plotselinge huiduitslag;
  • als de pijn toeneemt of u op een andere plaats dan voorheen pijn voelt.

Physician Assistant

Kent u deze ‘nieuwe’ medische beroepsgroep al? lees meer

Physician Assistant

Kent u deze ‘nieuwe’ medische beroepsgroep al?

De Physician Assistant (PA) is in Nederland een relatief nieuwe beroepsgroep. De PA is geen arts, maar een medisch opgeleide zorgverlener die zelfstandig taken van een arts overneemt binnen een specifiek aandachtsgebied.
In 2003 studeerden de eerste PA’s in Nederland af. U komt de PA overal tegen: in de huisartsenpraktijk, maar ook in het ziekenhuis, zoals bij de polikliniek of in de operatiekamer. Ook op de afdeling radiotherapie in het Radboudumc is een PA werkzaam.

Op de afdeling Radiotherapie behandelt en begeleidt de PA zelfstandig patiënten. Er is een goede overlegstructuur en een nauwe samenwerking met de radiotherapeut-oncoloog. Patiënten worden regelmatig besproken in het multidisciplinaire behandelteam. Er zijn dus altijd meerdere medisch specialisten betrokken bij uw behandeling.

U kunt de PA tegenkomen tijdens het intakegesprek, bij de controles tijdens uw behandeling en na afloop van de behandeling bij de na-controles. De PA is bereikbaar via het telefoonnummer van de afdeling Radiotherapie: (024) 361 45 05.


Veelgestelde vragen

Radiotherapie



Vervoer

Het kan zijn dat uw zorgverzekeraar de kosten voor het vervoer naar het ziekenhuis vergoedt. Als openbaar vervoer of eigen vervoer niet mogelijk is, kunt u met de taxi komen. lees meer

Vervoer

Als u met het openbaar vervoer naar het ziekenhuis komt, dan is het goed om uw bus- of treinkaartjes te bewaren. Het kan zijn dat uw zorgverzekeraar de kosten van uw reis vergoedt. Als familie of kennissen u brengen, kunt u meestal ook een vergoeding krijgen via uw zorgverzekeraar. Dit is een vast bedrag per km. De doktersassistenten kunnen u de procedure uitleggen. Het is goed om van tevoren ook bij uw zorgverzekeraar te informeren hoe de regeling is voor de reiskostenvergoeding.

Taxi

Als openbaar vervoer of eigen vervoer niet mogelijk is, kunt u per taxi worden vervoerd. U kunt dit bij uw ziektekostenverzekeraar kenbaar maken. Zij sturen u formulieren op die de medewerkers van de afdeling radiotherapie samen met u invullen. Dit stuurt u zo snel mogelijk terug naar uw ziektekostenverzekering. Van hen krijgt u dan een machtiging zodat u tijdens de bestralingsperiode gebruik kunt maken van taxivervoer. U belt dan bij u in de buurt een taxibedrijf, dat voor uw ziektekostenverzekering mag rijden. Op de dag van de eerste bestraling krijgt u van ons een lijst mee met alle dagen en tijdstippen waarop u verwacht wordt. Wij kunnen voor u een extra kopie maken die u kunt afgeven aan uw chauffeur. Hij of zij kan dan al uw ritten inplannen. Voor verdere vragen over taxivergoeding kunt u het beste contact opnemen met uw ziektekostenverzekering.

Onderwijs


Opleiding tot radiotherapeut

Een radiotherapeut of radiotherapeut-oncoloog is een medisch specialist die na zijn artsexamen een vijfjarige radiotherapeutische opleiding heeft gedaan. De afdeling Radiotherapie van het Radboudumc heeft opleidingsbevoegdheid tot radiotherapeut. lees meer

Opleiding tot radiotherapeut

Een radiotherapeut of radiotherapeut-oncoloog is een medisch specialist die na zijn artsexamen een vijfjarige radiotherapeutische opleiding heeft gedaan. De afdeling Radiotherapie van het Radboudumc heeft (net zoals zeven andere medische faculteiten in Nederland en één categoraal kankerziekenhuis) opleidingsbevoegdheid tot radiotherapeut.

Opleidingsplaatsen

Het College voor Beroepsopleidingen in de Geneeskunde (CBOG) stelt jaarlijks het landelijke aantal opleidingsplaatsen vast. Momenteel heeft de afdeling Radiotherapie zes opleidingsplaatsen. De opleiding vindt plaats in samenwerking met het Arnhems Radiotherapeutisch Instituut. Er zijn daarom gemeenschappelijke refereeravonden en stage-uitwisselingen van artsen in opleiding tot specialist (aios).

Stage

De opleiding tot radiotherapeut heeft een aantal stages buiten de eigen afdeling:

  • chirurgie of inwendige geneeskunde (zes maanden);
  • radiodiagnostiek (drie maanden);
  • stralenveiligheidscursus (één maand);
  • een vrije verdiepingsstage (zes maanden).

De verdiepingsstage van zes maanden verrichten aios aan het eind van hun opleiding. Ze kunnen deze intern of extern uitvoeren. Zo verdiepen zij zich in behandelingen en activiteiten die nog niet tot de routine behoren. Of ze verrichten wetenschappelijk onderzoek.

Patiëntenzorg

Aan het begin van iedere stage leren aios de manier van werken binnen het behandelteam kennen. Gedurende de stage verrichten zij onder supervisie patiëntenzorg. Hierin worden zij steeds zelfstandiger zodat een aios na verloop van tijd eigen nieuwe patiënten ziet, de voorbereiding voor de bestraling uitvoert, patiënten gedurende de behandelperiode begeleidt en de patiënten terugziet voor controle. Alle patiënten worden besproken in een multidisciplinair overleg, zowel binnen het Radboudumc, als in de verwijzende ziekenhuizen. Een aios is hier zoveel mogelijk bij aanwezig.

Klinisch fysische opleidingen

De opleiding tot klinisch fysicus is een vierjarige opleiding volgens de opleidingseisen van de Stichting Opleiding Klinische Fysica. Klinisch fysicus is een in de wet BIG erkend beroep. lees meer

Klinisch fysische opleidingen

De opleiding tot klinisch fysicus is een vierjarige opleiding volgens de opleidingseisen van de Stichting Opleiding Klinisch Fysicus (Stichting OKF) . Klinisch fysicus is een in de wet BIG erkend beroep. Er zijn vier subspecialisaties mogelijk: Radiotherapie, Radiologie & Nucleaire geneeskunde, Audiologie en Algemene Klinische Fysica.

Binnen het Radboudumc wordt de opleiding vooral in het eerste opleidingsjaar (basisjaar) in een vorm gegoten waarin gezamenlijk opgetrokken wordt met aandacht voor alle subspecialismen. Tijdens het basisjaar wordt kennis gemaakt met alle aspecten van Klinische Fysica binnen het ziekenhuis. De rest van de opleiding is voornamelijk bij Radiotherapie.

Werkzaamheden

De opleiding tot klinisch fysicus omvat ongeveer evenveel klinisch werk, cursussen, projecten en wetenschappelijk onderzoek. De opleiding vindt voor een gedeelte op de afdeling Radiotherapie van het Radboudumc plaats en verder via stages op andere afdelingen en bij Radiotherapiegroep, lokatie Arnhem. Een uitgebreide omschrijving van de taken en werkzaamheden van de klinisch fysicus in de Radiotherapie staat op de website van de Nederlandse Vereniging voor Klinische fysica (NVKF, www.nvkf.nl).

Toelating

Om toegelaten te worden tot de opleiding moet een academische opleiding natuurkunde of een opleiding die als gelijkwaardig kan worden beschouwd met succes zijn afgerond.  Meer informatie over de benodigde vooropleiding is te vinden op de website van de Stichting OKF (www.stichtingokf.nl).

Klinisch fysisch medewerker

De opleiding tot klinisch fysisch medewerker is nog geen reguliere opleiding. Deze is wel als een opleiding on the job te volgen. Hierbij horen verschillende cursussen in binnen- en buitenland.

Opleiding tot laborant

Een radiotherapeutisch laborant heeft de hbo-opleiding medische beeldvormende en radiotherapeutische technieken (MBRT) gevolgd, na een afgeronde vooropleiding. lees meer

Opleiding tot laborant

Een radiotherapeutisch laborant heeft de hbo-opleiding medische beeldvormende en radiotherapeutische technieken (MBRT) gevolgd, na een afgeronde vooropleiding (mbo-niveau 4, havo of VWO). Radiotherapeutisch laborant is een in de wet BIG erkend beroep. 

Stage

Tijdens de vierjarige dagopleiding MBRT (voltijd), is het mogelijk stage te lopen op de afdeling Radiotherapie van het Radboudumc. Deze stage vindt plaats in het derde schooljaar en duurt 20 weken. Daarnaast kun je ook een oriëntatiestage volgen in het eerste schooljaar op de afdeling Radiotherapie. De indeling van stageplaatsen verloopt via school.

MBRT Radboud plus traject

Het is mogelijkheid om deel te nemen aan het MBRT Radboud plus traject. Je volgt de 4-jarige MBRT voltijd opleiding in Eindhoven. Daarnaast neem je deel aan praktijkgerichte workshops en bijeenkomsten in het Radboudumc. Laatstgenoemden geven je een goede kijk op je toekomstige beroep en het werken in het Radboudumc. Al je stages doe je in het Radboudumc en je studeert daar ook af.

Als je deelneemt aan het MBRT Radboud plus traject krijg je een overeenkomst met het Radboudumc. Wil je in aanmerking komen voor een plaats in het MBRT Radboud plus traject? Solliciteer dan via de Zorgacademie van het Radboudumc . 

Onderzoek


Over ons onderzoek

Met ons wetenschappelijk onderzoek willen we voornamelijk nieuwe behandelingsmethoden ontwikkelen. We richten ons op verschillende gebieden. lees meer

Over ons onderzoek

Met ons wetenschappelijk onderzoek willen we voornamelijk nieuwe behandelingsmethoden ontwikkelen. Hierbij richten we ons op:
  • besliskundig onderzoek: ontwikkelen en toepassen van keuzehulpen om patiënten te laten meebeslissen over de keuze van hun behandeling;
  • klinisch fysisch onderzoek: onderzoek naar beeldgestuurde, intensiteitsgemoduleerde bestralingstechnieken;
  • klinisch onderzoek: ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden;
  • radiobiologisch onderzoek: het optimaal zichtbaar maken en volgen van de (activiteit van de) kanker tijdens de behandeling. Dit doen we met de allernieuwste beeldvormende technieken, in nauwe samenwerking met de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en ons eigen Radiobiologisch Laboratorium. Hierbij staan de stralingsgevoeligheid, zuurstofvoorziening en groei/overleving van een kankercel centraal.

Besliskundig onderzoek

afdeling Radiotherapie houdt zich sinds 1986 bezig met besliskundig onderzoek. Het onderzoek naar behandelkeuzes in de radiotherapeutische setting leverde tot nu toe vijf proefschriften op. lees meer

Besliskundig onderzoek

De afdeling Radiotherapie houdt zich sinds 1986 bezig met besliskundig onderzoek. Het onderzoek naar behandelkeuzes in de radiotherapeutische setting leverde tot nu toe vijf proefschriften op en richtte zich met name op de behandeling van strottenhoofdkanker larynxcarcinoom), borstkanker met of zonder erfelijke aanleg (mammacarcinoom) en prostaatkanker. Op dit moment lopen er onderzoeksprojecten naar de chirurgische of radiotherapeutische behandeling van gelokaliseerde prostaatkanker en naar de behoefte aan informatie van patiënten die in aanmerking komen voor chemotherapie.

Voorbeeld van inzichten die besliskundig onderzoek kan opleveren

Project: dosiskeuze bij prostaatkanker
Willen patiënten wel zelf kiezen?

Bij de bestraling van prostaatkanker moeten we altijd de stralingsdosis afwegen. Hoe meer straling, hoe meer kans op genezing, maar ook hoe meer kans op blijvende ernstige bijwerkingen. Artsen maken deze afweging tussen de voor- en nadelen van een hogere dosis en leggen dit vast in behandelprotocollen. Om de mening van de patiënt in deze afweging te betrekken, is aan 150 patiënten met prostaatkanker (gemiddeld 70 jaar oud) een keuze voorgelegd tussen twee stralingsbehandelingen;

  • een behandeling met minder straling;
  • een behandeling met meer straling.

Hierbij gaven we informatie over de verschillen in de kans op genezing en bijwerkingen. Wij vroegen deze patiënten óf zij een keuze wilden maken en zo ja, welke behandeling hun voorkeur had. Veel patiënten (80%) bleken zelf te willen kiezen. Slechts 20% liet de keuze liever over aan de arts. Deze wens om zelf te kiezen bleek niet gerelateerd aan leeftijd of ernst van de tumor. De aanname dat vooral oudere patiënten behandelkeuzes liever overlaten aan de arts, bleek niet juist. Alleen gevoelens van hopeloosheid hadden invloed op het kiesgedrag. Patiënten die zich meer hopeloos voelden, waren meer geneigd om de keuze aan de arts over te laten.

Wat kiezen zij?

De meeste patiënten (75%) kiezen voor de lagere dosis, de minder agressieve behandeling. Deze voorkeur bleek gerelateerd aan leeftijd en tumorkenmerken. Jongere mannen en patiënten met ernstiger tumoren kozen vaker voor de hogere dosis. Patiënten bleken bij hun afweging tussen meer en minder straling over het algemeen veel belang te hechten aan de kans op bijwerkingen. De kans op darmproblemen was zelfs belangrijker (4.1 op een 5 puntsschaal) dan de kans op langer of korter leven (3.5 op dezelfde schaal). Kwaliteit van leven bleek dus voor de meeste mannen belangrijker dan levensduur.

Kan de arts namens zijn patiënt kiezen?

Voordat de informatie over de voor- en nadelen van de twee behandelingen met de patiënten besproken was, bleek het voor artsen moeilijk te voorspellen welke patiënten zelf willen kiezen en welke voorkeuren zij zouden gaan uitspreken. Artsen onderschatten vooral de voorkeur van de patiënten voor de lage dosis. Ze voorspelden dat 51% van de patiënten voor de lage dosis zou kiezen, terwijl 75% in werkelijkheid deze keuze maakte. Zelf hadden zij bij slechts 20% van de gevallen een voorkeur voor de lage dosis.

Is zelf kiezen niet te belastend?
Patiënten die een keuzehulp  kregen aangeboden bleken vervolgens actiever betrokken bij de besluitvorming en meer kennis te hebben van prostaatkanker en bestraling vergeleken met de controlegroep, die geen keuze kreeg aangeboden. Ondanks deze verschillen, bleken zij niet te verschillen in welzijn (gemeten met standaardvragenlijsten). Zelf kiezen heeft dus geen nadelige gevolgen voor het welzijn. De interventie bleek niet te belastend, ook niet voor patiënten die het aanbod om zelf te kiezen niet wilden gebruiken en de keuze aan de arts overlieten. In de evaluatie toonden kiezers en niet-kiezers zich positief over het feit dat zij informatie kregen over de voor- en nadelen van de verschillende behandelopties en dat zij de mogelijkheid kregen aangeboden om zelf een keuze te maken.
  


Klinisch fysisch onderzoek

Het klinisch-fysisch onderzoek binnen de afdeling Radiotherapie is ondersteunend voor het klinisch, het besliskundig en het radiobiologisch onderzoek. Daarnaast richten we ons op fysisch-technische innovaties op het gebied van de radiotherapeutische behandeling. lees meer

Klinisch fysisch onderzoek

Het klinisch-fysisch onderzoek binnen de afdeling Radiotherapie is ondersteunend voor het klinisch, het besliskundig en het radiobiologisch onderzoek. Daarnaast richten we ons op fysisch-technische innovaties op het gebied van de radiotherapeutische behandeling.

Deze technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op. De afgelopen jaren zijn verschillende intensiteitsgemoduleerde bestralingstechnieken zoals IMRT (Intensity Modulated Radiation Therapy) en VMAT (Volumetric Modulated Arc Therapy) ingevoerd. Deze zorgen ervoor dat gezond weefsel beter gespaard kan worden, waardoor er meer mogelijkheden zijn om de tumor een hoge stralingsdosis te geven. We werken op onze afdeling aan het uitbreiden van de toepassing van deze technieken, om zo de bestralingen voor onder meer borstkanker, longkanker, prostaatkanker en kanker in het hoofd-halsgebied te verbeteren.

Om de nieuwe technieken uit te kunnen voeren is het van belang dat ons planningssysteem plannen van consistent hoge kwaliteit levert. Ook op dit gebied zijn veel recente ontwikkelingen, zoals geautomatiseerde en knowledge-based planning. We vergelijken onze klinische plannen met de resultaten van nieuwe methoden, uiteraard kijkend naar de plankwaliteit maar ook naar de impact op de workflow.

Voor het maken en uitvoeren van bestralingsplannen is betrouwbare informatie over de tumor en de rest van de anatomie van de patiënt essentieel. Beeldvorming door middel van CT, MRI en PET in de voorbereidende fase, en met behulp van portal imaging of cone-beam CT tijdens de behandeling, kan deze informatie leveren. Samen met de klinisch fysici van afdeling Radiologie en Nucleaire Geneeskunde werken we aan het verbeteren van de gebruikte beeldvorming.

Tot slot is het in de radiotherapie uiteraard belangrijk dat de stralingsdosis volgens plan wordt toegediend. Daarom verrichten wij dagelijks verificatie en kwaliteitscontrole van onze apparatuur, en bekijken we nieuwe, waar mogelijk patiëntspecifieke, methoden voor deze controles.

We werken voor de projecten samen met verschillende firma’s, waaronder Elekta, Philips Healthcare en iRT Systems.

Klinisch onderzoek

Op onze afdeling behandelen we alle vormen van kanker op academisch niveau en volgens landelijke richtlijnen. Toch blijven wij continu op zoek naar verbetering. lees meer

Klinisch onderzoek

Op onze afdeling behandelen we alle vormen van kanker op academisch niveau en volgens landelijke richtlijnen. Toch blijven wij continu op zoek naar verbetering. Voor de ziektes hoofdhals-, prostaat-, borst- en endeldarmkanker hebben we eigen onderzoeksprotocollen. Deze gelden alleen binnen het Radboudumc. Ook blijven we actief betrokken bij het opstellen van landelijke studies en zijn we op Europees niveau (EORTC, SIOP) vertegenwoordigd binnen ziektecommissies.

Vergelijken van behandelvormen

Een groot aantal van onze studies heeft als doel één of meerdere behandelvormen met elkaar te vergelijken. Het thema van onze onderzoeksactiviteiten heeft vaak te maken met 'biological image guided radiotherapy': het optimaal in beeld brengen en volgen van de kanker en de kankeractiviteit gedurende de behandeling. Dit doen we met de allernieuwste beeldvormende technieken. We werken hiervoor nauw samen met de afdelingen Nucleaire Geneeskunde, Radiologie en het Laboratorium voor Radiobiologie.

Uw bijdrage

De afgelopen jaren hebben nieuwe behandelvormen geleid tot betere behandelingen van kanker. Nieuwe behandelingen zijn echter niet voor iedereen nodig en nuttig en kunnen extra bijwerkingen veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat we de patiënten voor deze behandelingen zo goed mogelijk kunnen selecteren om de therapie zo gerichte mogelijk (targeted therapy) te maken. Hiervoor moeten we de moleculaire processen van de kanker zo goed mogelijk ontrafelen en begrijpen. Het kan voorkomen dat we u vragen of u bereid bent om bloed of kankerweefsel af te staan voor ons onderzoek. 

Radiobiologisch onderzoek

De 'Radiotherapy OncoImmunology Laboratory' binnen de afdeling Radiotherapie houdt zich bezig met zowel experimenteel als klinisch onderzoek.

lees meer

Radiobiologisch onderzoek

De 'Radiotherapy OncoImmunology Laboratory' binnen de afdeling Radiotherapie houdt zich bezig met zowel experimenteel als klinisch onderzoek. Met beeldvormende technieken brengen we de biologie van de kanker op macro- en microscopisch niveau in kaart. Hierbij focussen we ons op kanker van het hoofd-halsgebied.

Doelstelling

Een belangrijke doelstelling is om nieuwe bestralingsbehandelingen te ontwikkelen op basis van biologische en functionele beeldvorming. Hierbij verkrijgen we biologische kankerkarakteristieken. Op basis van die karakteristieken kunnen we de reactie van kanker op een bepaalde behandeling beter voorspellen. Daarmee kunnen we patiënten beter adviseren over meer intensieve combinatiebehandelingen van bestraling en chemotherapie.

Studies

Door de interacties van de kankercellen met hun micromilieu te bestuderen, krijgen we inzicht in deze biologische reactie van kanker. In onze studies ligt de nadruk voornamelijk op de systemen die de groei en levensduur van kankercellen beïnvloeden. Bijvoorbeeld het bloedvatstelsel dat de kanker voorziet van zuurstof en voeding. Voor dit onderzoek gebruiken we zowel binnendringende als niet-binnendringende (CT, PET, MRI) beeldvormende technieken.

Uitkomsten

De uitkomsten van deze studies leren ons dat biologische systemen niet voor alle kankersoorten gelijk zijn. En ook dat er ook grote verschillen zijn binnen eenzelfde kankersoort. Deze resultaten onderstrepen het belang om inzicht te verkrijgen in de kankerkarakterisatie voor het bepalen van een optimale behandeling voor iedere patiënt afzonderlijk.
Meer informatie is te vinden op de website.


Wetenschap­pelijk onderzoek

Onze afdeling houdt zich bezig met wetenschappelijk onderzoek. over ons onderzoek (in English)

Wordt u ook vrijwilliger bij ons onderzoek?

Regelmatig optimaliseren we nieuwe protocollen en instellingen voor wetenschappelijk onderzoek en onze (toekomstige) patiënten. Hierbij hebben we vrijwilligers nodig. Meldt u zich aan? lees meer

Wordt u ook vrijwilliger bij ons onderzoek?

Op de afdeling Radiotherapie van het Radboudumc maken we gebruik van MRI-beelden bij het voorbereiden en uitvoeren van radiotherapeutische behandelingen. Regelmatig optimaliseren we nieuwe protocollen en instellingen voor wetenschappelijk onderzoek en onze (toekomstige) patiënten. Tevens krijgen onze medewerkers regelmatig een bijscholing in nieuwe technieken. Bij deze onderzoeken en bijscholingen hebben we vrijwilligers nodig om MRI-beelden te kunnen maken.

Wie kan zich aanmelden

U kunt zich bij ons aanmelden als vrijwilliger wanneer u ouder bent dan 18 jaar.

Risico’s en voorbereiding

Het maken van MRI-beelden is niet belastend voor uw gezondheid, maar omdat bij het maken van de beelden een sterk magneetveld wordt gebruikt kan het zijn dat u de scanner niet in mag. Heeft u bijvoorbeeld een implantaat zoals een pacemaker of draagt u ander metaal in uw lichaam? Dan is de kans aanwezig dat u niet mee kunt doen met dit onderzoek. Voor iedere deelname nemen we een vragenlijst met u door om alle risico’s zoveel mogelijk te beperken. Het kan zijn dat er bij uw MRI-scan toevallig iets wordt ontdekt dat niet direct van belang is voor het onderzoek maar wel voor uw gezondheid. In deze gevallen nemen we contact op met uw huisarts.

Meedoen?

Stuur dan een e-mail naar mrsafety.rth@radboudumc.nl onder vermelding van “Aanmelding vrijwilliger MRI-onderzoek”. U krijgt dan meer informatie toegestuurd over de tijdstippen en soorten onderzoeken waar u aan zou kunnen deelnemen. Op basis van die informatie beslist u of u mee wilt doen.

Wat gebeurt er na aanmelding?

Wanneer u besluit deel te nemen aan een onderzoek nemen wij contact met u op om het maken van de MRI-scans in te plannen en de procedure met u door te nemen. U kunt op ieder moment besluiten om u terug te trekken uit het onderzoek.

Vaker meedoen mag

Per keer duurt het onderzoek maximaal 2 uur, waarvan maximaal 90 minuten in de scanner. U mag vaker meedoen, maar niet aansluitend aan elkaar vanwege de noodzaak om stil te blijven liggen in de scanner.

Vergoeding

Iedere keer dat u speciaal voor het onderzoek naar het ziekenhuis komt vergoeden we uw reiskosten tot een maximum van €15 per keer.

Niet meer meedoen

Op ieder moment kunt u besluiten om u terug te trekken uit het onderzoek. U hoeft daar geen reden voor te geven. U kunt dit doorgeven via mrsafety.rth@radboudumc.nl of tijdens een van de afspraken. We zullen uw gegevens niet langer bewaren en u ook niet meer uitnodigen voor nieuwe onderzoeken.

  • Medewerkers
  • Intranet