Zorg op de afdeling urologie
Bij terugkomst op de afdeling heeft de nierdonor een blaaskatheter voor de opvang van urine, deze wordt vóór de operatie ingebracht als de nierdonor al onder narcose is. Deze katheter wordt doorgaans na 1 dag verwijderd.
lees meerZorg op de afdeling urologie
Terug op de afdeling
Bij terugkomst op de afdeling heeft de nierdonor een blaaskatheter voor de opvang van urine, deze wordt vóór de operatie ingebracht als de nierdonor al onder narcose is. Deze katheter wordt doorgaans na 1 dag verwijderd.
Ook heeft de nierdonor een infuus, een plastic buisje in een bloedvat, om vocht toe te kunnen dienen. Meestal wordt de pijnmedicatie ook via dit infuus toegediend (= morfinepompje). Als de nierdonor niet misselijk is en goed kan drinken wordt het infuus verwijderd. Meestal gebeurt dit de dag na de operatie.
Een enkele keer wordt er een wonddrain achtergelaten, die zorgt voor het aflopen van het wondvocht. Afhankelijk van de hoeveelheid wondvocht wordt deze verwijderd.
De wond is direct na de operatie afgedekt met verband. Dit verband mag de 1e dag na de operatie verwijderd worden. Er hoeft geen nieuw verband meer op als de wond niet lekt. De nierdonor mag met de wond onder de douche. De hechtingen hoeven niet verwijderd te worden, deze zijn oplosbaar.
Klachten na de ingreep
Het verwijderen van een nier is een grote ingreep. De eerste dag(en) na de operatie heeft de nierdonor veelal last van de narcose. Dit kan zich uiten in misselijkheid en braken. Ook kan de nierdonor wondpijn en eventueel pijnlijke schouders en middenrif ervaren. Dit als gevolg van de gassen in de buik. Met behulp van medicijnen wordt geprobeerd deze klachten te verminderen.
Daarnaast is het van belang dat de nierdonor goed doorzucht direct na de operatie om de onderste longvelden goed te ventileren en de kans op longgerelateerde complicaties te verminderen.
De nierdonor, in tegenstelling tot de ontvanger, verkeert vóór de operatie in een goede lichamelijke gezondheid. Hierdoor zal de nierdonor de gevolgen van de ingreep waarschijnlijk als extra hinderlijk ervaren, maar herstelt meestal wel sneller.
Zodra de nierdonor er toe in staat is, kan hij/zij met bed of rolstoel naar de ontvanger worden gebracht. Dit gebeurt in overleg met de afdelingsverpleegkundige. Op de operatiedag zelf mag dit nog niet.
Begeleiding
De opnameperiode is een spannende tijd voor alle direct betrokkenen:
- Is de operatie naar tevredenheid verlopen?
- Hoe gaat het met de ontvanger?
- Gaat alles voorspoedig of zijn er onverwachte tegenslagen?
De uroloog, de verpleegkundigen van de afdeling, de coördinator en de medisch maatschappelijk werker komen na de operatie bij de nierdonor langs voor begeleiding. Bij hen kunt u ook terecht met vragen.
Ontslag
Na ongeveer 3-4 dagen opname in het ziekenhuis gaat de nierdonor met ontslag.
Het herstel na een nierdonatie
We adviseren om de eerste 6 weken na de operatie niet zwaar te tillen of andere lichamelijk zware arbeid te verrichten, zodat de wond goed kan genezen. lees meerNazorg
De verpleegkundig coördinator neemt in de week na ontslag telefonisch contact op met de nierdonor en bespreekt dan hoe het gaat en beantwoordt eventuele vragen. Na zo’n 6 à 8 weken krijgt de nierdonor een telefonische afspraak met de uroloog. Tevens wordt er een afspraak gemaakt op de polikliniek Nierziekten. Tijdens dit bezoek worden uw nierfunctie (in bloed/urine) en bloeddruk gecontroleerd en bespreken we de procedure en hoe het met u gaat.
Op dezelfde dag wordt ook een afspraak bij ons medisch maatschappelijk werk gepland. We adviseren om daarna jaarlijks uw bloeddruk, nierfunctie en urine op aanwezigheid van eiwit en bloed te laten controleren op de polikliniek Nierziekten van het Radboudumc of bij uw huisarts.
Houd er rekening mee dat de kosten voor de jaarcontrole ingediend moeten worden bij uw eigen zorgverzekeraar. U hoeft hiervoor geen eigen risico te betalen. Mocht u voor jaarcontrole in het Radboudumc kiezen, dan moet u er rekening mee houden dat de reiskosten voor uw eigen rekening komen.