Over de operatie
Op deze pagina vindt u adviezen over voeding na het verwijderen van de slokdarm met buismaagreconstructie. Bij de operatie die u heeft ondergaan zijn de slokdarm en het bovenste deel van de maag verwijderd. lees meerOver de operatie
Op deze pagina vindt u adviezen over voeding na het verwijderen van de slokdarm (oesophaguscardiaresectie) met buismaagreconstructie. De slokdarm zorgt voor het transport van voedsel van de mond naar de maag. In de maag vindt tijdelijke opslag en voorvertering van het voedsel plaats. In de maag wordt het voedsel gekneed, vermengd met het maagsap en daarna langzaam afgegeven aan de dunne darm. Bij de operatie die u heeft ondergaan zijn de slokdarm (= oesophagus) en het bovenste deel van de maag (= cardia) verwijderd. Met het overgebleven deel van de maag is een nieuwe verbinding gemaakt tussen het halsgedeelte van de slokdarm en de darmen. Dit noemen we een ‘buismaag’.Adviezen bij specifieke klachten
-
Als slik- en passageklachten ongeveer 6 weken na de operatie niet verbeteren kan er sprake zijn van een vernauwing (naadstenose) van de buismaag door littekenweefsel.
lees meer
Aanhoudende slik- en passageklachten
Als slik- en passageklachten ongeveer 6 weken na de operatie niet verbeteren kan er sprake zijn van een vernauwing (naadstenose) van de buismaag door littekenweefsel. Dit kan ook het geval zijn als u toenemend pijn voelt bij het doorslikken of als u het eten niet goed meer kunt doorslikken. In de herstelfase na de operatie vormt er littekenweefsel rond de halsnaad. Hierdoor kan de doorgang te klein worden. Vast voedsel kan terugvloeien naar de mond en het doorslikken van voedsel kan pijnlijk zijn. Deze klachten kunnen lijken op de klachten van voor de operatie. Bespreek de passageklachten met uw chirurg. Het kan nodig zijn om de klachten te behandelen.
-
Het eten en drinken kan sneller en in grotere hoeveelheden dan normaal in de dunne darm terechtkomen. Dit noemen we dumping.
lees meer
Dumpingklachten
Door de buismaagoperatie is de zenuw die de maag aanstuurt (= nervus vagus) beschadigd. Hierdoor kan het zijn dat de sluitspier (= pylorus) niet goed of helemaal niet werkt. Het eten en drinken kan sneller en in grotere hoeveelheden dan normaal in de dunne darm terechtkomen. Dit noemen we dumping. Uw lichaam kan op dumping reageren met verschillende klachten. Als u te grote porties in een keer eet, teveel drinkt bij een maaltijd en/of te snel eet kunnen een of meer van onderstaande klachten optreden:- misselijkheid
- buikpijn
- darmkrampen
- braken
- diarree
- hartkloppingen
- zweten
- neiging tot flauwvallen
- beven/trillen
- sterk hongergevoel
- Neem 6 tot 9 kleine maaltijden goed verspreid over de dag.
- Drink weinig bij de maaltijden, anders spoelt het voedsel te snel naar de dunne darm. Meestal geeft 1 klein glas of kopje drinken bij het eten geen klachten. Neem soep een uur voor de maaltijd en het nagerecht een uur na de maaltijd. Bij ernstige dumpingklachten kan het helpen de maaltijden ‘droog’ te gebruiken.
- Dumpingklachten kunnen ook optreden als u te veel ‘snel opneembare’ suikers neemt, zoals ‘gewone’ suiker en vruchtensuiker. Neem daarom niet teveel limonade, vruchtendranken (appelsap, druivensap, sinaasappelsap), frisdranken, snoep, koek en suiker in koffie en thee.
- Suiker zit ook in voedingsmiddelen als cake, ontbijtkoek, gebak, koekjes en zoet beleg. Vermijd overmatig gebruik van deze producten.
- Melk bevat melksuiker (lactose), ook dit is een snel opneembare suiker. Als u grote hoeveelheden melkproducten gebruikt, kunt u ook dumpingklachten krijgen. We raden aan om per dag 2 tot 3 (300-450 ml) melkproducten te nemen. Gebruikt u meer melkproducten en heeft u klachten, verminder de hoeveelheid melkproducten dan tot de aanbevolen hoeveelheden. Houdende klachten dan nog aan, probeer dan eens (deels) zure melkproducten, zoals karnemelk en yoghurt. Deze producten bevatten minder lactose en worden daarom meestal beter verdragen. Verdraagt u helemaal geen melkproducten meer, overleg dan met uw diëtist. Hij of zij kan u adviseren over een lactosebeperking.
-
Na de operatie mag u alles eten en drinken. Er zijn geen producten verboden. Er zijn wel een aantal voedingsmiddelen die bekend staan om het veroorzaken van passageklachten.
lees meer
Passageklachten
Na de operatie mag u alles eten en drinken. Er zijn geen producten verboden. Er zijn wel een aantal voedingsmiddelen die bekend staan om het veroorzaken van passageklachten. Het voedingsmiddel blijft dan steken rond de halsnaad. Veel genoemde producten die klachten opleveren zijn: gestoofd draadjesvlees, gehaktbal, biefstuk, grove rauwkost, citrusfruit, hard gekookt ei, witbrood, pinda’s en noten.
-
Bij de operatie is het klepje van maag naar slokdarm verwijderd. Hierdoor kan eten, drinken, maag- en/of galsap terugvloeien naar de mond als u bukt, voorover staat, te laag of te plat slaapt.
lees meer
Reflux
Bij de operatie is het klepje van maag naar slokdarm verwijderd. Hierdoor kan eten, drinken, maag- en/of galsap terugvloeien naar de mond als u bukt, voorover staat, te laag of te plat slaapt.
Voedingsadviezen bij reflux- Te veel eten of drinken in een korte tijd kan een overvolle buismaag tot gevolg hebben. De laatste happen of slokken die u heeft genomen vloeien weer terug naar de mond, omdat de buismaag te vol raakt. We noemen dat ‘overlopen’.
- Het terugvloeien van voedsel of drinken kan ook komen door direct na een maaltijd of snack voorover te buigen of te bukken. Om dit te voorkomen, raden we aan om na een maaltijd en half uur te wachten met sporten en het uitvoeren van klusjes in en om het huis.
Reflux tijdens uw slaap
Als het terugvloeien van sap plaatsvindt tijdens uw slaap, kan dit de longen instromen. Dit kan het het risico op longontsteking vergroten. Bovendien irriteert maagzuur de halsnaad en het weefsel van de keelholte. Daarom raden wij aan de eerste maanden na uw operatie het hoofdeinde van het bed te verhogen. Slaap in een hoek van ongeveer 30 graden totdat u weet of u last heeft van nachtelijke reflux van maag- of galsap. Niets meer eten of drinken 2 tot 3 uur voor het slapen gaan, kan het terugvloeien van maag- of galsap tijdens de nacht voorkomen. Als u regelmatig last heeft van het oprispen van maagsap raden we aan om dit met uw chirurg te bespreken. Als het nodig is, start u dan met medicijnen die de aanmaak van maagzuur remmen. -
Onderzoek bij mensen met een buismaag heeft laten zien dat het moeilijk is om met gewone voeding dagelijks alle vitamines, mineralen en spoorelementen voldoende binnen te krijgen.
lees meer
Vitamines, mineralen en spoorelementen
Onderzoek bij mensen met een buismaag heeft laten zien dat het moeilijk is om met gewone voeding dagelijks alle vitamines, mineralen en spoorelementen voldoende binnen te krijgen. Als u geen sondevoeding of drinkvoeding gebruikt, raden wij aan om een (oplosbaar) multivitaminen en mineralen preparaat te nemen. Zo voorkomt u tekorten. Uw diëtist kan u adviseren welk preparaat u het beste kunt gebruiken.Vitamine B12
Door een stof die de maag aanmaakt (intrinsic factor) wordt vitamine B12 opgenomen in de dunne darm. Als u ouder wordt, door de buismaagoperatie en bij langdurig gebruik van maagzuurremmers kan de hoeveelheid intrinsic factor in de maag afnemen. Hierdoor kan een vitamine B12 tekort in het lichaam ontstaan. Vitamine B12 tekort leidt onder andere tot bloedarmoede en stoornissen in de zenuwen van de benen. We raden aan om jaarlijks het vitamine B12 gehalte in uw bloed te laten controleren. Bespreek dit met uw chirurg of uw huisarts. Als de waarde te laag is, kan met behulp van B12 injecties de waarde op peil worden gebracht en gehouden. De diëtist begeleidt u bij het afbouwen van de sondevoeding en het opbouwen van een zo optimaal mogelijke voeding bij een buismaag.
Als u nog vragen heeft of als u voedingsgerelateerde klachten heeft, neem dan contact op met uw diëtist.